ECLI:NL:RBAMS:2025:2891

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 mei 2025
Publicatiedatum
2 mei 2025
Zaaknummer
11446303 EA VERZ 24-1235
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om openbaarmaking van agenda's en verslagen door ondernemingsraad en werkgever

In deze zaak heeft [verzoekster], werkzaam als Senior UX Designer bij Funda Real Estate B.V., op 9 december 2024 een verzoek ingediend op basis van artikel 36 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Het verzoek betreft de verplichting van de ondernemingsraad en Funda om agenda's en verslagen van vergaderingen openbaar te maken. De ondernemingsraad en Funda hebben gezamenlijk een verweerschrift ingediend. De zitting vond plaats op 27 maart 2025, waar [verzoekster] in persoon verscheen, bijgestaan door een tolk en haar gemachtigde, mr. R.K. Torn. De ondernemingsraad werd vertegenwoordigd door [naam 1], [naam 2], en [naam 3], met hun gemachtigde mr. M. Ritmeester. Funda werd vertegenwoordigd door mevrouw [naam 4], [naam 5], en mevrouw [naam 6], met hun gemachtigde mr. F.A.A.M. Makker.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoekster] als werknemer van Funda geldt als belanghebbende in de zin van artikel 36 WOR. De rechter oordeelt dat de ondernemingsraad en Funda niet hebben voldaan aan hun verplichtingen op grond van de WOR, met name met betrekking tot het bekendmaken van agenda's en verslagen. De verzoeken van [verzoekster] om openbaarmaking van deze documenten zijn deels toegewezen, met uitzondering van verzoeken die betrekking hebben op het verleden, waar de rechter onvoldoende belang in zag. De rechter heeft de ondernemingsraad en Funda opgedragen om gezamenlijke afspraken te maken over de bekendmaking van de agenda's van overlegvergaderingen en om voortaan conform hun eigen reglement te handelen. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 11446303 EA VERZ 24-1235
beschikking van: 1 mei 2025
func.: 25

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

[verzoekster]

wonende te [woonplaats]
verzoekster
nader te noemen: [verzoekster]
gemachtigde: mr. R.K. Torn
t e g e n

de ondernemingsraad van Funda Real Estate B.V.

gevestigd te Amsterdam
verweerster sub 1
nader te noemen: de ondernemingsraad of OR
gemachtigde: mr. M. Ritmeester
en

de besloten vennootschap Funda Real Estate B.V.

gevestigd te Amsterdam
verweerster sub 2
nader te noemen: Funda
gemachtigde: mr. F.A.A.M. Makker

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[verzoekster] heeft op 9 december 2024 een verzoek, met producties, ingediend ex artikel 36 Wet op de Ondernemingsraden (WOR).
De ondernemingsraad en Funda hebben gezamenlijk een verweerschrift ingediend, met producties.
Het verzoek is ter terechtzitting behandeld op 27 maart 2025. [verzoekster] is verschenen in persoon, bijgestaan door een tolk en de gemachtigde. Namens de ondernemingsraad zijn verschenen [naam 1] (voorzitter), [naam 2] (secretaris) en [naam 3] (lid), met de gemachtigde. Namens Funda zijn verschenen mevrouw [naam 4] ( [naam functie 1] ), [naam 5] ( [naam functie 2] ) en mevrouw [naam 6] ( [naam functie 1] ), en de gemachtigde.
Op de zitting heeft [verzoekster] het verzoek aangepast als na te melden. Partijen hebben hun standpunt toegelicht, [verzoekster] mede aan de hand van een pleitnota, en vragen van de kantonrechter beantwoord. Na verder debat is beschikking gevraagd en is een datum voor beschikking bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
[verzoekster] is sinds 2021 werkzaam bij Funda in de functie Senior UX Designer.
1.2.
[verzoekster] is sinds februari 2024 arbeidsongeschikt.
1.3.
Op basis van artikel 8 WOR heeft de ondernemingsraad een Reglement OR van Funda Real Estate B.V. (hierna: het Reglement) opgesteld.
In het Reglement staat na aanpassing thans, voorzover hier van belang:
AgendaArtikel 191. De secretaris stelt in overleg met de voorzitter voor iedere vergadering een agenda op. Ieder lid van de ondernemingsraad kan de secretaris verzoeken een onderwerp op de agenda te plaatsen.2. De secretaris brengt de agenda ter kennis van de leden van de ondernemingsraad, alsook van de ondernemer en bevordert, zoveel als in zijn vermogen ligt, dat de in de onderneming werkzame personen van de agenda kennis kunnen nemen. Behoudens in spoedeisende gevallen geschiedt de bekendmaking van de agenda niet later dan zeven dagen vóór de vergadering van de ondernemingsraad.Verslag van de OR-vergaderingArtikel 211. Zo spoedig mogelijk na iedere OR-vergadering van de ondernemingsraad maakt de secretaris daarvan een verslag (…).2. De secretaris maakt het verslag bekend aan de in de onderneming werkzame personen en aan de ondernemer. Het aan de in de onderneming bekend te maken verslag bevat geen gegevens waaromtrent ingevolge artikel 20 van de wet geheimhouding moet worden betracht.Verslag van de overlegvergaderingArtikel 221. Het verslag van de overlegvergadering wordt opgesteld door de secretaris van de ondernemingsraad en behoeft de goedkeuring van zowel de ondernemer als de ondernemingsraad.2. Het conceptverslag van de overlegvergadering wordt binnen vier weken na de vergadering aan de leden van de ondernemingsraad en de ondernemer toegezonden. (…).3. Het verslag van de vergadering wordt in de eerstvolgende overlegvergadering vastgesteld en vervolgens zo spoedig mogelijk na vaststelling bekend gemaakt aan de in de onderneming werkzame personen, via een intern communicatiekanaal zoals de Hub, het intranet, of op een vergelijkbare wijze. Het aan de in de onderneming bekend te maken verslag bevat geen gegevens waaromtrent ingevolge artikel 20 van de wet geheimhouding moet worden betracht.Jaarverslag van de ORArtikel 231. De secretaris stelt jaarlijks een verslag op van de werkzaamheden van de ondernemingsraad (…)2. De secretaris maakt het jaarverslag na de goedkeuring van de ondernemingsraad bekend aan de ondernemer en aan de in de onderneming werkzame personen (…).”
1.4.
Op 11 september 2024 heeft [verzoekster] contact opgenomen met [naam 2] , secretaris van de ondernemingsraad, met de vraag waar zij de actuele verslagen van de OR-vergaderingen kon vinden.
1.5.
Bij e-mail van 16 september 2024 aan zowel de OR als de [naam functie 1] -afdeling van Funda heeft [verzoekster] laten weten dat zij de volgende documenten niet op het intranet kon vinden:
“- works council regulations (“OR-reglement”);- the minutes of the works council meeting of 2023 and 2024;- the minutes of the consultation meetings between the management and the works council of 2023 and 2024”.
1.6.
Namens de ondernemingsraad is daarop geantwoord:
“(…) The OR minutes should indeed be on The Hub, but they haven’t been uploaded for way too long. [naam 2] has already acted after you approached him: he’s collecting all the minutes, that does take some time. I’ll let you know once they’re uploaded. Good to know: these will be the public minutes of the consultation meetings (‘OV’). We don’t document our general biweekly OR-meeting. (…)”.
1.7.
Vervolgens is verder gecorrespondeerd over dit onderwerp tussen de gemachtigde van [verzoekster] en de ondernemingsraad.
1.8.
Bij e-mail van haar gemachtigde van 29 oktober 2024 heeft [verzoekster] verzocht om toezending van de OR-jaarverslagen van 2021, 2022 en 2023, alle agenda’s van zowel de OR-vergaderingen als de overlegvergaderingen met de bestuurder in 2022, 2023 en 2024 en de ontbrekende notulen van zowel de OR- als de overlegvergaderingen in 2022, 2023 en 2024.
1.9.
Op 4 november 2024 heeft de ondernemingsraad laten weten dat de jaarverslagen in het verleden niet zijn opgesteld en dus niet beschikbaar zijn, terwijl alle beschikbare notulen en agenda’s op het intranet zijn of zullen worden gezet. Verder is meegedeeld dat de notulen van de OR-vergadering hun weerslag vinden in de overlegvergadering met de bestuurder en niet apart worden opgesteld en bijgehouden.
1.10.
Op 12 november 2024 heeft de gemachtigde van [verzoekster] de ondernemingsraad nogmaals verzocht aan haar verzoeken te voldoen, bij gebreke waarvan onderhavig verzoek zou worden ingediend. Tevens wordt verzocht inzicht te geven in de afspraken tussen de ondernemingsraad en het bestuur inzake artikel 23a lid 5 WOR. Deze laatste vraag is bij e-mail van dezelfde datum ook voorgelegd aan de gemachtigde van Funda.
1.11.
Bij e-mail van de gemachtigde van 15 november 2024 heeft de ondernemingsraad hierop gereageerd. Ten aanzien van de vraag over artikel 23a lid 5 WOR laat de ondernemingsraad weten dat er geen nadere schriftelijke afspraken zijn op dit punt. De gemachtigde van Funda heeft dit bevestigd.

Verzoek en verweer

2. [verzoekster] verzoekt, na haar verzoek op de zitting te hebben verminderd, om bij beschikking, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
A. te bepalen dat Funda en de ondernemingsraad gevolg dienen te geven aan hetgeen bij of krachtens de WOR is bepaald omtrent het bekend maken van agenda’s en verslagen van vergaderingen;
B. aan Funda en de ondernemingsraad de verplichting op te leggen om alle agenda’s van de overlegvergaderingen, die in 2022, 2023 en 2024 gehouden zijn, uiterlijk binnen twee weken na deze beschikking alsnog via The Hub bekend te maken aan alle in de onderneming werkzame personen;
C. aan Funda en de ondernemingsraad de verplichting op te leggen om alle verslagen van de overlegvergaderingen die in december 2023, januari 2024 en februari 2024 gehouden zijn, uiterlijk binnen twee weken na deze beschikking alsnog via The Hub bekend te maken aan alle in de onderneming werkzame personen;
D. aan Funda en de ondernemingsraad de verplichting op te leggen om binnen twee weken na deze beschikking alsnog conform artikel 23a lid 5 WOR gezamenlijke afspraken te maken over de wijze en het tijdstip waarop de agenda van de overlegvergadering aan de in de onderneming werkzame personen bekend worden gemaakt;
E. aan de ondernemingsraad de verplichting op te leggen om alle agenda’s van de OR-vergaderingen, die in 2022, 2023 en 2024 gehouden zijn, uiterlijk binnen 2 weken na deze beschikking alsnog via The Hub bekend te maken aan alle in de onderneming werkzame personen;
F. aan de ondernemingsraad de verplichting op te leggen om van alle OR-vergaderingen die in 2022, 2023 en 2024 gehouden zijn, uiterlijk binnen 4 weken na deze beschikking alsnog een verslag op te stellen en deze verslagen via The Hub bekend te maken aan alle in de onderneming werkzame personen;
G. aan de ondernemingsraad de verplichting op te leggen om uiterlijk binnen 4 weken na deze beschikking voor de jaren 2021, 2022 en 2023 alsnog een jaarverslag op te stellen van de werkzaamheden van de ondernemingsraad in dat betreffende jaar en deze jaarverslagen via The Hub bekend te maken aan alle in de onderneming werkzame personen;
H. Funda en ondernemingsraad te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3. [verzoekster] heeft ter toelichting gesteld – samengevat – dat zij conform artikel 36 WOR geldt als belanghebbende om de kantonrechter te mogen verzoeken dat Funda en de ondernemingsraad gevolg geven aan de verplichtingen op grond van de WOR. Funda en ondernemingsraad hebben pas na indiening van het verzoekschrift aan een aantal onderdelen van haar verzoek voldaan. [verzoekster] wil dat er binnen Funda volledig voldaan wordt aan hetgeen is bepaald in de WOR en het OR-reglement. Werknemers moeten op de hoogte kunnen zijn van wat er in de OR en in de overlegvergaderingen besproken wordt.
4. De ondernemingsraad en Funda hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Zij menen dat [verzoekster] niet gekwalificeerd kan worden als belanghebbende in de zin van artikel 36 WOR en dat zij misbruik maakt van het procesrecht. Haar verzoeken zijn voornamelijk persoonlijk gemotiveerd, terwijl het in de medezeggenschap gaat om het collectieve belang. De ondernemingsraad en Funda hebben bovendien wel degelijk welwillend gereageerd op de verzoeken van [verzoekster] en voor zover mogelijk daaraan inmiddels voldaan. In december 2023 en januari en februari 2024 hebben geen overlegvergaderingen plaatsgevonden, zodat daarvan geen agenda of verslagen kunnen worden verstrekt. Het jaarverslag over 2024 is inmiddels gepubliceerd.
5. Hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht zal hierna, voorzover voor de beslissing in deze zaak van belang, aan de orde komen.

Beoordeling

6. Met [verzoekster] is de kantonrechter van oordeel dat [verzoekster] als werknemer van Funda geldt als belanghebbende in de zin van artikel 36 WOR en derhalve bevoegd is om onderhavige verzoeken in te dienen. Dat [verzoekster] hiertoe mogelijk gemotiveerd is vanwege haar persoonlijke situatie, doet daaraan niet af en betekent niet dat sprake is van misbruik van procesrecht.
7. Vervolgens zullen de diverse verzoeken worden beoordeeld.
8. De verzoeken onder B, C, E, F en G zien alle op het verleden. Tegenover het verweer van de ondernemingsraad en Funda dat wat beschikbaar is aan verslagen en agenda’s inmiddels ter beschikking is gesteld en het niet werkbaar is om alsnog apart agenda’s of jaarverslagen over de al lang verstreken jaren 2021, 2022 of 2023 op te stellen, heeft [verzoekster] onvoldoende toegelicht wat daarvan het belang zou zijn. Daarbij wordt opgemerkt dat op de zitting is besproken dat de agenda’s van de overlegvergadering in het verleden werden opgenomen in het verslag en dat deze werkwijze inmiddels is aangepast. Verder is op de zitting door de voorzitter van de ondernemingsraad bevestigd dat er in december 2023 en januari en februari 2024 geen overlegvergaderingen zijn gehouden. De kantonrechter heeft geen aanleiding om aan deze mededeling te twijfelen. Deze verzoeken komen derhalve niet voor toewijzing in aanmerking.
9. Aan [verzoekster] kan worden toegegeven dat Funda en de ondernemingsraad in het gewijzigde Reglement geen gezamenlijke afspraken hebben gemaakt over de wijze en het tijdstip waarop de agenda van de overlegvergadering wordt bekend gemaakt, zodat zij niet hebben voldaan aan hun verplichting op grond van artikel 23a lid 5 WOR. Het onder D verzochte wordt daarom toegewezen. Bij de te maken afspraken is van belang dat de agenda’s vóór de overlegvergadering bekend moeten worden gemaakt, net zoals in artikel 19 van het Reglement ten aanzien van de agenda van de OR-vergadering is overeengekomen.
10. Hiermee resteert het verzochte onder A. Hoewel dit een zeer algemeen geformuleerd verzoek is, zal dit gelet op de omissies uit het verleden worden toegewezen, in die zin dat de ondernemingsraad en Funda wordt opgedragen om voortaan conform het door henzelf opgestelde Reglement agenda’s en verslagen van OR-vergaderingen en overlegvergaderingen en de jaarverslagen van de ondernemingsraad bekend te maken.
11. Nu partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, zullen de kosten van de procedure worden gecompenseerd, in die zin dat ieder van de partijen de eigen kosten draagt.

BESLISSING

De kantonrechter:
draagt de ondernemingsraad en Funda op om gezamenlijk afspraken te maken over de wijze en het tijdstip waarop de agenda van de overlegvergadering aan de in de onderneming werkzame personen bekend gemaakt wordt;
draagt de ondernemingsraad en Funda op om voortaan conform het door henzelf opgestelde Reglement agenda’s en verslagen van OR-vergaderingen en overlegvergaderingen en de jaarverslagen van de ondernemingsraad bekend te maken;
bepaalt dat ieder van de partijen de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Sissing, kantonrechter, en op 1 mei 2025 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter