Op 29 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Bonn op 3 februari 2025. De officier van justitie had op 26 februari 2025 een vordering ingediend tot behandeling van het EAB. De opgeëiste persoon, geboren in 1987 in de voormalige Sovjet-Unie, was op dat moment gedetineerd in Nederland. Tijdens de zitting op 15 april 2025 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.N.G.M. Starmans, en een tolk in de Russische taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, diefstal in een woning, ook naar Nederlands recht strafbaar is en dat er voldaan is aan het vereiste van dubbele strafbaarheid. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, waarbij de artikelen 311 van het Wetboek van Strafrecht en de relevante artikelen van de OLW zijn toegepast. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.