ECLI:NL:RBAMS:2025:2693

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
11507310 \ CV EXPL 25-2118
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur in het kader van een overeenkomst van opdracht voor lasergame activiteiten

In deze zaak vordert eiser, een organisator van lasergame activiteiten, betaling van een onbetaalde factuur van gedaagde, een bedrijf dat game-gerelateerde evenementen organiseert. De vordering betreft een bedrag van € 1.093,50, plus rente en kosten, die voortkomen uit een overeenkomst van opdracht. De procedure begon met een dagvaarding op 13 januari 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 19 maart 2025. Eiser stelt dat de overeenkomst is nagekomen, terwijl gedaagde verweer voert en stelt dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank oordeelt dat de algemene voorwaarden van eiser van toepassing zijn en dat gedaagde de volledige prijs verschuldigd blijft, ondanks aanpassingen in de uitvoering van de dienst door plaatselijke omstandigheden. De rechtbank wijst de vordering van eiser toe, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten, en legt gedaagde de proceskosten op.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
fno: 33623
Zaaknummer: 11507310 \ CV EXPL 25-2118
Vonnis van 18 april 2025
in de zaak van
[eiser]
(h.o.d.n. [handelsnaam eiser] ),
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: TeRecht Deurwaarders,
tegen
de besloten vennootschap [gedaagde] B.V.
(m.h.o.d.n. [handelsnaam gedaagde] ),
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend bij [vertegenwoordiger gedaagde] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 januari 2025, met producties,
- de in een proces-verbaal weergegeven mondelinge aanvulling op de dagvaarding van [eiser] ,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 14 februari 2025, waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- de reactie met aanvullende producties van [eiser] ,
- de mondelinge behandeling van 19 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Op de zitting zijn [eiser] en [gedaagde] , vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger gedaagde] , verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is een bedrijf dat zich kort gezegd bezighoudt met het organiseren van game-gerelateerde evenementen. [eiser] is organisator van lasergame activiteiten op locatie.
2.2.
Sinds april 2023 heeft [gedaagde] regelmatig een lasergame activiteit bij [eiser] geboekt.
2.3.
In het kader van de samenwerking tussen partijen, heeft [eiser] op 25 april 2023 haar algemene voorwaarden aan [gedaagde] verstrekt als PDF-bestand. Daarnaast heeft [eiser] op haar facturen en in al haar e-mails aan [gedaagde] een akkoordverklaring met haar algemene voorwaarden opgenomen, waarbij naar deze algemene voorwaarden wordt verwezen met een aanklikbare link.
2.4.
In de algemene voorwaarden van [eiser] is, voor zover hier relevant, het volgende opgenomen:
Artikel 19 – WEERSINVLOEDEN EN PLAATSELIJKE OMSTANDIGHEDEN
19.1
Alle Diensten worden aangeboden onder het voorbehoud dat aanpassing dan wel verplaatsing van het moment van uitvoering op grond van weersinvloeden en plaatselijke omstandigheden nodig is. Het risico van weersinvloeden en plaatselijke omstandigheden (zoals de waterstand) en de gevolgen voor de Diensten ligt bij de Opdrachtgever.
19.2
Indien het weer of de plaatselijke omstandigheden of de gevolgen daarvan ervoor zorgen dat de Dienst niet of niet veilig kan worden uitgevoerd, zijn we ontlast van de verplichting die Dienst uit te voeren. Vindt uitvoering van een Dienst geen doorgang, dan kunnen we voor zover redelijkerwijs mogelijk een alternatieve Dienst of een alternatieve datum aanbieden, maar we zijn daartoe niet verplicht.
(...)
19.5
In alle gevallen waarop de regeling van dit artikel ziet, is het recht op ontbinding voor beide partijen uitgesloten. De Opdrachtgever blijft de prijs verschuldigd. Er vindt slechts restitutie plaats voor zover de Onderneming door het niet uitvoeren van de Dient(en) kosten bespaart.
2.5.
Op 2 april 2024 heeft [gedaagde] een e-mail gestuurd aan [eiser] met als onderwerp ‘Afspraken 2024’. Voor zover hier relevant stond er in deze e-mail:
(...) Hierbij de afspraken voor onze samenwerking dit jaar:
- We rekenen een vaste afdracht van € 1300;
(...)
- [eiser] neemt extra lampen en een rookmachine mee bij elk event;
(...)
2.6.
Op 3 april 2024 heeft [eiser] op de e-mail van 2 april 2024 gereageerd, voor zover van belang:
(...) Een ding om nog even op te merken, we hebben de vaste afdracht 250,- verlaagd (van 1500 naar 1250) voor het lasergamen met 20 guns.
We hebben afgesproken om rookmachine en lampen standaard mee te nemen voor een meerprijs van 50,-
We hebben afgesproken om de obstakels in principe altijd mee te nemen, maar in ons enthousiasme zijn we vergeten om de meerprijs daarvan mee te rekenen.
Ik kom inclusief obstakels en lampen dan dus uit op een standaard bedrag van 1450, voor gemiddeld 4 uur inclusief opbouw/afbouw en inclusief obstakels, rook en lampen.
Daar komen dan alleen nog reiskosten bij (...) (momenteel 60 cent p/km). (...)
2.7.
Op 4 april 2024 heeft [gedaagde] gereageerd:
Hoe ik de afspraak nu interpreteer is € 1300 incl. begeleiding, obstakels en rookmachines en excl. kilometers van € 0,60 per km.
2.8.
Op 13 september 2024 heeft [gedaagde] een game-evenement georganiseerd. Het evenement zou plaatsvinden in de wasruimte van de Werkspoorkathedraal in Utrecht. Een onderdeel van het evenement was een lasergame activiteit, die bij [eiser] was geboekt.
2.9.
Bij de voorbereiding van het evenement op de dag van het evenement bleek dat er op de locatie te veel wifi-netwerken aanwezig waren, waardoor de lasergame-apparatuur niet goed werkte. [gedaagde] heeft daarop voorgesteld het lasergamen naar buiten te verplaatsen.
2.10.
Het lasergamen heeft uiteindelijk met een uur vertraging alsnog buiten plaatsgevonden, weliswaar zonder licht-, geluids- en rookeffecten, omdat deze buiten geen effect hadden.
2.11.
[eiser] heeft voor haar werkzaamheden op 14 oktober 2024 een factuur aan [gedaagde] gestuurd. De factuur bedroeg een bedrag van € 1.300,-- plus € 50,-- reiskosten. Na protest van [gedaagde] heeft [eiser] uit coulance een korting van € 540,-- (40%) op de factuur toegepast. Inclusief btw bedroeg het te betalen bedrag toen nog € 1.093,50.
2.12.
[gedaagde] heeft de factuur van [eiser] niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat – dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 1.093,50 aan hoofdsom;
b. € 164,03 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 30,49 aan wettelijke handelsrente;
d. wettelijke handelsrente over € 1.093,50 vanaf 9 januari 2025;
e. de proceskosten met wettelijke rente.
3.2.
[eiser] stelt daartoe dat hij de overeenkomst is nagekomen en dat [gedaagde] daarvoor het gevorderde bedrag aan hoofdsom is verschuldigd.
3.3.
[gedaagde] voert verweer tegen de vordering. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De algemene voorwaarden van [eiser] zijn van toepassing
4.1.
Ter beoordeling ligt in de eerste plaats voor of de algemene voorwaarden van [eiser] van toepassing zijn op de overeenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] met betrekking tot het lasergamen op 13 september 2024.
4.2.
Vaststaat dat [gedaagde] een overeenkomst van opdracht heeft gesloten met [eiser] en dat partijen in het verleden al vaker met elkaar hebben gecontracteerd, waarbij [eiser] op facturen en correspondentie aan [gedaagde] telkens heeft verwezen naar haar algemene voorwaarden. [eiser] heeft haar algemene voorwaarden op 25 april 2023 (als PDF) ter beschikking gesteld aan [gedaagde] . De algemene voorwaarden van [eiser] waren dus in beginsel van toepassing op de overeenkomsten die partijen met elkaar sloten.
4.3.
Volgens [gedaagde] hebben partijen in april 2024 via e-mail nieuwe afspraken met elkaar gemaakt, waarop de algemene voorwaarden van [eiser] niet langer van toepassing zijn. [gedaagde] wordt niet gevolgd in dit verweer. Nergens blijkt uit dat partijen de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden in april 2024 voor de toekomst hebben uitgesloten. In de e-mail van [eiser] van 3 april 2024 wordt bovendien – zoals in alle e-mails van [eiser] – als volgt verwezen naar haar algemene voorwaarden: “
Bij het boeken van een activiteit met [eiser] (...) ga je akkoord met onze voorwaarden”. Deze feiten laten geen andere conclusie toe dan dat [gedaagde] de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [eiser] (stilzwijgend) heeft aanvaard, althans dat [eiser] daarop gerechtvaardigd mocht vertrouwen. De algemene voorwaarden waren dus ook van toepassing op de onderhavige overeenkomst.
Er is geen sprake van een tekortkoming van [eiser]
4.4.
[eiser] erkent dat in de levering van de dienst wijzigingen hebben plaatsgevonden, omdat het lasergamen noodgedwongen naar buiten moest worden verplaatst en daardoor geen gebruik gemaakt kon worden van licht-, geluids- en rookeffecten. Volgens [eiser] is er echter geen sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst – zoals door [gedaagde] aangevoerd – en [eiser] beroept zich in dat kader op artikel 19 van haar algemene voorwaarden.
4.5.
Artikel 19 van de algemene voorwaarden bepaalt – kort gezegd en voor zover hier relevant – dat de dienst wordt aangeboden onder voorbehoud dat aanpassing, dan wel verplaatsing van het moment van uitvoering, op grond van plaatselijke omstandigheden nodig is. Het risico daarvan ligt bij de opdrachtgever (in dit geval [gedaagde] ), zo bepaalt artikel 19. Lid 2 van artikel 19 bepaalt dat [eiser] onverplicht een alternatieve dienst kan aanbieden. Daarbij is bepaald dat de opdrachtgever in beginsel de volledige prijs verschuldigd blijft.
4.6.
Tijdens het game-evenement op 13 september 2024 heeft zich precies de situatie voorgedaan die in artikel 19 wordt beschreven. Door plaatselijke omstandigheden (namelijk storing in de apparatuur door te veel wifi-netwerken op de locatie) was het nodig om de dienst en het moment van uitvoering aan te passen (namelijk de activiteit naar buiten te verplaatsen en een uur later te starten met lasergamen). [eiser] heeft de aanpassingen in de dienst in overleg met [gedaagde] bepaald en uitgevoerd. Op grond van artikel 19 is [gedaagde] de volledige prijs verschuldigd gebleven. Dat [eiser] kosten heeft bespaard die aan [gedaagde] gerestitueerd hadden moeten worden is niet gesteld of gebleken. [eiser] heeft desondanks 40% korting op de factuur gegeven. [eiser] was daartoe niet verplicht.
4.7.
Op grond van het voorgaande wordt tot de conclusie gekomen dat [gedaagde] de factuur van 14 oktober 2024 van € 1.093,50 aan [eiser] moet betalen.
4.8.
Omdat [gedaagde] de factuur ten onrechte niet heeft betaald, is zij de wettelijke handelsrente verschuldigd. De rente is door [eiser] bij dagvaarding ‘tot heden’ berekend op een bedrag van € 30,49. Nu de dagvaarding is uitgebracht op 13 januari 2025, mag worden aangenomen dat deze datum wordt bedoeld met ‘heden’. Dit bedrag is toewijsbaar. [eiser] heeft vervolgens wettelijke handelsrente over de hoofdsom gevorderd vanaf 9 januari 2025. Deze vordering zal ook worden toegewezen, doch pas vanaf 13 januari 2025, omdat anders van 9 tot 13 januari 2025 sprake zou zijn van dubbeltelling. [gedaagde] is de rente verschuldigd tot de dag dat zij de volledige hoofdsom heeft betaald.
4.9.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Daarom zal de vordering worden toegewezen.
4.10.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
122,35
- griffierecht
226,00
- salaris gemachtigde
204,00
(1 punt)
- verletkosten bijwonen zitting
50,00
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
669,85
4.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen:
  • een bedrag van € 1.093,50 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, vanaf 13 januari 2025 tot de dag van volledige betaling,
  • een bedrag van € 30,49 aan wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW, berekend tot 13 januari 2025,
  • een bedrag van € 164,03 aan buitengerechtelijke kosten,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 669,85, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum en in het openbaar uitgesproken op 18 april 2025.