In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 april 2025 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Stichting De Roode Bioscoop en Beuys Joseph B.V. De verhuurder, Beuys Joseph, heeft de huurovereenkomst voor de bedrijfsruimte waarin De Roode Bioscoop is gevestigd, rechtsgeldig beëindigd. Echter, de kantonrechter heeft bepaald dat De Roode Bioscoop het pand niet per direct hoeft te ontruimen. Dit is het gevolg van een verzoekschriftprocedure op basis van artikel 7:230a BW, dat ontruimingsbescherming biedt. De kantonrechter heeft de ontruimingstermijn verlengd tot 1 oktober 2025.
De procedure begon met een dagvaarding van De Roode Bioscoop, die vorderde dat de opzegging door Beuys Joseph niet leidde tot beëindiging van de huurovereenkomst. Beuys Joseph voerde verweer en stelde een tegenvordering in tot ontruiming van het gehuurde. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 maart 2025, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. De kantonrechter heeft de vorderingen van De Roode Bioscoop afgewezen en de tegenvordering van Beuys Joseph eveneens afgewezen, waarbij de proceskosten tussen partijen werden gecompenseerd.
De kantonrechter oordeelde dat de opzegging door Beuys Joseph tijdig en rechtsgeldig was, en dat er geen sprake was van misbruik van recht. De Roode Bioscoop had geen recht op de gevorderde verklaring voor recht, en de vordering om het gebruik van de handelsnaam te staken werd ook afgewezen. De beslissing om de ontruimingstermijn te verlengen tot 1 oktober 2025 biedt De Roode Bioscoop enige ademruimte om de situatie te heroverwegen.