Op 15 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Gdańsk, Polen, op 23 augustus 2024. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1978, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft en gedetineerd is in een penitentiaire inrichting. De behandeling van het EAB vond plaats op 27 februari 2025, waarbij de officier van justitie, mr. A. Keulers, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.P.M. Balemans, en een tolk in de Poolse taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak op basis van de Overleveringswet met 30 dagen verlengd en de gevangenhouding bevolen. Op 13 maart 2025 werd een tussenuitspraak gedaan, waarbij het onderzoek werd heropend en geschorst om gelijktijdig met een andere zaak te kunnen worden behandeld. De zitting werd op 1 april 2025 hervat, maar de opgeëiste persoon was niet aanwezig en had schriftelijk afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke termijn voor beslissing op het overleveringsverzoek was verstreken, maar dat dit de verplichting om te beslissen niet opheft. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet. Er zijn geen weigeringsgronden voor de overlevering en de rechtbank heeft de overlevering toegestaan.