Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
BOX AT WORK AMSTERDAM B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 maart 2023, met producties,
- de incidentele conclusie tevens conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie,
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens vermeerdering van eis in conventie,
- de akte aan de zijde van Huur een Box van 14 augustus 2024,
- de akte aan de zijde van Box at Work van 16 oktober 2024,
- het tussenvonnis van 13 november 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte aan de zijde van Huur een Box van 16 december 2024,
- de akte wijziging van eis aan de zijde van Box at Work,
- de akte na mondelinge behandeling aan de zijde van Huur een Box,
- de akte na mondelinge behandeling aan de zijde van Box at Work.
2.De feiten
Dit voorstel is niet aanvaard.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Vanwege de samenhang met de conventie worden deze begroot op nihil.
5.De beslissing
€ 22.797,11, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW daarover vanaf 30 maart 2023 tot aan de algehele voldoening,
€ 223.782,71, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW daarover vanaf de schadedatum tot aan de algehele voldoening,
€ 65.177,23, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW daarover vanaf 30 maart 2023 tot aan de algehele voldoening,