ECLI:NL:RBAMS:2025:2398

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
14 april 2025
Zaaknummer
763941
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huuropzegging en rechtsgeldigheid van de opzegging van huurovereenkomsten tussen Java Monumenten B.V. en Lynk & Co

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 maart 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Java Monumenten B.V. en Lynk & Co, bestaande uit L&C International AB en L&C Sales Netherlands B.V. Java Monumenten vorderde de voortzetting van huurovereenkomsten, omdat zij van mening was dat de opzegging door L&C Sales niet rechtsgeldig was, aangezien deze slechts door één van de twee huurders was gedaan. De rechtbank oordeelde dat de opzegging, in combinatie met de omstandigheden van het geval, niet anders kon worden opgevat dan als gedaan namens beide huurders. De voorzieningenrechter concludeerde dat de opzegging rechtsgeldig was en dat Java Monumenten niet aannemelijk had gemaakt dat de bodemrechter in een eventuele procedure in haar voordeel zou beslissen. De vorderingen van Java Monumenten werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Lynk & Co, die in totaal € 1.999,00 bedroegen. De uitspraak benadrukt het belang van correcte vertegenwoordiging bij het opzeggen van huurovereenkomsten en de gevolgen van het niet tijdig reageren op opzeggingen.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Zaaknummer: C/13/763941 / KG ZA 25-93 NB/KH
Vonnis in kort geding van 13 maart 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JAVA MONUMENTEN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 15 februari 2025,
advocaten: mr. F.H.J. van Schoonhoven en mr. D.S. Kanhai te Amsterdam,
tegen

1.LYNK & CO INTERNATIONAL AB,

gevestigd te Göteborg (Zweden),
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LYNK & CO SALES NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden,
advocaten: mr. D. Becht en mr. L.C.M. de Vos te Rotterdam.
Eiseres zal hierna Java Monumenten worden genoemd. Gedaagden zullen hierna ieder apart L&C International en L&C Sales en gezamenlijk Lynk & Co worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 27 februari 2025 heeft Java Monumenten de dagvaarding toegelicht. Gedaagden hebben mede aan de hand van een vooraf ingediende conclusie van antwoord verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. Java Monumenten heeft daarnaast een pleitnota ingediend. Na verder debat is vonnis bepaald op vandaag.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling waren, voor zover relevant, aanwezig:
- aan de zijde van Java Monumenten: [naam 1] (uiteindelijk bestuurder) met mr. Van Schoonhoven en mr. Kanhai;
- aan de zijde van Lynk & Co: [naam 2] (legal counsel), bijgestaan door een tolk in de Engelse taal, met mr. D. Becht en mr. L.C.M. de Vos.

2.De feiten

2.1.
Java Monumenten en L&C International zijn op 1 maart 2020 twee huurovereenkomsten aangegaan, op grond waarvan L&C International bedrijfsruimten huurt van Java Monumenten aan [locatie 1] (met een doorloop naar [locatie 2] ) in Amsterdam, in gebruik als winkel- en kantoorruimte. De huur bedraagt momenteel € 273.586,52 per kwartaal.
2.2.
Een van de overeenkomsten heeft betrekking op 500,5 m² aan bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 7:290 Burgerlijk Wetboek (BW). Deze huurovereenkomst ving aan op 1 augustus 2020 en heeft een looptijd van tien jaar, tot 1 augustus 2030. De andere overeenkomst heeft betrekking op 147,9 m² aan bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW. Deze huurovereenkomst ving aan op 1 maart 2020 en heeft een looptijd van vijf jaar en vijf maanden, tot 1 augustus 2025. Na deze periode wordt de huurovereenkomst verlengd met vijf jaar, behoudens opzegging.
2.3.
Op grond van beide huurovereenkomsten heeft L&C International eenmaal het recht om deze door opzegging te beëindigen, per 1 augustus 2025. De opzegtermijn is minimaal één jaar en opzegging diende dus uiterlijk op 31 juli 2024 plaats te vinden.
2.4.
L&C Sales is, door middel van twee allonges van 11 januari 2021, medehuurder geworden van de hiervoor genoemde bedrijfsruimten. De allonges zijn ondertekend door Java Monumenten, L&C International en L&C Sales.
2.5.
In aanloop naar de opzegmogelijkheden van beide huurovereenkomsten appte de heer [naam 3] , Director Retail Development bij Lynk & Co, op 24 juni 2024 naar [naam 1] :

Ha [naam 1] , goed weekend gehad? Ik probeerde je net te bereiken. Ik zou graag een afspraak met je willen maken, betreft het huurcontract van [locatie 1] . Zou je volgende week ma, di of wo ergens tijd hebben? Hoor het graag! Gr [naam 3]
2.6.
In juli 2024 vonden naar aanleiding van dit appje verschillende overleggen plaats tussen [naam 3] en onder andere [naam 1] over de voorwaarden van continuering van de huurovereenkomsten. Volgens [naam 3] konden de huurovereenkomsten niet onder de huidige voorwaarden worden voortgezet, hij stelde daarom een huurverlaging van 60% voor. Daarop volgde namens Java Monumenten een tegenvoorstel van 20% huurverlaging. De voorstellen lagen uiteindelijk te ver uit elkaar, reden waarom [naam 3] op 25 juli 2024 – na telefonisch contact met [naam 1] – het volgende aan [naam 1] heeft gemaild:
“(…)
As informed earlier today, hereby the official notice of termination for both retail and office space. Please find attached the official termination letter, we kindly ask you to confirm its receipt.(…)”
2.7.
In de bij die e-mail gevoegde, door [naam 4] (bestuurder van zowel L&C Sales als L&C International) ondertekende, opzegbrief van 25 juli 2024 staat voor zover relevant het volgende:

This letter serves as formal notification of the termination of the lease agreements between Lynk & Co Sales Netherlands B.V. and Java Monumenten B.V.(…)
In compliance with the Lease, at least one year’s notice is being provided before the end of the first lease term. Therefore, the Lease will officially terminate on 31st July 2025. The office space will be vacated and returned to its original condition by this date.(…)
We kindly ask you to confirm the receipt of this notice of termination.(…)”
2.8.
Op 26 juli 2024, een dag na de opzegging, appte [naam 3] naar [naam 1] :

Ha [naam 1] , een vraagje: Zou je dit nieuws svp nog voor je willen houden tot wij iedereen intern zelf op de hoogte hebben gebracht hiervan? Het heeft helaas ook impact op de mensen. Dank je wel!
2.9.
Op 18 september 2024, na twee rappels van [naam 3] , volgde een eerste reactie van (de advocaat van) Java Monumenten, waaruit bleek dat zij niet akkoord ging met de opzegging, in het kort omdat sprake is van medehuurderschap, waardoor L&C Sales niet gerechtigd zou zijn zelfstandig de huurovereenkomsten op te zeggen. In de brief staat voor zover relevant:

Your letter, clearly and exclusively written on behalf of Lynk & Co Sales Netherlands BV, came as a complete surprise to my client and, obviously, does not have the envisaged legal effect of terminating the leases.(…)”
2.10.
Bij brief van 30 september 2024 antwoordde [naam 4] dat Java Monumenten begreep of had moeten begrijpen dat de opzegging plaatsvond namens zowel L&C International als L&C Sales. Hij bevestigde in de brief dat de opzegging ook namens L&C International was bedoeld.

3.Het geschil

3.1.
Java Monumenten vordert om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, primair L&C Sales en L&C International elk en subsidiair L&C International:
I. te verbieden om de gehuurde bedrijfsruimten aan [locatie 1] en [locatie 2] te verlaten op straffe van verbeurte van een eenmalige direct opeisbare dwangsom (hoofdelijk) van
€ 2.500.000,00;
II. te gebieden om de gehuurde bedrijfsruimten aan [locatie 1] en [locatie 2] in zijn geheel in gebruik te houden, ook na 31 juli 2025, op verbeurte van dwangsommen
III. (hoofdelijk) te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Java Monumenten stelt hiertoe – samengevat weergegeven – het volgende. De huuropzegging door [naam 4] heeft geen rechtsgevolg, omdat daarvoor noodzakelijk is dat beide huurders gezamenlijk de huurovereenkomst tijdig opzeggen. Dit is niet gebeurd, nu alleen L&C Sales uitsluitend namens zichzelf de huurovereenkomsten heeft opgezegd. Als de voorzieningenrechter daar niet in meegaat, zou hooguit kunnen worden aangenomen dat alleen L&C Sales heeft opgezegd en dat L&C International de huurovereenkomsten moet blijven voortzetten. Java Monumenten stelt dat gedaagden grote professionele partijen zijn, waarbij het ook nog zo is dat de opzeggingsbrief mede afkomstig is van de juridische afdeling van één van de gedaagden.
3.3.
Lynk & Co voert als verweer dat Java Monumenten had moeten begrijpen dat de huurovereenkomsten werden opgezegd door zowel L&C Sales als L&C International.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Een vordering tot nakoming kan in kort geding alleen worden toegewezen, indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het standpunt van de eisende partij zal volgen en indien van eiser niet kan worden gevergd dat hij de uitslag van de bodemprocedure afwacht. Dat is niet het geval, omdat voorshands aannemelijk is dat de opzegging namens zowel L&C Sales als L&C International is gedaan. Dat de bezwaren van Java Monumenten niet tot een andere conclusie leiden, wordt hierna toegelicht.
4.2.
In de onderwerpregel van de opzeggingsbrief van 25 juli 2024 staat :
“Termination of the Lease Agreements – [locatie 1] ”.Verderop in de brief staat dat de opzegging onder meer betrekking heeft op de 500,5 m² en 147,9 m² aan bedrijfsruimte aan [locatie 1] en dat de ruimten leeg en in originele staat zullen worden opgeleverd.
4.3.
Deze opzegging, in combinatie met de overige omstandigheden van het geval, kan niet anders worden opgevat dan als te zijn gedaan namens L&C Sales en L&C International. Dat zou wellicht anders kunnen zijn als L&C International zou hebben aangegeven de overeenkomsten voort te willen zetten of als Java Monumenten aanleiding had om daarvan uit te gaan, maar daarvan is niet gebleken.
4.4.
Voorafgaand aan de (tussentijdse) beëindigingsmogelijkheid hebben onderhandelingen plaatsgevonden over een ingrijpende huurprijsverlaging van wel 60% als voorwaarde voor voorzetting door Lynk & Co van de huurovereenkomsten. Daarbij lagen partijen zodanig ver uit elkaar dat het voor de hand lag dat Lynk & Co gebruik zou willen maken van die beëindigingsmogelijkheid. In elk geval was er geen aanleiding voor Java Monumenten om aan te nemen dat L&C International de huurovereenkomsten zou willen voortzetten op voorwaarden die voor L&C Sales onacceptabel waren. Java Monumenten heeft in de onderhandelingen voorgesteld om de huurovereenkomsten één of twee jaar te laten voortduren, zodat zij in staat zou worden gesteld een nieuwe huurder te vinden. Ook daaruit blijkt niet dat Java Monumenten in de veronderstelling verkeerde dat L&C International de huurovereenkomsten had willen voortzetten.
4.5.
Java Monumenten heeft daarover ook geen vragen gesteld, hoewel dat wel op haar weg had gelegen nu in de opzeggingsbrief staat dat de ruimten leeg worden opgeleverd en niet is benoemd dat L&C International wilde voortzetten. Java Monumenten heeft pas twee maanden later voor het eerst op de opzegging gereageerd, ondanks rappels van Lynk & Co om de opzegging te bevestigen. Lynk & Co heeft na die reactie bevestigd dat de opzegging namens zowel L&C Sales als L&C International bedoeld was en dat dat gelet op de omstandigheden ook volledig duidelijk was. Het verwijt dat L&C International daarmee te laat was is niet redelijk, nu de vertraging volledig aan Java Monumenten toerekenbaar is.
4.6.
Java Monumenten voert nog aan dat de juridische positie van [naam 3] haar niet bekend is en dat hij niet vertegenwoordigingsbevoegd is. Dat strookt niet met het feit dat Java Monumenten met uitgerekend [naam 3] heeft onderhandeld over de duur en (prijs)voorwaarden van continuering van de huurovereenkomsten. Bovendien is [naam 3] niet degene die de huurovereenkomsten heeft opgezegd, dat deed de voor beide gedaagden bevoegde [naam 4] . Het enkele feit dat in de opzeggingsbrief niet tevens L&C International is genoemd rechtvaardigt bij deze stand van zaken niet de conclusie dat na opzegging de huurovereenkomsten door L&C International moeten worden voortgezet.
4.7.
Java Monumenten is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Lynk & Co worden begroot op:
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.999,00
4.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt Java Monumenten in de proceskosten van € 1.999,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met – indien het vonnis wordt betekend - € 92,00 plus de kosten van betekening ,
5.3.
veroordeelt Java Monumenten tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. K. Hogeman, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2025.
Type: KH
Coll: MAH