Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht) München, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 27 maart 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Kantongerecht in München, Duitsland. De officier van justitie had op 28 januari 2025 een vordering ingediend tot het in behandeling nemen van het EAB. De opgeëiste persoon, geboren in Polen, was niet verschenen op de zitting, noch zijn raadsman. Tijdens de behandeling van de zaak werd vastgesteld dat de wettelijke termijn voor de beslissing op het overleveringsverzoek was verstreken, maar dit ontsloeg de rechtbank niet van haar verplichting om te beslissen. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Poolse nationaliteit heeft.
Echter, op 21 maart 2025 heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit meegedeeld dat het EAB was ingetrokken. De officier van justitie heeft daarop gevorderd om niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering tot behandeling van het EAB. De rechtbank heeft deze vordering gehonoreerd en verklaard dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is, omdat het EAB inmiddels was ingetrokken. Tevens is vastgesteld dat het bevel tot overleveringsdetentie van rechtswege is vervallen. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters in aanwezigheid van griffiers en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.