ECLI:NL:RBAMS:2025:2361

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 maart 2025
Publicatiedatum
13 april 2025
Zaaknummer
11558017 WM VERZ 25-1634
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep gegrond verklaard wegens te lange behandeling bij verweerder in verkeersboetezaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 27 maart 2025 uitspraak gedaan in een beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene had beroep ingesteld tegen een beslissing van verweerder, die op 28 september 2023 een administratieve sanctie had opgelegd wegens een verkeersgedraging. De sanctie was opgelegd voor het niet gebruiken van de rijbaan met een bromfiets, waarvoor betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk was. Betrokkene had het beroep tijdig ingesteld, maar was niet verschenen op de zitting. Verweerder heeft ter zitting geconcludeerd dat het beroep gegrond is, omdat er sprake was van een te lange behandeling bij verweerder, die meer dan 36 weken had geduurd. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard en de bestreden beslissing, alsook de inleidende beschikking, vernietigd. Tevens is bepaald dat het betaalde bedrag van € 50,00 aan betrokkene wordt gerestitueerd. De beslissing is genomen met inachtneming van de wettelijke bepalingen omtrent de behandeling van beroepszaken in het bestuursrecht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
kantonrechter: mr. J.P.C. van Dam van Isselt
zaaknummer: 11558017 WM VERZ 25-1634
beslissing van: 27 maart 2025
func.: 64803
Afschrift van de aantekening in het proces-verbaal van de openbare zitting van 27 maart 2025 inzake het beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (verder: de Wahv) van:

[betrokkene]

[adres]
verder: betrokkene
welk beroep is ingesteld bij verzoekschrift, ingekomen bij de CVOM te Utrecht op 28 september 2023 en is gericht tegen de beslissing van 28 september 2023 van de
officier van justitie(verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.

CJIB-nummer: [nummer]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Aan betrokkene is bij beschikking van 28 april 2023 (verder: de inleidende beschikking) een sanctie in het kader van de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) opgelegd. Betrokkene heeft tegen de inleidende beschikking beroep ingesteld bij verweerder. Deze heeft dat beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende gegevens overgelegd. Het beroep is behandeld op de openbare zitting van 27 maart 2025. Partijen zijn voor deze zitting opgeroepen.
Betrokkene is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet bij de zitting verschenen.
Ter zitting heeft verweerder gereageerd op de inhoud van het beroepschrift. Verweerder heeft geconcludeerd dat het beroep gegrond is.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Ten aanzien van de zekerheid
Allereerst dient beoordeeld te worden of betrokkene kan worden ontvangen in het beroep bij de kantonrechter.
Bij brieven van 28 september 2023 en 16 oktober 2023 is betrokkene in de onderhavige zaak op de verplichting tot het betalen van zekerheid gewezen. Bij beide brieven is betrokkene er tevens op gewezen dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien de zekerheid niet wordt voldaan.
Uit het dossier en na navraag bij het CJIB blijkt dat betrokkene een bedrag van € 50,00 heeft betaald. Het boetebedrag bedraag € 119,00 waardoor er onvoldoende zekerheid is gesteld. Ter zitting heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat over de zekerheid heen kan worden gestapt. De kantonrechter zal verweerder hierin volgen en de zekerheid op het door betrokkene betaalde bedrag stellen.
Inhoudelijk
4. Aan betrokkene is bij de inleidende beschikking wegens een verkeersgedraging een administratieve sanctie opgelegd ingevolge de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene wordt verweten dat met de bromfiets, met kenteken [kenteken] , waarvoor betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk is, niet de rijbaan is gebruikt als er geen verplicht fiets/bromfietspad aanwezig is (bord G12a). op 17 april 2023 om 09:53 uur op de [locatie] .
5. Het beroep is tijdig ingesteld.
6. Verweerder heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de onderhavige boete moet worden vernietigd. Daarvoor ziet zij aanleiding vanwege een te lange behandeling bij verweerder. Dit betreft een eenmalige actie bij zaken die tot aan het verzenden van het beroepschrift naar de kantonrechter 36 weken of langer bij verweerder in behandeling zijn geweest met een belang tot aan de appèlgrens (€ 110,00 exclusief administratiekosten).
7. Het beroep zal om vorenstaande reden gegrond worden verklaard. De door betrokkene aangevoerde gronden behoeven derhalve geen bespreking meer.
8. Daarom wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kantonrechter:
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing, alsmede de inleidende beschikking;
- bepaalt dat het als zekerheid betaalde bedrag, te weten € 50,00, aan betrokkene wordt gerestitueerd.
De griffier De kantonrechter
Datum verzending
Bent u het met deze beslissing niet eens, dan kunt u
binnen zes wekenna de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk,
tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.