ECLI:NL:RBAMS:2025:235

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
14 januari 2025
Zaaknummer
C/13/758723 / HA ZA 24-1183
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in verzetzaak met betrekking tot schending van eer en goede naam via e-mailberichten

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam, is er sprake van een bevoegdheidsincident in een verzetzaak. De eiser, Modern Entertainment B.V., heeft een vordering ingesteld tegen een gedaagde die in Spanje woont. De rechtbank heeft eerder in een verstekvonnis op 4 september 2024 de vorderingen van Modern Entertainment c.s. toegewezen, met uitzondering van een dwangsom. De gedaagde heeft verzet aangetekend tegen dit verstekvonnis en heeft verzocht om onbevoegdheid van de rechtbank, met het argument dat de vorderingen betrekking hebben op schade buiten het grondgebied van Nederland.

De rechtbank heeft de bevoegdheid beoordeeld aan de hand van de Brussel I bis-Verordening. Artikel 7 lid 2 van deze verordening biedt een alternatieve bevoegdheidsregel voor geschillen over onrechtmatige daad. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van Modern Entertainment c.s. zijn gebaseerd op een onrechtmatige daad door een schending van hun eer en goede naam in e-mails afkomstig van de gedaagde. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter bevoegd is, omdat Modern Entertainment c.s. in Nederland zijn gevestigd en hun belangen zich daar bevinden.

De rechtbank heeft het verzoek van de gedaagde om onbevoegdheid afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van het incident. De kosten zijn begroot op € 598,- aan salaris advocaat. De rechtbank heeft ook besloten om de hoofdzaak te voegen met een andere verzetprocedure, zodat beide zaken gelijktijdig kunnen worden behandeld. Het vonnis is uitgesproken op 15 januari 2025.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/758723 / HA ZA 24-1183
Vonnis in incident van 15 januari 2025
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MODERN ENTERTAINMENT B.V.,
gevestigd te Hauwert,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
3.
[eiser 3],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisers in de hoofdzaak,
gedaagden in het verzet,
verweerders in het incident,
advocaat mr. R. van Dongen te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] , Spanje,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het verzet,
eiser in het incident,
advocaat mr. M. Russchen te Amersfoort.
Partijen zullen hierna Modern Entertainment c.s. en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de oorspronkelijke dagvaarding van 25 maart 2024, tevens houdende verzoek voorlopige voorziening, met producties,
  • het tegen [gedaagde] verleende verstek,
  • het onder zaaknummer / rolnummer C/13/755024 HA ZA 24-887 op 4 september 2024 gewezen verstekvonnis van deze rechtbank,
  • de verzetdagvaarding van 15 oktober 2024, tevens houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties,
  • de conclusie van antwoord in het incident.
  • de akte wijziging eis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in de hoofdzaak

2.1.
De rechtbank heeft in het verstekvonnis van 4 september 2024 de vorderingen van Modern Entertainment c.s. toegewezen, behoudens de gevorderde dwangsom ten aanzien van de vordering onder D. van het petitum van de dagvaarding.
2.2.
Bij dagvaarding van 15 oktober 2024 heeft [gedaagde] tijdig verzet ingesteld tegen het verstekvonnis en alsnog verweer gevoerd tegen de vorderingen van Modern Entertainment c.s. Hij concludeert tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van Modern Entertainment c.s. in de proceskosten.

3.Het geschil in het incident

3.1.
[gedaagde] vordert in het incident dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de zaak of zich in ieder geval onbevoegd verklaart om kennis te nemen van vorderingen die betrekking hebben op schade buiten het grondgebied van Nederland.
3.2.
Modern Entertainment c.s. voeren verweer. Zij stellen dat de rechtbank wel degelijk bevoegd is. Zij voeren daartoe onder meer aan dat Modern Entertainment is gevestigd in Nederland en de heer en mevrouw [gedaagde] woonachtig zijn in Nederland. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
[gedaagde] is woonachtig in Spanje. Dat betekent dat de bevoegdheid van de Nederlandse rechter moet worden beoordeeld aan de hand van de Brussel I bis-Verordening [1] .
4.2.
De vorderingen van Modern Entertainment c.s. zijn gebaseerd op een onrechtmatige daad door een gestelde schending van de eer en goede naam van Modern Entertainment c.s. in e-mails afkomstig van [gedaagde] .
4.3.
Artikel 7 lid 2 van de Verordening bevat een alternatieve bevoegdheidsregel voor geschillen over verbintenissen uit onrechtmatige daad. Volgens deze regel is bevoegd de rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen. Bij de uitleg van deze regel moet aansluiting worden gezocht bij de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU).
4.4.
In een uitspraak van 25 oktober 2011 [2] heeft het HvJ EU uitleg gegeven aan de bevoegdheidsregel van artikel 7 lid 2 voor vorderingen gebaseerd op schending van persoonlijkheidsrechten door content die op internet is geplaatst. Het Hof heeft geoordeeld dat in een dergelijk geval de gelaedeerde een vordering tot schadevergoeding kan indienen
bij de rechter van de lidstaat waar de uitgever van die content gevestigd is; of
bij de rechter van de lidstaat waar zich het centrum van de belangen van de gelaedeerde bevindt; of
bij de rechter van elke lidstaat op het grondgebied waarvan de op internet geplaatste content toegankelijk is of is geweest.
De onder 2) bedoelde rechter is bevoegd om kennis te nemen van vorderingen betreffende de volledige schade.
4.5.
Modern Entertainment c.s. hebben onbetwist gesteld dat zij gevestigd en woonachtig zijn in Nederland en dat het centrum van hun belangen zich in Nederland bevindt. Dat betekent dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen. Deze bevoegdheid is niet territoriaal beperkt. De rechtbank zal de vordering in dit incident dus afwijzen.
Kosten van het incident
4.6.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Modern Entertainment c.s. worden begroot op € 598,- aan salaris advocaat (1 punt x tarief € 598,-).
Rolvoeging
4.7.
De rechtbank ziet aanleiding om de hoofdzaak op de rol te voegen met de verzetprocedure tussen Modern Entertainment en [gedaagde] met zaak / rolnummer C/13/759630 / HA ZA 24-1257. Dat betekent dat de zaken ieder een eigen zaak- en rolnummer behouden maar dat de procedures zoveel mogelijk gelijk op zullen lopen en dat er in beide zaken één mondelinge behandeling zal plaatsvinden.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het incident, aan de zijde van Modern Entertainment c.s. tot op heden begroot op € 598,-,
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
22 januari 2025voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.T. Hylkema en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2025.

Voetnoten

1.Verordening (EU) 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.
2.HvJ EU van 25 oktober 2011, ECLI:EU:C:2011:685 (