ECLI:NL:RBAMS:2025:2333

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
13-034258-89 + 23-000435-91
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar voor terbeschikkinggestelde met ernstige persoonlijkheidsproblematiek en hoog recidiverisico

Op 8 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1969, die momenteel verblijft in de Pompekliniek. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. De beslissing is genomen op basis van een vordering van de officier van justitie, die op 30 januari 2025 is ingediend. De rechtbank heeft op 25 maart 2025 een openbare zitting gehouden, waarbij de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, diens raadsman en een deskundige aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan ernstige persoonlijkheidsproblematiek, waaronder antisociale en narcistische trekken, en dat er een hoog risico op recidive bestaat bij beëindiging van de tbs-maatregel. De terbeschikkinggestelde heeft de wens geuit om samen met zijn partner naar een andere kliniek te verhuizen, maar dit is niet mogelijk vanwege de verschillende zorgbehoeften en prognoses van beide personen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de resterende tijd bij een verlenging van de tbs-maatregel met een jaar. Daarom is de verlenging met twee jaar gerechtvaardigd.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13/034258-89 + 23/000435-91
Beslissing op vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 30 januari 2025 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
thans verpleegd in [kliniek] ,
die bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 20 juni 1991 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 11 april 2023 voor de tijd van twee jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 15 november 2024 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde wettelijke aantekeningen en een aanvulling op voornoemd advies van 17 december 2024;
  • het advies van het Adviescollege Verloftoetsing TBS van 25 oktober 2024, waarin de minister van Justitie en Veiligheid wordt geadviseerd opnieuw een machtiging voor begeleid verlof te verlenen conform het gewijzigde verlofplan.
De rechtbank heeft op 25 maart 2025 de officier van justitie mr. J. Ang, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. M.A. Prins, advocaat te ‘s-Hertogenbosch, alsmede de deskundige L. Sepers, verbonden aan De Pompekliniek, op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van de Pompekliniek van 15 november 2024 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Bij betrokkene is sprake van neurocognitieve problematiek en ernstige persoonlijkheidsproblematiek bestaande uit antisociale, narcistische en borderline trekken. Aanvullend kan gesproken worden van trekken van psychopathie. Er is bij betrokkene sprake van een gebrekkig geweten, egocentrisme, impulsiviteit, een onvermogen zich in de ander te verplaatsen, een gebrek aan berouw en een oppervlakkig gevoelsleven. Naast de verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling is er bij betrokkene sprake van pedofilie van het niet-exclusieve type. Betrokkene functioneert intellectueel op licht verstandelijk beperkt niveau en er is sprake van schildklierproblematiek.
Behandelverloop en risicotaxatie
Sinds februari 2006 verblijft betrokkene in verschillende LFPZ-voorzieningen van de Pompestichting en Veldzicht. Diverse behandelpogingen in drie verschillende klinieken hebben geen effect gehad op de bewerking van de problematiek dan wel het risicoprofiel vanwege de sociaal-emotionele beperkingen: betrokkene is een zeer onrijpe, identiteitszwakke man, die zich egocentrisch en grenzeloos gedraagt, waardoor hij voortdurend in conflict komt in sociale relaties. Tevens heeft betrokkene behoefte aan macht over de ander en kan hij een dominante positie aannemen in het contact, waardoor er telkens strijd is ontstaan over behandeling. Het machtsgevoel maskeert zijn onzekerheidsgevoelens. Deze dynamiek lijkt ook binnen zijn indexdelict een belangrijke factor te zijn. Het is in behandeling niet gelukt om enige verandering te bewerkstelligen. Betrokkene bagatelliseert zijn delict nog steeds en er is geen overeenstemming over de risicofactoren of zijn problematiek. Het ziekte-inzicht en -besef ontbreekt.
In augustus 2017 is betrokkene overgeplaatst naar LFPZ locatie Zeeland om dichter bij zijn partner te zijn, een medebewoner verblijvend op een andere afdeling, in het kader van kwaliteit van leven. In de LFPZ is de afgelopen jaren een milder beeld met meer stabiliteit in het toestandsbeeld te zien, wat kan worden toegeschreven aan de bejegeningsvorm vanuit het handicapmodel, hospitalisatie en de kwaliteit van leven die wordt nagestreefd. Over het algemeen is er een constructieve samenwerking, toont betrokkene zich begeleidbaar, conformeert hij zich aan de afspraken en laat begrenzing, wanneer nodig, over het algemeen toe. Gezien wordt dat betrokkene binnen het klimaat en de structuur van de LFPZ stabiel functioneert. Op basis hiervan is begeleid verlof aangevraagd en gemachtigd en is zijn verlofkader stapsgewijs uitgebreid tot enkel begeleid verlof. De komende periode zal hier verder vorm aan worden gegeven en wordt onderzocht hoe betrokkene omgaat met meer verantwoordelijkheden en vrijheden bij minder begeleiding.
Koers en advies
Ondanks de ontwikkelingen van de afgelopen periode, blijft betrokkene afhankelijk van het huidige kader. Het ziekte-inzicht ontbreekt, er is geen overeenstemming over risicofactoren en problematiek, en het lukt betrokkene niet om openheid over belangrijke thema’s (zoals de seksualiteitsbeleving) te geven. Dit maakt dat er op dit moment geen perspectief op door-/of uitstroom is. Een nieuwe behandelpoging wordt niet verantwoord geacht, gelet op de hardnekkige problematiek, de huidige beperkte vaardigheden en het beperkt behaalde behandelrendement. Ook ligt het niet in de lijn der verwachting dat hier het komende jaar verandering in zal komen. Voor de toekomst hebben betrokkene en zijn partner voor ogen om samen oud te worden. Hun wens is om samen in een andere instelling in het noorden van het land geplaatst te worden om dichter bij de schoonfamilie van betrokkene te zijn. Een gewenste, gezamenlijke overplaatsing naar een longcare voorziening in het noorden van het land is niet realistisch, omdat een passende voorziening niet voorhanden is. Er wordt dan ook geen grond gezien voor een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De problematiek is namelijk onveranderd en het recidiverisico op delicten bij beëindiging van de maatregel wordt als hoog ingeschat. Alles bij elkaar genomen adviseert de kliniek tot verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
Uit het aanvullende advies van 17 december 2024 blijkt dat sindsdien geen veranderingen zijn opgetreden en het advies van 15 november 2024 blijft dan ook ongewijzigd.
Aan het advies van het Adviescollege Verloftoetsing TBS van 4 oktober 2024 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
De begeleide verloven van betrokkene verlopen goed en ontspannen en betrokkene laat zich voldoende sturen. De begeleidbaarheid van betrokkene wordt als voldoende beschreven voor de afschaling van de begeleidingsintensiteit van de verloven. Bovendien is geen sprake geweest van incidenten en worden de risico’s ingeschat als laag. Het Adviescollege Verloftoetsing TBS adviseert dan ook aan de minister van Justitie en Veiligheid opnieuw een machtiging voor begeleid verlof te verlenen.
De rechtbank stelt vast dat aan de terbeschikkinggestelde bij arrest van 20 juni 1991 van het gerechtshof Amsterdam is opgelegd terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege ter zake van de voortgezette handeling van een poging tot vleselijke gemeenschap hebben met een meisje beneden de leeftijd van twaalf jaren en opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden. Dit zijn misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
De rechtbank hanteert als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
De rechtbank is — gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht — van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren wordt verlengd.
De rechtbank overweegt dat bij betrokkene sprake is van een stoornis en dat er een hoog risico is op recidive bij beëindiging van de tbs-maatregel. Hij wil graag samen met zijn partner (ook verblijvend in de Pompekliniek) naar een andere kliniek in het noorden van het land verhuizen. Dit is echter niet mogelijk, omdat de trajecten van betrokkene en zijn partner niet parallel lopen. Ieder heeft dus zijn eigen zorgbehoefte en prognose en ze verblijven elk op een andere afdeling binnen de kliniek, waarbij ze nagenoeg elk weekend samen kunnen wonen in een appartement binnen de kliniek. Dit kan, behalve in de Pompekliniek (waar betrokkene reeds verblijft), eigenlijk nergens worden gefaciliteerd, althans, niet op de voorwaarden die betrokkene hieraan stelt. Los daarvan kan het belang van de partner van betrokkene niet worden meegewogen bij de beslissing van de rechtbank inzake betrokkene en zijn (verlenging van de) tbs-maatregel. Omdat het aannemelijk is dat de behandeling en resocialisatie van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, zal de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling dan ook verlengen met twee jaar.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
2 (twee) jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. I. Timmermans en D.G. Bertsch, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.B.P. Terwindt, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 maart 2025.
.