Op 11 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als voorman werkzaam was bij een kunststofrecyclingbedrijf. De verdachte werd beschuldigd van dood door schuld na een dodelijk ongeval op 13 april 2023, waarbij een collega, [slachtoffer], om het leven kwam door een ongeval met een shredder. De rechtbank oordeelde dat de verdachte onvoorzichtig en nalatig had gehandeld door de shredder in te schakelen zonder te verifiëren of [slachtoffer] zich buiten de machine bevond. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele andere tenlastegelegde handelingen, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij wist dat de shredder uitsluitend voor bepaalde materialen bestemd was. De rechtbank legde een voorwaardelijke taakstraf van 120 uur op, met een proeftijd van 1 jaar, en oordeelde dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn spijt en de impact van het ongeval op zijn leven, in aanmerking moesten worden genomen. De rechtbank benadrukte dat de verdachte nooit de intentie had om het ongeval te veroorzaken en dat hij zijn verantwoordelijkheid als voorman niet had verzaakt, maar dat hij wel had moeten controleren of [slachtoffer] veilig was voordat hij de machine inschakelde.