ECLI:NL:RBAMS:2025:2314

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
13-140147-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van Samuel Yaw Ofori ADU met twee jaar wegens recidivegevaar en schizofrenie

Op 25 maart 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van Samuel Yaw Ofori ADU, geboren op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats] (Ghana), thans verpleegd in [kliniek]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar toegewezen. De rechtbank heeft geconstateerd dat er nog steeds sprake is van een stoornis, in elk geval schizofrenie, en dat er recidivegevaar bestaat. Betrokkene moet nog verschillende stappen zetten in het kader van begeleid en onbegeleid verlof en eventueel proefverlof, waarvoor een periode van langer dan een jaar nodig is. De rechtbank heeft de adviezen van deskundigen in overweging genomen, waaronder die van de psychiater en psycholoog, die allen adviseren om de terbeschikkingstelling te verlengen. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De beslissing is genomen in het kader van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13-140147-20
Beslissing op vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 30 januari 2025 in de zaak tegen:

[Terbeschikkinggestelde] ,

geboren op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats] (Ghana),
thans verpleegd in [kliniek] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 19 januari 2021 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 21 maart 2023 voor de tijd van twee jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 3 januari 2025 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde wettelijke aantekeningen;
  • de op 16 december 2024 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte adviesrapporten van de psychiater M.M. Sprock en de psycholoog A.J. de Groot, beiden niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het advies van het Adviescollege Verloftoetsing TBS van 1 november 2024, waarin de minister van Justitie en Veiligheid opnieuw wordt geadviseerd een machtiging voor begeleid verlof te verlenen.
De rechtbank heeft op 25 maart 2025 de officier van justitie mr. J. Ang, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. M.A.C. de Bruijn, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige N. Wortel, verbonden aan FPC Oostvaarderskliniek, op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van FPC Oostvaarderskliniek van 3 januari 2025 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie, een stoornis in alcohol- en in cannabisgebruik. Hij functioneert op verstandelijk beperkt niveau, met name op het gebied van sociale interactie, executieve functies en zelfstandig functioneren met betrekking tot regelzaken. Bij psychotische ontregeling is sprake van antisociaal gedrag.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene is op 16 augustus 2021 opgenomen in de Oostvaarderskliniek op een structuurafdeling. Bij opname wordt waargenomen dat hij stabiel functioneert en zijn medicatie trouw inneemt. Hij is rustig en vriendelijk. Hij stelt zich afwachtend op en lijkt de voor hem moeilijke situaties te vermijden, om zo geen spanningen en/of stress te ervaren. Betrokkene geeft weinig inzicht in zijn belevingswereld waardoor het voor het behandelteam lastig is om hem in te schatten. Er worden verschillende behandelonderdelen ingezet, waaronder delictanalyse, diagnostisch onderzoek, psycho-educatie en Nederlands taalonderwijs. Hij wordt ingesteld op antipsychotica middels depot, vanwege medicatieontrouw in het verleden. De medicatie neemt betrokkene inmiddels vrijwillig. In behandeling wordt duidelijk dat hij het moeilijk vindt om te vertellen wat er in hem omgaat zoals zorgen of verdriet en er is sprake van traumagerelateerde symptomen, voornamelijk hyperalertheid.
Omdat betrokkene goed is ingesteld op een antipsychoticum, psychiatrisch stabiel functioneert, zich inzet voor de behandeling en hij goed is in de samenwerking met het behandelteam, wordt in januari 2023 met succes begeleid verlof aangevraagd. De verloven en de ingezette behandelingen hebben een positief effect op betrokkene. Gezien de stabiliteit en de positieve ontwikkeling wordt betrokkene op 2 september 2023 overgeplaatst naar Beekvliet 2, een pre-resocialisatie afdeling binnen het structuurcluster. In december 2023 wordt begeleid verlof opnieuw gemachtigd met een uitbreiding met betrekking tot netwerkverlof. In januari 2024 scoort betrokkene positief op cannabis, waarbij betrokkene gebruik ontkent. In mei en juni 2024 overlijden twee patiënten in de kliniek als gevolg van drugsgebruik, waarbij het vermoeden is ontstaan dat betrokkene een rol heeft gespeeld bij de handel in softdrugs. Hierdoor is een stagnatie in zijn behandeling ontstaan en wordt het verlofkader in oktober 2024 niet uitgebreid naar onbegeleid verlof. Ondanks de antisociale houding en zijn regelovertredende gedrag is geen sprake geweest van vijandigheid, agressie of ander delictgedrag. Het indexdelict is gepleegd vanuit een psychotisch toestandsbeeld en de psychose is, mede dankzij adequate farmacotherapie, onder controle. Het begeleid verlof wordt in november 2024 opnieuw gemachtigd en weer hervat. Het recidiverisico wordt ingeschat als ‘hoog’, zowel bij een situatie ‘in-zorg’, als bij een situatie ‘uit-zorg’. Het risico op gewelddadig gedrag wordt ingeschat als ‘laag’ bij een situatie ‘in-zorg’, maar als ‘hoog’ bij een situatie ‘uit-zorg’.
Koers en advies
De koers is onveranderd en richt zich op doorplaatsing naar een FPA en uiteindelijk een vorm van begeleid wonen. Hij wordt aangemeld bij FPA Heiloo, aangezien deze plek passend is bij de zorgbehoefte en het benodigde risicomanagement. Het is met name van belang dat betrokkene zich aan de gestelde afspraken en voorwaarden houdt en dat geen sprake is van regelovertredend gedrag. Ondanks dat betrokkene zich in de ruis bevindt en hij hierin geen openheid van zaken geeft, functioneert hij stabiel, neemt hij trouw zijn medicatie en volgt hij trouw zijn programma. Gelet hierop, tezamen met de stappen die nog gezet moeten worden, adviseert de kliniek de maatregel te verlengen met twee jaar. Het begeleid verlof is recent weer herstart, waarna onbegeleid verlof nog zal moeten volgen. Afhankelijk van het beloop kan betrokkene worden aangemeld voor een transmurale overplaatsing naar een FPA, en daaropvolgend begeleid wonen. De inschatting is dat hier nog minimaal twee jaar voor nodig is.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
Aan genoemd advies van de psychiater van 16 december 2024 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
De psychiater komt tot eenzelfde diagnose als de kliniek, behalve dat de matige verstandelijke beperking niet kan worden bevestigd. Het recidiverisico wordt ingeschat als ‘laag’ bij voortzetting van de maatregel, maar kan (op de middellange termijn) oplopen tot ‘hoog’ bij beëindiging ervan. Het risicomanagement is overeenkomstig het advies van de kliniek, waarbij de nadruk ligt op gebruik van een antipsychoticum in depotvorm, abstinentie van middelen en goede inbedding in zorg. De psychiater adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Aan genoemd advies van de psycholoog van 16 december 2024 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Net als de psychiater komt de psycholoog tot eenzelfde diagnose als de kliniek, waarbij de matige verstandelijke beperking niet wordt bevestigd. Zonder externe steun, toezicht, controle en structuur is er een matig-hoge kans op recidive op basis van psychotisch gemotiveerd geweld. Geadviseerd wordt om het vervolgbeleid te bepalen aan de hand van verlofuitbreiding. Dit in de eerste plaats om te bezien of betrokkene bij een toenemend appel op eigen verantwoordelijkheden dit in intellectueel opzicht aankan. De psycholoog adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
De rechtbank hanteert als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
De rechtbank overweegt als volgt. Er is gelet op de adviezen nog steeds sprake van een stoornis – in elk geval schizofrenie – en recidivegevaar. Betrokkene moet nog verschillende stappen zetten in het kader van begeleid en onbegeleid verlof en eventueel proefverlof. Daar is een periode voor nodig van in elk geval langer dan een jaar. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om van voornoemd uitgangspunt af te wijken.
De rechtbank is – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
Samuel Yaw Ofori ADUmet
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. I. Timmermans en D.G. Bertsch, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.B.P. Terwindt, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 maart 2025.
.