Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
[naam schets] (alles nog zeer, zeer voorlopig)’, met daarin een voorlopige schets van een onderling samenhangend verhaal van de vijfdelige boekenreeks. Deze outline bedraagt ongeveer 3,5 pagina’s.
[naam synopsis], heeft [gedaagde 2] op 4 december 2017 per e-mail naar [eiser] gezonden. [eiser] heeft de synopsis vervolgens in de cursus ingebracht.
[naam 1e boek], is op 1 maart 2018 door Overamstel uitgebracht. Het boek bevat op de laatste pagina de volgende zogenoemde 'aankeiler' van de verhaallijn van het tweede boek in de vijfdelige reeks met de naam
[naam synopsis] .
[naam 1e boek] .’ een interview met [eiser] en [gedaagde 2] gepubliceerd. Daarin staat onder meer het volgende:
Boek”) dat in 2018 is gepubliceerd door Overamstel Uitgevers B.V.; de afspraken met Overamstel Uitgevers zijn vastgelegd in een op 29 mei 2017 getekend Term Sheet, verder aangeduid als de “
Uitgeefovereenkomst”;
1.Beëindiging vennootschap onder firma
5.OVERIGE BEPALINGEN
[naam 1e boek].
" [naam synopsis] "op 19 oktober 2023 bij Overamstel verschijnt. Tevens heeft [gedaagde 2] eind juli 2023 op Facebook aangekondigd, dat zij deel 3
" [naam 3e boek] ''aan het schrijven is en dat zij al een goed beeld heeft van de inhoud daarvan.
[naam synopsis] ”, in strijd handelt met de inhoud, de aard en de strekking van de Vaststellingsovereenkomst door de inhoud van dat boek te baseren op de gezamenlijk met [eiser] bedachte outline van de vijfdelige boekenserie.
Overzicht van de mutaties in het eigen vermogen van 1 januari 2027 t/m 31 december 2018” gestuurd. In dat overzicht staat, voor zover hier van belang, het volgende:
[naam 1e boek]’, het bedrag van € 115.746,00 van [eiser] opgeëist, te betalen binnen een termijn van zes weken.
[naam synopsis]” aan [eiser] zullen worden betaald. [gedaagden] heeft die bevestiging niet gegeven.
3.Het geschil
in conventie
[naam synopsis]” niet mocht baseren op deel 2 van de outline en b) geen deel 3 mag bevatten;
[naam synopsis]”,
[naam synopsis]” en,
[naam synopsis]”
[naam synopsis]”, alsmede deel 3, aan [eiser] te betalen en periodiek - dat wil zeggen: twee keer per jaar - te blijven betalen,
[naam synopsis]”, alsmede deel 3, reeds ontvangen en nog te ontvangen royalty-statements en deze binnen een week na ontvangst in het geheel door te sturen naar [eiser] ,
4.De beoordeling
[naam synopsis]is het vervolg op het boek
[naam 1e boek]. en deel 2 in een (destijds) beoogde vijfdelige boekenserie. Kern van het geschil tussen partijen is de vraag of [gedaagden] hiermee in strijd handelt met de Vaststellingsovereenkomst en met name de vraag hoe in dat kader de woorden “
een vervolg” in artikel 2.5 van de Vaststellingsovereenkomst dienen te worden uitgelegd. Dat artikel bepaalt dat [gedaagde 1] het recht heeft, maar niet de plicht, om
een vervolgte schrijven op het boek
[naam 1e boek].
[naam synopsis]en de verhaallijn daarin afkomstig zijn uit de outline. [eiser] verstaat daarbij onder de outline de documenten
[naam schets](zie 2.5) en
Synopsis: [naam synopsis](zie 2.6) samen. [eiser] stelt dat hij en [gedaagde 2] de outline gezamenlijk hebben geschreven. In de outline staan de verhaallijn, de karakters, het perspectief, het thema, de zijplots, de verwikkelingen en de climax voor het boek
[naam synopsis]en de daaropvolgende boeken in de voor Overamstel te schrijven vijfdelige boekenserie. De outline is daarmee een gemeenschappelijk auteursrechtelijk beschermd werk. Anders dan het auteursrecht op boek 1 is het auteursrecht op de outline niet in de Vaststellingsovereenkomst aan [gedaagden] overgedragen. Dat betekent dat [gedaagden] de outline niet meer mag gebruiken bij het schrijven van een vervolg, zonder toestemming van [eiser] Door dit toch te doen schiet [gedaagden] toerekenbaar tekort in de nakoming van artikel 2.5 van de Vaststellingsovereenkomst. Daarnaast stelt [eiser] dat hij als mede auteursrechthebbende op de outline, recht heeft op 50% van de opbrengst van het boek
[naam synopsis]en het aangekondigde deel 3. Alles aldus [eiser] .
[naam synopsis]” in strijd handelt met artikel 2.5 van de Vastellingsovereenkomst, dan wel dat met het schrijven van dat boek een inbreuk wordt gemaakt op een auteursrecht dat mede aan [eiser] toekomt. [gedaagden] heeft aangevoerd dat de relatie tussen partijen was beëindigd en dat de Vaststellingsovereenkomst daarom tot doel had partijen over en weer te bevrijden van enige vordering op elkaar en dat in de Vaststellingsovereenkomst daarom een verdeling is gemaakt van de aan [bedrijf] toekomende activa. Bij die verdeling zijn de auteursrechten op
[naam 1e boek]inclusief de daarin opgenomen ‘ankeiler’ aan [gedaagde 1] toebedeeld, alsmede is aan [gedaagde 1] in artikel 2.5 het recht verleend om een vervolg op dat boek te schrijven. Verder is in de Vaststellingsovereenkomst ook de Uitgeversovereenkomst aan [gedaagde 1] toebedeeld. Daaruit blijkt dat het de bedoeling van partijen was dat [gedaagde 2] het schrijfproject zou voortzetten en de in de outline neergelegde opzet voor dat vervolg mocht gebruiken. Dat de outline niet in Vaststellingovereenkomst wordt genoemd komt doordat ten tijde van het sluiten van de Vaststellingsovereenkomst de outline door partijen niet als een te verdelen vermogensbestandsdeel werd gezien. Maar gelet op de bedoeling van partijen om de rechten op een vervolg op [gedaagde 2] over te dragen, vallen onder die overgedragen rechten ook de outline, aldus [gedaagden]
[naam synopsis]geen inbreuk op het auteursrecht van [eiser] is gemaakt. De outline is geschreven zonder medewerking van [eiser] . [gedaagden] stelt daarom dat niet [eiser] maar [gedaagde 2] de maker en auteursrechthebbende daarop is. Bovendien stelt [gedaagden] dat voor het vervolg van op
[naam 1e boek] .geen gebruik is gemaakt van de outline uit 2017. [gedaagden] stelt dat er in 2019, zonder overleg met [eiser] , een nieuwe outline voor het tweede boek is opgesteld die met Overamstel is gedeeld. Verder zijn tijdens het schrijfproces veel details in het boek veranderd. Daardoor is meer dan de helft van de oorspronkelijke outline uit 2017 niet teruggekeerd in het boek. Alles aldus [gedaagden]
een vervolg” te schrijven op het boek
[naam 1e boek]. Partijen leggen dat artikel ieder anders uit. De betekenis van een beding in een schriftelijke overeenkomst moet, indien die door partijen verschillend wordt uitgelegd, door de rechter worden uitgelegd aan de hand van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij alle omstandigheden van het geval van belang zijn (de zogenoemde Haviltex-maatstaf).
[naam synopsis]niet in strijd handelt met artikel 2.5 van de Vaststellingsovereenkomst en evenmin inbreuk maakt op enig (mede) aan [eiser] toekomend auteursrecht. Daartoe is het volgende van belang.
[naam 1e boek]overgedragen aan [gedaagde 1] , alsmede de rechten en plichten verbonden aan de door [bedrijf] met Overamstel gesloten Uitgeefovereenkomst. [eiser] heeft in dat verband aangevoerd dat in de eerste versie van de Vaststellingsovereenkomst die op 9 november 2018 was opgesteld was bepaald dat [gedaagde 1] een poging tot beëindiging van de Uitgeefovereenkomst diende te ondernemen, maar die verplichting hebben partijen na advies van een fiscaal deskundige in de op 27 november 2018 ondertekende versie niet laten terugkeren. Een inspanning voor [gedaagde 1] tot beëindiging van de Uitgeefovereenkomst zijn partijen dus uiteindelijk niet overeengekomen, zodat aan hetgeen [eiser] daarover heeft aangevoerd, voor zover relevant, voorbij zal worden gegaan.
[naam 1e boek] .het eerste boek was in die reeks. In artikel 2.5 van de Vaststellingsovereenkomst is aan [gedaagde 1] het recht verleend om een vervolg op
[naam 1e boek]te schrijven. Over de inhoud van dat ‘
vervolg’ bevat de Vaststellingsovereenkomst geen nadere omschrijving, maar in de zogenoemde ‘ankeiler’ in
[naam 1e boek] .stond vermeld dat deel 2 in die reeks de titel
[naam synopsis]zou hebben en is daarin ook reeds een schets gegeven van de hoofdpersonages en van de inhoud op hoofdlijnen van deel 2 (zie 2.7).
[naam 1e boek] .dus al vastgelegd wat de titel, de hoofdpersonages en de hoofdlijnen van het vervolg op
[naam 1e boek] .zouden zijn. Het in artikel 2.3. van de Vaststellingsovereenkomst aan [gedaagde 1] overgedragen auteursrecht op het boek
[naam 1e boek] .omvatte daarmee dus ook de in dat boek in de ‘ankeiler’ opgenomen informatie over deel 2, zoals de titel en de hoofdlijnen van deel 2. Daar komt bij dat niet in geschil is dat zowel
[naam 1e boek] .als de informatie in de ‘ankeiler” waren gebaseerd op de in 2017 geschreven outline en dat die outline was opgesteld ten behoeve van het nakomen van de verplichtingen die voor [bedrijf] volgden uit de Uitgeefovereenkomst. [eiser] heeft ook verklaard dat Overamstel de Uitgeefovereenkomst heeft aangeboden op basis van een door hem aan Overamstel gegeven mondelinge uitleg van deel 1 en de outline inzake de overige 4 delen. Dit ondersteunt voldoende, zoals door [gedaagden] is betoogd, dat de outline niet los kan worden gezien van de
[naam 1e boek] ., de ‘ankeiler’, het aan [gedaagde 1] overgedragen auteursrecht op
[naam 1e boek]. inclusief de ‘ankeiler’ en de door [gedaagde 1] overgenomen verplichtingen op grond van de Uitgeefovereenkomst tot het schrijven van 5 boeken.
[naam 1e boek]”, waaronder de informatie in de ‘ankeiler’, de aan [gedaagde 1] overgedragen Uitgeefovereenkomst en het aan [gedaagde 1] verleende recht om een vervolg op dat boek te schrijven, hebben [eiser] en [gedaagden] de outline bij de verdeling van de activa van [bedrijf] kennelijk beschouwd als onderdeel van het aan [gedaagde 1] overgedragen auteursrecht en de met de Uitgeefovereenkomst overgedragen rechten en daarom niet als een zelfstandige activa genoemd. Indien dit anders was geweest dan had in de rede gelegen, gelet op de uit de outline afkomstige informatie die in de ‘ankeiler’ in
[naam 1e boek]was opgenomen, dat [eiser] in de Vaststellingsovereenkomst had uitgesloten dat ook het door [gedaagde 1] te schrijven ‘
vervolg’ op de outline zou worden gebaseerd. Bij gebreke daarvan mocht [gedaagden] artikel 2.5 van de Vaststellingsovereenkomst redelijkerwijs zo begrijpen dat ook de outline viel onder de aan [gedaagde 1] in de Vaststellingsovereenkomst overgedragen rechten en activa en dat bij het schrijven van ‘
een vervolg’ zonder enige toestemming van [eiser] gebruik mocht worden gemaakt van de outline.
[naam synopsis]heeft [gedaagden] dus niet in strijd gehandeld met artikel 2.5 van de Vaststellingsovereenkomst of een inbreuk gemaakt op een mede aan [eiser] toekomend auteursrecht. [eiser] wordt daarom niet gevolgd in zijn stelling dat voor het verlenen van een licentie aan Overamstel op het boek
[naam synopsis] ,zijn toestemming en medewerking was vereist en evenmin in zijn stelling dat hij recht heeft op 50% van de opbrengst van dat boek.
€ 20.000. Het door [gedaagden] gespecificeerde bedrag aan proceskosten gaat dit bedrag te boven, daarom gaat de rechtbank uit van het maximumbedrag. Op basis van de 50/50-verdeling is dit € 10.000.