In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 maart 2025 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een klaagschrift van een klager tegen bevriezingsbevelen. Het klaagschrift werd op 23 januari 2025 ingediend en betreft bevriezingsbevelen die zijn uitgevaardigd door de officier van justitie te Amsterdam op 11 maart 2021. Deze bevriezingsbevelen waren gericht op cryptocurrency in wallets die aan een bedrijf genaamd Coinbase toebehoorden. Tijdens de zitting op 13 maart 2025 werd duidelijk dat de bevriezingsbevelen niet waren uitgevoerd en dat er geen strafvorderlijk belang meer was, aangezien de officier van justitie bevestigde dat Coinbase niet de houder van de wallets was. De rechtbank oordeelde dat er geen grond was voor het klaagschrift, omdat de bevriezingsbevelen niet meer geldig waren en er geen beslag was gelegd. De rechtbank verklaarde de klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift, wat betekent dat de klager geen recht had om zijn klacht in te dienen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de rechters in aanwezigheid van de griffier.