ECLI:NL:RBAMS:2025:2262
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering beëindiging opschorting termijn van feitelijke overlevering wegens ernstige humanitaire omstandigheden
Op 26 maart 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen. De rechtbank oordeelde dat er nog steeds gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de feitelijke overlevering het leven of de gezondheid van de opgeëiste persoon ernstig in gevaar zou brengen. De opgeëiste persoon, geboren in 1971 in Polen, heeft ernstige gezondheidsklachten, waaronder problemen met zijn blaas, nieren en hart, waarvoor hij in detentie behandeld wordt. De rechtbank had eerder, op 20 februari 2025, de overlevering aan Polen toegestaan, maar op 26 februari 2025 werd de termijn van feitelijke overlevering opgeschort op verzoek van de raadsvrouw van de opgeëiste persoon, vanwege ernstige humanitaire redenen.
De officier van justitie heeft op 26 maart 2025 gevorderd dat de opschorting van de termijn voor de feitelijke overlevering beëindigd zou worden, omdat volgens hem de ernstige humanitaire redenen niet meer zouden bestaan. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gezondheidsproblemen van de opgeëiste persoon nog steeds ernstig zijn en dat het onduidelijk is of hij veilig per vliegtuig vervoerd kan worden. Daarom heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie afgewezen en de opschorting van de termijn voor de feitelijke overlevering gehandhaafd. Tevens heeft de rechtbank besloten om de vrijheidsbeneming van de opgeëiste persoon met 30 dagen te verlengen, zoals vastgelegd in een afzonderlijke beslissing.