Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
vrijdag 2 mei 2025 om 10.00 uurvoor akte uitlating eisende partij over het bepaalde in overwegingen 2.11, 2.13 en 2.14,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 4 april 2025 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Terberg Business Lease Group B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, Terberg Business Lease Group B.V., heeft een vordering ingesteld tot betaling van facturen met een totaalbedrag van € 551,81, die onder andere betrekking hebben op schade aan een geleased voertuig en meer gereden kilometers. De procedure is gestart met een dagvaarding op 10 februari 2023, maar de gedaagde partij is niet verschenen, waardoor verstek is verleend.
De kantonrechter heeft ambtshalve toetsing toegepast op de consumentenrechtelijke aspecten van de leaseovereenkomst, waarbij de informatieplichten van de eisende partij aan de orde zijn gesteld. De rechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tot stand is gekomen via een online bestelproces en dat de eisende partij aan haar informatieplichten heeft voldaan. Echter, de kantonrechter heeft ook geconstateerd dat de eisende partij niet voldoende heeft onderbouwd hoe de schadebedragen zijn vastgesteld en hoe de vordering voor meer gereden kilometers is berekend. De zaak is verwezen naar de rol voor akte uitlating door de eisende partij over deze punten, waarbij de eisende partij ook verplicht is om de akte tijdig aan de gedaagde partij te sturen, zodat deze kan reageren.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat verdere beslissingen worden aangehouden tot de eisende partij haar akte heeft ingediend en de gedaagde partij in de gelegenheid is gesteld om hierop te reageren. De zaak wordt opnieuw behandeld op 2 mei 2025, waar de kantonrechter zal beoordelen of de eisende partij aan de vereisten heeft voldaan en of de vordering kan worden toegewezen.