ECLI:NL:RBAMS:2025:2214

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 maart 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
11437199 \ CV EXPL 24-15498
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot oproeping in vrijwaring in een geschil over onbetaalde facturen tussen stukadoors

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een vordering van [eiser], h.o.d.n. [bedrijf 1] en [bedrijf 2], tegen de besloten vennootschap DE CLUB AMSTERDAM B.V., ook wel Stukadoorsclub genoemd. [eiser] vordert in de hoofdzaak betaling van € 17.876,00 voor onbetaalde facturen, voortvloeiend uit een overeenkomst tot aanneming van werk. De vordering is opgesplitst in twee delen: € 7.646,00 voor openstaande facturen die mogelijk aan [naam] zijn betaald en € 10.230,00 voor overige openstaande facturen. Stukadoorsclub heeft in het incident verzocht om [naam] in vrijwaring op te roepen, omdat zij stelt dat [naam] zich heeft voorgedaan als gevolmachtigde van [eiser] en afspraken heeft gemaakt die [eiser] mogelijk niet binden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat aan de vereisten voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring is voldaan, omdat er een rechtsverhouding bestaat tussen Stukadoorsclub en [naam] die kan leiden tot een verplichting tot vrijwaring. De kantonrechter heeft de incidentele vordering van Stukadoorsclub toegewezen en toegestaan om [naam] in de hoofdzaak in vrijwaring op te roepen. De zaak zal op 25 april 2025 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11437199 \ CV EXPL 24-15498
Vonnis in incident van 28 maart 2025
in de zaak van
[eiser] ,
h.o.d.n. [bedrijf 1] , tevens h.o.d.n. [bedrijf 2] ,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij in de hoofdzaak,
verwerende partij in het incident,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. M. Kartal,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE CLUB AMSTERDAM B.V.,
te Amsterdam,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
eisende partij in het incident,
hierna te noemen: Stukadoorsclub,
gemachtigde: mr. I. van Leusden-Willemse.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 25 november 2024, met producties,
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Stukadoorsclub, met producties,
- de reactie van [eiser] op de incidentele conclusie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
[eiser] en Stukadoorsclub verrichten (onder andere) stukadoorswerkzaamheden.
2.2.
[eiser] vordert in de hoofdzaak (samengevat) dat de kantonrechter Stukadoorsclub veroordeelt tot betaling van in totaal € 17.876,00 voor onbetaalde facturen. [eiser] legt hieraan ten grondslag dat hij en Stukadoorsclub een overeenkomst tot aanneming van werk hebben gesloten en dat hij op grond daarvan recht heeft op betaling.
2.3.
In de periode december 2023 tot en met maart 2024 heeft [naam] aan projecten van Stukadoorsclub gewerkt. Stukadoorsclub heeft [naam] hier meerdere betalingen voor gedaan. In april 2024 heeft [eiser] aan Stukadoorsclub laten weten dat zij nog een aantal facturen moest betalen. Stukadoorsclub heeft zich daarna onder andere op het standpunt gesteld dat een deel van de bedragen is betaald aan [naam] en dat zij die bedragen daarom niet aan [eiser] hoeft te betalen.
2.4.
[eiser] stelt zich in de hoofdzaak op het standpunt dat Stukadoorsclub ten onrechte betalingen aan [naam] heeft gedaan, omdat [eiser] de opdrachtnemer van de betreffende werkzaamheden was. [eiser] heeft zijn vordering opgesplitst in twee bedragen: € 7.646,00 voor openstaande facturen die Stukadoorsclub mogelijk aan [naam] heeft betaald en € 10.230,00 voor overige openstaande facturen.
2.5.
Stukadoorsclub vordert in het incident dat haar wordt toegestaan om [naam] in de hoofdzaak in vrijwaring op te roepen. Zij legt hieraan ten grondslag dat [naam] zich heeft voorgedaan als gevolmachtigde van [eiser] , dat hij afspraken over betaling heeft gemaakt die [eiser] mogelijk niet binden en dat hij hiervoor aansprakelijk kan worden gehouden. Stukadoorsclub stelt daarom dat [naam] haar dient te vrijwaren als in de hoofdzaak wordt geoordeeld dat Stukadoorsclub nog een bedrag aan [eiser] verschuldigd is.
2.6.
[eiser] heeft geen bezwaar tegen toewijzing van de incidentele vordering.

3.De beoordeling

3.1.
Voor toewijzing van een vordering tot oproeping in vrijwaring is vereist dat de gedaagde partij in de hoofdzaak zich beroept op een rechtsverhouding met een derde, die meebrengt dat de derde verplicht is de nadelige gevolgen van een eventuele veroordeling van de gedaagde in de hoofdzaak geheel of gedeeltelijk te dragen.
3.2.
Aan dit criterium is voldaan. Stukadoorsclub heeft voldoende gesteld dat tussen haar en [naam] een rechtsverhouding bestaat die voor [naam] een verplichting tot vrijwaring kan meebrengen. De kantonrechter wijst de incidentele vordering daarom toe.

4.De beslissing

De kantonrechter
in het incident
4.1.
staat Stukadoorsclub toe om [naam] in de hoofdzaak in vrijwaring op te roepen door middel van een dagvaarding tegen de terechtzitting van
25 april 2025,
in de hoofdzaak
4.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
25 april 2025voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Bolkestein en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2025.