ECLI:NL:RBAMS:2025:2212

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 maart 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
757557 / HA RK 24-329
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor in geschil over concurrentiebeding

In deze zaak heeft Bies Groep B.V. een verzoek ingediend voor een voorlopig getuigenverhoor. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van een geschil over de schending van een concurrentiebeding dat is opgenomen in een koopovereenkomst, gesloten op 31 mei 2021. De koopovereenkomst betrof de overname van aandelen van verschillende vennootschappen die zich bezighouden met de productie en verkoop van precisieonderdelen. Bies Groep stelt dat de verkopers, waaronder [verweerder 8], zich niet aan het concurrentiebeding hebben gehouden door concurrerende activiteiten te ontplooien via STS Noord B.V., een vennootschap die is opgericht na de koopovereenkomst. Bies Groep heeft de betrokkenen aansprakelijk gesteld voor de schade die is ontstaan door deze schending.

De rechtbank heeft de procedure in gang gezet door het verzoekschrift en de bijlagen te bestuderen, evenals de beschikking van 28 november 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 februari 2025 hebben de verweerders aanvankelijk aangegeven verweer te willen voeren, maar hebben later geen verweer meer gevoerd tegen het verzoek van Bies Groep.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek voldoet aan de wettelijke vereisten en dat er geen afwijzingsgronden zijn. Daarom heeft de rechtbank besloten het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toe te wijzen. De rechtbank heeft ook bepaald dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Amsterdam en dat de zaak wordt aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen hun verhinderdata door te geven. De beschikking is gegeven door mr. S.P. Pompe en is openbaar uitgesproken op 27 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer / rekestnummer: C/13/757557 / HA RK 24-329
Beschikking van 27 maart 2025
in de zaak van
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
1.
BIES GROEP B.V.,
gevestigd te Marum,
2.
BIES FIJNMECHANICA B.V.,
gevestigd te Heerenveen,
3.
BIES B.V.,
gevestigd te Marum,
4.
KYARA B.V.,
gevestigd te Marum,
5.
METIS B.V.,
gevestigd te Ooststellingwerf,
6.
BIES METAAL B.V.,
gevestigd te Marum,
7.
METAALBEWERKING BIES B.V.,
gevestigd te Marum,
verzoekende partijen,
hierna samen te noemen: Bies Groep,
advocaat: mr. M.J. Elkhuizen,
tegen
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
1.
[verweerder 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
2.
[verweerder 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
3.
[verweerder 3] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
4.
[verweerder 4] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
5.
[verweerder 5] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
6.
STS NOORD B.V.,
gevestigd te Harkema,
7.
[verweerder 7] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
en

8 [verweerder 8] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
9.
[verweerder 9],
wonende te [woonplaats 2] ,
verwerende partijen,
hierna samen te noemen: [verweerders] ,
advocaat: mr. H.J. Meijer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen,
- de beschikking van 28 november 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 27 februari 2025.
1.2.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Deze zaak gaat kort gezegd over het verzoek van Bies Groep om getuigen te horen om meer duidelijkheid te krijgen over schending van een concurrentiebeding in een koopovereenkomst.
2.2.
Deze koopovereenkomst is op 31 mei 2021 gesloten tussen Bies Groep B.V. als koper en (onder andere) [verweerder 1] B.V., [verweerder 2] B.V. en [verweerder 3] B.V. als verkopers. Met de koopovereenkomst heeft Bies Groep B.V. alle aandelen gekocht van verkopers in Bies Fijnmechanica B.V., Bies B.V., Kyara B.V. en Metis B.V. (hierna gezamenlijk: de vennootschap). De vennootschap produceert en verkoopt draai- en freeswerk en zogenaamde precisieonderdelen (halffabricaten).
2.3.
Verzoeksters 2 tot en met 7 zijn dochtermaatschappijen van Bies Groep B.V.
2.4.
[verweerder 8] (hierna: [verweerder 8] ) was ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst (indirect) bestuurder en aandeelhouder van de verkopende vennootschappen. [verweerder 8] is (ook nu nog) (indirect) bestuurder van verweersters 1 tot en met 5.
2.5.
[verweerder 9] (hierna: [verweerder 9] ) is de schoonzoon van [verweerder 8] . [verweerder 9] is bestuurder van [verweerder 7] B.V. en is via die vennootschap bestuurder van STS Noord B.V. Beide vennootschappen zijn opgericht op 11 januari 2022.
2.6.
Op grond van het concurrentiebeding uit de koopovereenkomst zijn verkopers en aan hen gelieerde personen kort gezegd verplicht om zich te onthouden van activiteiten die concurreren met de activiteiten van de vennootschap. Ook is het hen verboden om direct of indirect enig belang te hebben in een onderneming die concurrerende activiteiten uitvoert. Het beding geldt tot en met 31 mei 2031.
2.7.
De vennootschap hield zich voorafgaand aan de koopovereenkomst bezig met de ontwikkeling van de zogenaamde next-level cilinder Level-M-Pro (hierna: de STS producten). Deze producten werden gemaakt voor de klant STS Industries B.V., dat nu na een fusie onderdeel is van E&P Hydraulics B.V. (hierna: E&P). Eind 2022 is deze klant gestopt met het afnemen van STS producten van de vennootschap en is de samenwerking voor verdere productontwikkeling beëindigd.
2.8.
Bies Groep stelt dat de samenwerking rondom de STS producten is geëindigd doordat [verweerder 8] zich bezig is gaan houden met de (door)ontwikkeling van de STS producten vanuit STS Noord en STS Noord hiervoor een overeenkomst is aangegaan met E&P. Bies Groep heeft [verweerder 8] , [verweerder 9] en aan hen verbonden besloten vennootschappen aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van schending van het concurrentiebeding.
2.9.
Bies Groep vraagt de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor te bevelen, zodat zij meer duidelijkheid kan krijgen over de concurrerende activiteiten van STS Noord en over de exacte rol en betrokkenheid hierbij van [verweerder 8] , [verweerder 9] en de aan hen verbonden ondernemingen.
2.10.
[verweerders] hebben, nadat zij aanvankelijk hadden meegedeeld verweer te zullen voeren, geen verweer meer gevoerd tegen het verzoek.

3.De beoordeling

3.1.
Bij de beoordeling van een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor is het uitgangspunt dat de rechter in beginsel een getuigenverhoor beveelt zo vaak een partij dit verzoekt, als de te bewijzen aangeboden feiten zijn betwist, het bewijs daarvan door getuigen is toegelaten en de te bewijzen feiten tot een beslissing in de zaak kunnen leiden (artikel 186 Rv, gelezen in samenhang met artikel 166 Rv). Het voorlopig getuigenverhoor strekt er vooral toe verzoeker de gelegenheid te geven opheldering te verkrijgen over de feiten, zodat hij zijn positie in een eventuele bodemprocedure beter kan beoordelen.
3.2.
Het verzoekschrift moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Die voorwaarden staan in artikel 187 lid 3 Rv en hebben te maken met de inhoud van het verzoekschrift en met het doel van het voorlopig getuigenverhoor. De verzoeker moet duidelijk vermelden waar de zaak globaal om gaat, wat hij vordert of wil vorderen, welke feiten hij wil bewijzen en wie de getuigen zijn. Als een verzoek aan de eisen voor toewijzing voldoet, dan betekent dat niet automatisch dat een voorlopig getuigenverhoor wordt bevolen. Het verzoek kan alsnog worden afgewezen als de verzoeker onvoldoende belang heeft bij het verzoek, als misbruik wordt gemaakt van de bevoegdheid tot het gebruiken van het middel van een voorlopig getuigenverhoor, als het verzoek in strijd is met een goede procesorde of als het verzoek afstuit op een ander zwaarwichtig bezwaar.
3.3.
Het verzoek voldoet aan de vereisten van de wet en er doet zich geen afwijzingsgrond voor. De rechtbank wijst het verzoek daarom toe.
3.4.
Bij het oproepen van de getuigen moet er rekening mee worden gehouden dat het verhoor van een getuige gemiddeld ten minste 60 minuten duurt. De namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, moeten ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank worden opgegeven.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
beveelt een voorlopig getuigenverhoor,
4.2.
benoemt een nog aan te wijzen rechter van deze rechtbank tot rechter-commissaris,
4.3.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Amsterdam aan Parnassusweg 280 op een nader te bepalen zittingsdag,
4.4.
bepaalt dat de zaak wordt aangehouden tot
10 april 2025om partijen in de gelegenheid te stellen hun verhinderdata en die van de op te roepen getuigen voor de maanden
mei tot en met juli 2025door te geven aan de griffier van deze rechtbank (t.a.v. rekestenadministratie van de Afdeling privaatrecht, team Handelszaken), waarna een datum voor verhoor zal worden bepaald,
4.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.P. Pompe en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2025.