ECLI:NL:RBAMS:2025:2167

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
C/13/713418 / HA ZA 22-120
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rolbeslissing inzake benoeming deskundige en eiswijziging in civiele procedure

Op 2 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een rolbeslissing genomen in de civiele procedure met zaaknummer C/13/713418 / HA ZA 22-120. De rechtbank heeft besloten om een nieuwe mondelinge behandeling te plannen, waarbij partijen in de gelegenheid worden gesteld om te spreken over de verschillende mogelijke routes voor het vervolg van de procedure. Dit is noodzakelijk geworden door de gewisselde aktes over de benoeming van een nieuwe deskundige en de eiswijziging. De rechtbank heeft daarbij aangegeven dat het doel van de mondelinge behandeling is om te bespreken wat er gebeurt als de eiswijziging wordt toegestaan of niet.

De rechtbank heeft gedaagden op grond van artikel 22 Rv bevolen om hun stelling dat bepaalde gedaagden alleen lonend kunnen opereren indien zij alle aan eisers toebehorende onverdeelde aandelen in de percelen overnemen, nader te onderbouwen. Dit houdt in dat gedaagden inzicht moeten geven in de financierbaarheid van de overname van de onverdeelde aandelen en welke prijs zij bereid zijn te betalen. De rechtbank heeft ook een termijn gesteld voor het indienen van deze informatie en andere nadere stukken, en heeft aangegeven dat de mondelinge behandeling zal plaatsvinden op een door de rechtbank vast te stellen datum.

De rolbeslissing is openbaar uitgesproken door rechter M. Singeling, bijgestaan door griffier L.J.P.C. Silven. De rechtbank heeft verder aangegeven dat iedere verdere beslissing wordt aangehouden en dat partijen hun verhinderdata voor de maanden juni tot en met september 2025 moeten doorgeven.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/713418 / HA ZA 22-120
Rolbeslissing van 2 april 2025
in de zaak van

1.DE ERFGENAAM VAN [eiser 1]2. [eiser 2] ,

beiden wonende te [woonplaats] , gemeente Hollands Kroon,
eisers,
advocaat: mr. B.J. Mekkelholt te Den Helder.
tegen

1.de heer [gedaagde 1] ,2. de heer [gedaagde 2] ,3. de heer [gedaagde 3] ,4. de heer [gedaagde 4] ,

allen wonende te [woonplaats] , gemeente Hollands Kroon,
gedaagden,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijssens te Den Haag,
5.
DE GEZAMENLIJKE ERFGENAMEN VAN [gedaagde 5],
tot haar overlijden wonende te [woonplaats] , gemeente Hollands Kroon,
gedaagde,
advocaat: mr. M. Bonefaas te Hoorn,
Eisers worden hierna afzonderlijk (de erfgenaam van) [eiser 1] (1) en [eiser 2] (2) [familienaam 2] genoemd.
Gedaagden worden hierna afzonderlijk [gedaagde 1] (1) en [gedaagde 2] (2) [familienaam 1] , [gedaagde 3] (3) en [gedaagde 4] (4) [familienaam 2] en (de erfgenamen van) [gedaagde 5] (5) genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 februari 2025 en de daarin genoemde stukken,
- de akte uitlating deskundige van (de erfgenaam van) [eiser 1] en [eiser 2] [familienaam 2] ,
- de akte uitlating deskundige van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] [familienaam 1] en [gedaagde 3] en [gedaagde 4] [familienaam 2] ,
- de akte uitlating deskundige van (de erfgenamen van) [gedaagde 5] ,
- de akte houdende wijziging van eis van (de erfgenaam van) [eiser 1] en [eiser 2] [familienaam 2] , met producties,
- de akte uitlaten eiswijziging van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] [familienaam 1] en [gedaagde 3] en [gedaagde 4] [familienaam 2] ,
- de akte tot referte van (de erfgenamen van) [gedaagde 5] ten aanzien van de wijziging van eis van (de erfgenaam van) [eiser 1] en [eiser 2] [familienaam 2] ,
- het akte van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] [familienaam 1] en [gedaagde 3] en [gedaagde 4] [familienaam 2] waarin zij zich nogmaals hebben uitgelaten over een nieuw te benoemen deskundige.
1.2.
Daarna is bepaald dat vandaag een rolbeslissing wordt gegeven.

2.De gronden van de beslissing

2.1.
De rechtbank ziet met het oog op de goede procesorde in de recente aktes over de benoeming van een nieuwe deskundige en de eiswijziging aanleiding om een nieuwe mondelinge behandeling te plannen. Doel van de mondelinge behandeling is om met partijen te spreken over de verschillende mogelijke routes voor het vervolg van deze procedure, zowel in de situatie dat de eiswijziging wordt toegestaan als in de situatie dat die niet wordt toegestaan.
2.2.
De rechtbank ziet voorts aanleiding gedaagden op grond van artikel 22 Rv te bevelen hun stelling dat [gedaagde 2] [familienaam 1] en [gedaagde 3] [familienaam 2] hun bedrijven alleen lonend kunnen exploiteren indien zij alle aan eisers toebehorende onverdeelde aandelen in de percelen overnemen nader te onderbouwen aan de hand van bescheiden. Ook zullen gedaagden inzicht moeten geven in de financierbaarheid van de door hen gewenste overname van onverdeelde aandelen in de percelen, dus welke prijs [gedaagde 2] [familienaam 1] en [gedaagde 3] [familienaam 2] in staat zijn voor de percelen te betalen ervan uitgaande dat de voortzetting van hun bedrijven nog juist lonend blijft. Dit laatste was door de rechtbank in het tussenvonnis van 12 februari 2025 ook al overwogen ten behoeve van het onderzoek door de nieuw te benoemen deskundige.
2.3.
De rechtbank verzoekt partijen op de rol van
16 april 2025hun verhinderdata door te geven voor de maanden juni tot en met september 2025. Gedaagde partijen dienen de gevraagde informatie uiterlijk vier weken voorafgaand aan de mondelinge behandeling aan de rechtbank en aan de wederpartijen toe te sturen. Voor het overige geldt, zoals gebruikelijk, dat partijen tot tien kalenderdagen voor de mondelinge behandeling nadere stukken mogen indienen.
2.4.
De rechtbank zal hierna overeenkomstig al het voorgaande beslissen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een mondelinge behandeling en verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, met het in 2.1 omschreven doel, door mr. M. Singeling, in het gerechtsgebouw te Amsterdam, Parnassusweg 280, op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
3.2.
bepaalt dat de partijen dan in persoon aanwezig moeten zijn,
3.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 16 april 2025voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
junitot en met
september 2025, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,
3.4.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen,
3.5.
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de mondelinge behandeling dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
3.6.
wijst partijen er op, dat voor de mondelinge behandeling
180 minutenzal worden uitgetrokken,
3.7.
bepaalt dat de in 2.2 opgevraagde informatie uiterlijk vier weken voor de dag van de mondelinge behandeling door gedaagde partijen aan de rechtbank en de wederpartijen moet zijn toegestuurd,
3.8.
bepaalt voor de indiening van overige nadere stukken dat die door partijen uiterlijk tien kalenderdagen voor de mondelinge behandeling aan de rechtbank en de wederpartij moeten zijn toegestuurd,
3.9.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze rolbeslissing is gegeven door mr. M. Singeling, rechter, bijgestaan door mr. L.J.P.C. Silven, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2025.