ECLI:NL:RBAMS:2025:2072

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 maart 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
13-043880-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf van 7 jaren voor voorbereiden van en poging tot internationale cocaïnehandel, witwassen, afpersing en voorbereiden van een ontploffing teweegbrengen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 maart 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [verdachte], die beschuldigd werd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder de voorbereiding en poging tot internationale cocaïnehandel, witwassen, afpersing en het voorbereiden van een ontploffing. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek naar de verdachte begon op 15 augustus 2022, met de focus op ondergronds bankieren en witwassen. De verdachte werd in verband gebracht met een netwerk dat zich bezighield met de invoer van grote hoeveelheden cocaïne in Nederland. Tijdens het proces zijn verschillende zittingen gehouden, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw hun verweer hebben gevoerd. De rechtbank heeft de bewijsvoering, waaronder chatberichten en getuigenverklaringen, zorgvuldig gewogen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren. De rechtbank heeft daarbij de ernst van de feiten, de impact op de samenleving en de rol van de verdachte in de criminele organisatie meegewogen. De rechtbank heeft ook de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdediging in overweging genomen, maar heeft geconcludeerd dat een lange gevangenisstraf gerechtvaardigd is gezien de aard van de misdrijven.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13-043880-23
Datum uitspraak: 28 maart 2025
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
wonende op het [adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 februari 2025, nadat de zaak (pro forma) was behandeld op de terechtzittingen van 12 januari 2024, 2 april 2024, 28 juni 2024 en 8 oktober 2024. Het onderzoek is gesloten op 28 maart 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A. Kerkhoff, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. D.N. de Jonge, naar voren hebben gebracht.
De zaak is gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de zaak tegen de medeverdachte [medeverdachte 1] (13-103253-23). [1]

2.Inleiding en tenlastelegging

2.1.
Inleiding
Onderzoek Mombassa is gestart op 15 augustus 2022 en was op dat moment gericht op ondergronds bankieren en witwassen door [naam 1] . Naar aanleiding van bevindingen in onderzoek Auckland is zowel vanuit het onderzoek Werl als vanuit het onderzoek Argus informatie gedeeld met het onderzoek Mombassa. Het SkyECC-account waar [naam 1] gebruik van maakte, zit in de dataset van onderzoek Auckland, dat verstrekt is aan onderzoek Mombassa. Het onderzoek richtte zich op het krijgen van inzicht in de relatienetwerken, verblijfplaatsen en reisbewegingen van [naam 1] en het vergaren van bewijs in het onderzoek naar witwassen. Hieruit kwam naar voren dat [naam 1] in contact stond met (vermoedelijk) [verdachte] en ontstond het vermoeden dat [verdachte] zich – samen met anderen, onder wie (vermoedelijk) [medeverdachte 1] – bezighield met het importeren van verdovende middelen, meer specifiek cocaïne. Tijdens onderzoek Mombassa zijn ook andere verdenkingen gerezen tegen [verdachte] , zoals hieronder is weergegeven.
2.2.
Tenlastelegging
[verdachte] wordt – na wijziging van de tenlastelegging op de zittingen van 28 juni 2024 en 28 februari 2025 – kort samengevat beschuldigd van de volgende strafbare feiten:
medeplegen van voorbereiding van het invoeren in Nederland van grote hoeveelheden cocaïne;
medeplegen van poging tot het invoeren in Nederland van hoeveelheden cocaïne;
medeplegen van (gewoonte)witwassen van geldbedragen van € 200.000,- en/of € 300.000,- en/of € 11.015,- en/of luxe horloges;
medeplegen van afpersing van [slachtoffer] ;
medeplegen van voorbereiding van het opzettelijk brandstichten of een ontploffing teweegbrengen.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft verzocht om de aan [verdachte] onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten bewezen te verklaren. De officier van justitie heeft vrijspraak gevraagd ten aanzien van feit 1 van de onderdelen B, F, G en H en ten aanzien van feit 3 van het witwassen van geldbedragen van € 200.000,- en € 300.000,-.
4.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van alle aan [verdachte] tenlastegelegde feiten. Zij heeft daartoe, kort samengevat, het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van feit 1 is er ofwel geen bewijs dat de communicatie concreet genoeg is geworden om als voorbereidingshandelingen te kwalificeren, ofwel heeft [verdachte] geen enkele betrokkenheid bij die communicatie, ofwel is er geen bewijs voor een rol van [verdachte] die voldoende is om als medeplegen van het voorbereiden van feiten als bedoeld in artikel 10, lid 4 en/of 5, van de Opiumwet te kwalificeren.
Voor wat betreft feit 2 geldt het volgende. [verdachte] ontkent niet dat hij wist dat er een transport cocaïne naar Valencia onderweg was, maar hij heeft duidelijk verklaard te hebben beslist dat hij zich hiermee niet ging bemoeien, hij vond dit het risico niet waard. Zijn zichtbare gebrek aan betrokkenheid in de chats die volgen duidt daar ook op. Er was geen 75 kilo (mede) voor hem bestemd. Dat er daarna met hem wordt gecommuniceerd over wat er mogelijk gebeurd is, maakt niet dat [verdachte] ook betrokken was bij dit transport en een deel voor hem bestemd was. Een samenhang met eerdere communicatie en (een) betaling(en) aan [naam 2] kan niet worden vastgesteld, de betrokkenheid van [verdachte] als medepleger bij dit feitencomplex evenmin. Reeds om die reden moet een vrijspraak volgen van feit 2. Voor een bewezenverklaring van de primair tenlastegelegde poging tot invoer in Nederland moet sprake zijn van een begin van uitvoering en daarvan is geen sprake, omdat de partij is onderschept in Valencia. [medeverdachte 2] , medeverdachte in deze zaak, is in zijn strafzaak ten aanzien van ditzelfde feitencomplex vrijgesproken van voorbereidingshandelingen gericht op het binnen het grondgebied brengen, omdat concrete informatie over invoer in Nederland ontbrak. Dat is in de onderhavige zaak niet anders. Gelet op het voorgaande kan [verdachte] ook niet als medepleger worden veroordeeld voor het onder 2 subsidiair tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 3 betwist [verdachte] dat het geldbedrag van in totaal € 11.015,- afkomstig is uit criminele activiteiten. Hij heeft hierover verklaard dat over een langere periode kleinere bedragen op zijn rekening zijn gestort. Het gaat hierbij om bedragen die niet zonder meer een witwasvermoeden rechtvaardigen. Er zit ook zeker niet een duidelijke consistentie in waar het vermoeden op gebaseerd zou kunnen worden dat de vriendin van [verdachte] hem voorziet in girale inkomsten en dat daar steeds uit misdrijf afkomstige contante stortingen aan vooraf zijn gegaan, of dat die rekeningtransacties nadien op die manier weer worden terugbetaald. Niet kan worden gezegd dat op basis van de door het Openbaar Ministerie aangeleverde feiten en omstandigheden het niet anders kan zijn dan dat dit geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is en dat daarover een verdere verklaring van [verdachte] had mogen worden verwacht.
Ten aanzien van feit 4 geldt dat niet kan worden bewezen dat [verdachte] geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] of dat hij aanwezig is geweest bij het plegen van geweld. Van de overige ontmoetingen en gedane uitlatingen – duidelijk gepleegd door anderen dan [verdachte] – is niet eenduidig vast te stellen dat hij daarmee instemde, deze wijze van druk uitoefenen ook wilde en dit heeft geleid tot het doen van betalingen door [slachtoffer] .
Ten aanzien van feit 5 is de communicatie die in het dossier wordt beschreven niet volledig en ontbreekt daarin veel context. Daaruit blijkt in ieder geval niet zo eenduidig dat er ten aanzien van [slachtoffer] een ontploffing/explosie op handen was en dat [verdachte] daar als opdrachtgever of anderszins als medepleger bij betrokken was. Ook volgt hieruit niet de relatie met de goederen die uiteindelijk bij [naam 3] zijn aangetroffen en evenmin dat [verdachte] die – in nauwe en bewuste samenwerking – ter voorbereiding voorhanden heeft gehad.
4.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt het aan [verdachte] onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde bewezen en overweegt hierover als volgt. [2]
4.3.1.
Ten aanzien van feit 1 en feit 2 primair
Het bewijs bestaat in deze zaak voornamelijk uit chatberichten die zijn verstuurd en ontvangen door de gebruikers van SkyECC. Om die reden moet, alvorens de vraag kan worden beantwoord of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, worden bezien of hij kan worden geïdentificeerd als de gebruiker van de aan hem toegeschreven accounts. Deze vraag wordt door de rechtbank, gelet op het onderstaande, bevestigend beantwoord.
Identificatie van de Sky-ID’s [accountnaam 1] , [accountnaam 2] en [accountnaam 3]
[verdachte] is door de politie geïdentificeerd als de gebruiker van de SkyECC-accounts [accountnaam 1] , [accountnaam 2] en [accountnaam 3] op basis van feiten en omstandigheden genoemd in de processen-verbaal van identificatie. [3] [4] Verdachte heeft hier ter zitting over verklaard dat hij niet uitsluit dat hij inderdaad de gebruiker van deze accounts was. De rechtbank vindt het voorgaande voldoende om vast te stellen dat [verdachte] de gebruiker van de Sky-ID’s [accountnaam 1] , [accountnaam 2] en [accountnaam 3] is geweest.
De rechtbank heeft bij vonnis van heden in de zaak van [medeverdachte 1] vastgesteld dat [medeverdachte 1] in de tenlastegelegde periode gebruiker was van de Sky-ID’s [accountnaam 4] , [accountnaam 5] , [accountnaam 6] en [accountnaam 7] , waarmee [verdachte] heeft gecommuniceerd.
Feit 1 – medeplegen voorbereidingshandelingen invoer cocaïne
De rechtbank stelt voorop dat het voorbereiden van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 leden 4 en 5 van de Opiumwet zelfstandig is strafbaar gesteld. Voor de verwezenlijking van dat delict is niet vereist dat van de handelingen al bekend is ter voorbereiding van welk concreet misdrijf zij dienen. Evenmin is voor verwezenlijking van dat delict vereist dat dit ook leidt tot de uitvoering van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 leden 4 en 5 van de Opiumwet.
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat niet bewezen kan worden dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het bij de onderdelen B, F, G en H tenlastegelegde. [verdachte] zal van die onderdelen worden vrijgesproken.
De rechtbank gaat, voor wat betreft de onderdelen A, C, D en E op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Onderdeel A
De gebruiker van het Sky-ID [accountnaam 2] , [verdachte] , met gebruikersnaam [gebruikersnaam] , had via SkyECC contact met andere SkyECC-gebruikers. Deze chatberichten zijn onderzocht.
Het account met Sky-ID [accountnaam 2] is op 28 september 2020 te 14:48:39 uur (UTC+2) in gebruik genomen. Van het Sky-ID [accountnaam 2] zijn chats leesbaar vanaf 28 september 2020 te 14:48:39 uur (UTC+2) tot en met 2 februari 2021 te 12:59:46 (UTC+1). [5]
In de chatgroep [chatgroep 1] zijn door de deelnemers van deze chatgroep – [verdachte] ( [accountnaam 2] ), [medeverdachte 1] ( [accountnaam 6] ) en ' [naam 4] ' ( [accountnaam 8] ) – onder andere de volgende berichten verstuurd.
Op 7 oktober 2020:
[naam 4] : Al wil je met 100 beginnen doen wij ook 100.
[medeverdachte 1] : Jullie zetten zelfde.
[naam 4] : Ja.
[medeverdachte 1] : Hebben jullie wel genoeg food liggen?
[naam 4] : Ja. Eigen spullen van hier gaat maar daar dus orgieneel collo.
[naam 4] stuurt ook twee foto’s van witte blokken met daarop logo’s. [6]
Op 8 oktober 2020:
[verdachte] aan [medeverdachte 1] : [naam 4] .. klinkt/heeft serieuze partij. [7]
Op 9 oktober 2020:
[naam 4] : Vriend, wat gaan we doen? Ik kan nu schakelen als jullie willen, ik heb ook voor nu al klaar staan vanaf pana, geef me de liner en op welke ik moet zetten, met deze kan je ook meedoen je mag me betalen als op water is! maar ik ga niet meer lang wachten ben klaar hier en wil ook wel weer eens naar huis toe.
[verdachte] : Goedenavond, ga morgen vragen voor [naam 5] . Pana is goed om te werken! Vanaf welke port kan je zetten?
[naam 4] : Ook vanaf pana kan ik al weg sturen binnen een week. Welke je wil geef mij de liner en welk bedrijf ik zet!!
[verdachte] : Klopt, zit Braz pik. Sao Pie. Oké super. Ik ga overleggen.
[naam 4] : Ligt klaar nu! Zoals ik al zei werk hier met goede groep en gunnen mij veel. Met pana mag betaald worden op water.
[verdachte] : Dus je kan Cristobal, Manzanillo, Balboa etc.?
[naam 4] : Alleen % nodig en wat je mee wil doen. Ja allemaal.
[verdachte] : Prijs spul + opzet?
[naam 4] : Als de eerste niet lukt dan de volgende plaats enz.
[verdachte] : Wat is jou prijs?
[naam 4] : Geef ik je als je dit kan ok [alias 1] . Wil dit graag morgen weten als dat lukt. Heb net vergadering gehad hier.
[verdachte] : Wij kunnen! Ik ga erachteraan. Je hoort morgen van me. % deur hoor je morgen. Even overleggen wat beste is op dit moment. Antw/Rott/Val. Oke, ik ga [naam 6] melden. Hier laat nu maar hij kan morgen met de mensen zitten daar. Als jij goed zet en bak goed vertrekt is voor ons dan peace of cake. Kan je gaan slapen en we take care of the business. [8]
In de chatgroep [chatgroep 2] , met de deelnemers [verdachte] ( [accountnaam 2] ), [medeverdachte 1] ( [accountnaam 6] ) en ' [naam 4] ' ( [accountnaam 8] ), zijn onder andere de volgende berichten verstuurd.
Op 9 oktober 2020:
[medeverdachte 1] : Goedemiddag, niet teveel harde informatie doorspelen of praten. Ik hoorde dat jullie Pan per direct kunnen starten. Ik heb naam en alle info voor je. Maar kan niet zo geven en we moeten eerst verdeling en voorwaarden afspreken. Zodra overeen kan je per direct shooten. Jullie hebben food klaarliggen neem ik aan.
Op 23 oktober 2020:
[naam 4] stuurt een foto: Is een foto van food met de krant van daar, maar datum is bijna niet te zien, maar geloof me het ligt er! Alles is dit merk, er liggen er 300 maar laten we gewoon 100 100 doen. Is top food‚ geen shit.
[medeverdachte 1] : Hoi [naam 4] welkom terug. Kunnen we in Pan afspreken? Of kan mijn man daar alles zien? Ik kom zelf alleen als je 100% zeker bent. Daarom wou ik dat mijn man daar zag wat er ligt en ik hier pap kan geven voor Pan. Dan kom ik gelijk en doen we Per.
[naam 4] : [naam 6] , het zou het beste zijn als maar Medellín komt! er zijn vluchten vanaf Madrid naar hier, is maar een idee, zie de zoon morgen. Epicentrum ligt hier snap je.
[medeverdachte 1] : Zal kijken of ik via daar kom. Het wordt beter als doos zwemt en goed aankomt. [9]
In de chatgroep [chatgroep 3] , met de deelnemers [verdachte] ( [accountnaam 2] ), [medeverdachte 1] ( [accountnaam 6] ) en ' [naam 4] ' ( [accountnaam 8] ), zijn onder andere de volgende berichten verstuurd.
Op 28 oktober 2020:
[medeverdachte 1] : Naar Ant.
[naam 4] stuurt een foto van een grote hoeveelheid blokken.
[naam 4] : Ja alles is ant. Jij hoeft me alleen die boxnr te geven en klaar. Zeg me welke je wil doen want [bedrijf 1] is volgende week dinsdag en cma is donderdag.
[medeverdachte 1] : Je hoeft niet naar P om te zien toch ?
[naam 4] : Wat is het droog of nat?
[medeverdachte 1] : Droog.
[naam 4] : Nee ik heb het gezien!
[medeverdachte 1] : Wat voor zekerheid krijgen wij dan?
[naam 4] : Ik stuur je de foto ook nog met [naam 4] en datum erop.
[naam 4] stuurt een foto met daarop geschreven: “ [naam 4] 300 29 oct 9:37 am”. [10]
Op 30 oktober 2020:
[medeverdachte 1] : - ik ga volgende punten met [naam 7] bespreken
+ kennismaken
+ verantwoordelijkheid pap
+ info boxen doornemen
+ locatie is waar ik jullie kan traceren
+ pap afgeven locatie. [11]
Onderdeel C
Tussen 6 januari 2020 en 25 januari 2020 hebben gesprekken plaatsgevonden in de chatgroep [chatgroep 4] door de deelnemers [verdachte] ( [accountnaam 1] ), [naam 2] ( [accountnaam 9] ) en [medeverdachte 1] ( [accountnaam 7] ). Uit deze gesprekken, gevoerd in de Engelse taal en vertaald naar het Nederlands, blijkt het volgende.
[verdachte] neemt op 6 januari 2020 contact op met [naam 2] . Hij geeft aan dat hij het nummer van [naam 2] heeft gekregen van “ [naam 8] ” en gehoord heeft dat diegene sterke mensen heeft in port Balboa en dat hij daar sterke mensen nodig heeft. Hij wil samenwerken. [naam 2] schrijft dat hij al uitgelegd heeft dat hij daar controle heeft en dat ze kunnen werken. Hierop komt [medeverdachte 1] online. [naam 2] legt uit dat hij in de haven van Balboa mensen binnen heeft en als het door “the Panama” gaat, hij kan werken. [medeverdachte 1] wil weten of hij op dit moment “Food” heeft.
[naam 2] schrijft dat hij nu niets heeft maar er wel aan kan komen. Hij wil weten over hoeveel het gaat. [naam 2] geeft aan dat zijn “crew” alles kan doen binnen Balboa en schrijft hierna dat hij werkt voor [bedrijf 1] en [bedrijf 2] . Hij wacht op hen in Panama.
[verdachte] wil graag eerst bewijs zien dat [naam 2] “food” heeft. Hij wil graag een foto met daarbij de krant van die dag. [medeverdachte 1] wil graag weten of het hem zal lukken om 300 te plaatsen. [naam 2] geeft aan dat hij 250 kan plaatsen. [verdachte] schrijft dat hij die 250 dan moet halen en aan hen moet laten zien, dan kunnen ze werken. Daarna zullen ze iemand naar hem toe laten komen. [naam 2] herhaalt nog een keer dat hij met hen praat omdat hij samenwerkt met [naam 9] en geeft aan dat hij daar nu samen is met [naam 8] . [naam 8] stuurt een aantal voicemailberichten waarin hij aangeeft dat ze met elkaar in persoon moeten praten. Ze kunnen dan doorspreken wat zijn man kan doen. Ze kunnen ontmoeten in Panama of Colombia, ze kunnen daar dan laten zien hoe sterk ze zijn, ze kunnen leveren aan Amsterdam, Rotterdam, wat ze willen. [12]
Op 10 januari 2020 vraagt [medeverdachte 1] of er gewerkt kan worden in de ogen ('on the eyes'). [13]
[naam 2] schrijft dat hij op de ogen kan werken maar dat hier maar weinig plek is, daar past maar ongeveer 50 in. [medeverdachte 1] vraagt [naam 2] naar een containernummer of een manifest die vanuit daar naar Antwerpen of Rotterdam gaat. [medeverdachte 1] stuurt direct hierop twee afbeeldingen
waarop een container met nummer [containernummer] te zien is en een manifest van 4 oktober 2019 met hetzelfde containernummer. [medeverdachte 1] vraagt of [naam 2] dezelfde informatie vanaf zijn kant kan sturen. [naam 2] zegt navraag te gaan doen en stuurt hierna drie afbeeldingen waarop zeecontainers, een vrachtschip en een aantal pakketten te zien zijn met daarop een krant. Door [verdachte] was aan [naam 2] op 8 januari 2020 bewijs gevraagd dat hij de beschikking heeft over “food”. [verdachte] verzoekt dan “food” met daarop een krant. [verdachte] stuurt hierna een afbeelding waarop het koelgedeelte van een koelcontainer te zien is. Op de afbeelding is met rode pijlen aangegeven wat de verstopplek moet zijn. Op de foto is een witte tekst aangebracht waarop staat “totaal 30 stuks”. [naam 2] spreekt een audiobericht in waarin hij zegt dat hij ermee aan de slag gaat, maar verzoekt wel een telefoon waarin ze alleen met elkaar in contact staan, mochten ze in de toekomst samen gaan werken. [14]
Onderdeel D
Op 14 juli 2020 stuurt [verdachte] ( [accountnaam 1] ) berichten naar de gebruiker van Sky-ID [accountnaam 10] , waaruit blijkt dat [verdachte] , die op dat moment in Spanje is, de beschikking heeft over verdovende middelen. [verdachte] biedt op 17 juli 2020 deze partij aan door een foto van een wit blok te sturen met daarop een stempel van het logo van het merk [merknaam 1] . Op 22 juli 2020 schrijft [verdachte] : “Hello mate. How’s life? 32”, waarmee de kiloprijs wordt bedoeld. [15]
Op 17 juli 2020 stuurt [verdachte] ( [accountnaam 1] ) naar de gebruiker van het Sky-ID [accountnaam 11] dezelfde afbeelding met daarop een opengesneden blok cocaïne met een stempel van het logo van het merk [merknaam 1] . [verdachte] schrijft: “Hoeveel stuk kan je aan?”. [16]
Tussen 18 juli 2020 en 19 juli 2020 worden in de chatgroep [chatgroep 5] door de deelnemers [verdachte] ( [accountnaam 1] ) en de gebruiker van Sky-ID [accountnaam 12] onder andere de volgende berichten verstuurd.
[accountnaam 12] : Je hebt top orgi colo heb ik begrepen.
[verdachte] : Ja, kan je bewegen?
[accountnaam 12] : Welke prijs reken je op aantallen [alias 1] ?
[verdachte] : Hoeveel kan je in 1x wegdoen?
[accountnaam 12] : [alias 2] kan alle 300 doen. Moet prijs weten op aantallen. Ik krijg die op 30 [alias 2] . [17]
Onderdeel E
Op 14 oktober 2020 zijn berichten uitgewisseld tussen [verdachte] ( [accountnaam 2] ) en [medeverdachte 1] ( [accountnaam 6] ), waaruit blijkt dat [verdachte] een ontmoeting heeft met ene “ [naam 10] ”. Het telefoontoestel van [verdachte] bevond zich tijdens het versturen van deze berichten op 14 oktober 2020 in Brazilië en maakte gebruik van de Cell-ID’s in Brazilië tot 8 november 2020.
Na de ontmoeting stuurt [verdachte] een aantal berichten en afbeeldingen. [verdachte] schrijft vervolgens in een notitie die hij stuurt naar [medeverdachte 1] : “Heeft nu liggen hier 1800 st boli stempel [stempelnaam 1] . En 350 st col prijs 5500 stempel [stempelnaam 2] top. [naam 10] zijn eigen spullen duurt max 2 weken voordat hier is. Spul moet betaald worden en opzet na vertrek!”.
[verdachte] schrijft: “Zijn foto’s van video. Is tas met [stempelnaam 2] spul met datum van 13-10. Kan morgen zien als nodig is. Als pap eenmaal hier is, kunnen we per direct starten. Liefst van Forta/Salva beide 9 dgn naar V. Specialiteit is koel, maar als wij droog aangeven geen probl. Garanties bespreken met Vader [naam 10] . Onderstaand foto’s spul van video. Deze gaan op transport vanaf Bol hierheen. Is van [naam 10] /vader [stempelnaam 3] .” [18]
Op 17 oktober 2020 worden de volgende berichten uitgewisseld tussen [verdachte] ( [accountnaam 2] ) en [medeverdachte 1] ( [accountnaam 6] ).
[medeverdachte 1] : neef wil kleiner beginnen omdat hij garant moet staan.
[verdachte] : 200?
[medeverdachte 1] : Hij zegt begin met 150 75/75. Opzet 2k.
[medeverdachte 1] : Hoe is gesprek met [naam 10] .
[verdachte] : Goed. We zijn al tijdje samen.
[medeverdachte 1] : Wat gaan we doen ?
[verdachte] : Hij gaat zijn best doen om min 150 bespreekbaar te maken. Normaliter werkt sterke man Forta hoge volumes. Vanaf 700!
[medeverdachte 1] : Zeg de man is 10 dagen laten we ijs breken en dan groot gaan. Is een goede groep. Neef zegt zijn serieus.
[verdachte] : Zijn sterk!! Werken met federale en director of the harbour my friend. Forta hebben ze goed. Als ik het nodig vind en we hebben akkoord mag ik de mensen en alles daar zien.
Op 20 oktober 2020 schrijft [medeverdachte 1] dat de neef een akkoord heeft met pa (de vader van [naam 10] ). [verdachte] vraagt of het nu dus zeker is dat de 150 akkoord is. Hij gaat [naam 10] dan zien, hij doet namelijk de besprekingen omdat de vader een man van weinig woorden is. [medeverdachte 1] bevestigt dat er een akkoord is maar dat ze geen “pap” gaan geven zonder dat ze iets hebben gezien. [verdachte] geeft aan dat ze niets betalen als ze niets hebben gezien, dat vooruit betalen niet de afspraak was voordat hij naar Sao Paulo was gekomen. [verdachte] schrijft dat ze garant staan, want de neef van zijn partner ( [medeverdachte 1] ) zit in Suriname samen met de vader (van [naam 10] ) en die heeft daar een zaak en woningen. Ze zullen het geld leveren in Holland op de afgesproken plek en [verdachte] is zelf aanwezig om ‘het’ te zien. [19]
Conclusie
Gelet op de inhoud van de door onder anderen [verdachte] gevoerde chatgesprekken die hierboven zijn weergegeven, zijn die ten aanzien van de onderdelen A, C, D en E te kwalificeren als voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a Opiumwet. Hoewel het voeren van gesprekken over drugs met een oriënterend karakter nog geen bewijs oplevert voor strafbare voorbereiding, gaan deze gesprekken verder dan dat. In de gesprekken wordt onmiskenbaar gesproken over de invoer van cocaïne en/of het vervoer daarvan. Het uitwisselen van informatie/inlichtingen en het spreken over de mogelijkheden ten aanzien van de invoer en het vervoer van cocaïne vindt de rechtbank in dit geval ook (telkens) voldoende concreet. Bij dit oordeel is meegenomen dat het een feit van algemene bekendheid is dat de cocaïne in Europa veelal uit landen in Zuid-Amerika afkomstig is.
Uit de gesprekken blijkt dat er ook daadwerkelijk wordt afgereisd naar andere landen en dat er foto’s worden verstuurd van ogenschijnlijk pakketten cocaïne. Bovendien wordt er niet alleen kennis en informatie uitgewisseld over de cocaïne, de hoeveelheid en prijs ervan, maar ook over locaties en rederijen voor het vervoeren en betalen daarvan, en zijn ook kosten gemaakt, pgp-telefoons aangeschaft en chatgroepen aangemaakt. Dit is naar het oordeel van de rechtbank meer dan alleen oriënterend en valt in de sfeer van onderhandelen. Daarom kan in juridische zin worden gesproken van strafbare voorbereidingshandelingen.
Gelet op de inhoud van de gesprekken is bij onderdelen A, C en E sprake van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en de verschillende gesprekspartners, onder wie [medeverdachte 1] , dat sprake is van medeplegen. Dit geldt niet voor onderdeel D.
De verklaring van [verdachte] , dat hij niet de intentie had om te handelen in cocaïne en dat hij slechts een inkijk wilde in die wereld, mede door wat zijn neef is overkomen, acht de rechtbank volstrekt onaannemelijk. Nergens blijkt uit dat [verdachte] daadwerkelijk onderzoek heeft gedaan naar wat zijn neef is overkomen en ook de gevoerde communicatie geeft daar geen blijk van. Bovendien is de neef van [verdachte] in 2016 geliquideerd en hebben de betreffende gesprekken en handelingen pas jaren daarna plaatsgevonden. Het is ten slotte evenmin aannemelijk dat [verdachte] het risico zou hebben willen lopen om zich binnen deze wereld gedurende een lange periode ten onrechte voor te doen als een geïnteresseerde koper en daarbij deels ter plaatse op deze wijze concreet te onderhandelen over drugstransporten. Dit gaat immers niet alleen gepaard met kosten maar schept ook verwachtingen bij derden die vervolgens niet waargemaakt worden. Deze verklaring van [verdachte] biedt daarom geen aanleiding om anders te concluderen.
Feit 2 primair – medeplegen poging tot invoer cocaïne
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Op 20 februari 2021 maakt de gebruiker van Sky-ID [accountnaam 13] chatgroep [chatgroep 6] aan, met de deelnemers [medeverdachte 1] ( [accountnaam 5] ), [verdachte] ( [accountnaam 3] ), “ [naam 11] ” ( [accountnaam 14] ), “ [naam 12] ” ( [accountnaam 13] ) en de gebruiker van Sky-ID [accountnaam 15] .
[medeverdachte 1] vraagt [naam 12] of ze naast een video ook een duidelijke foto hebben van voor het vertrek, van “hoe ze het werk hebben gedaan”. [naam 12] schrijft dat de spullen er 100% in zitten. [medeverdachte 1] schrijft hierop dat hij geen doosnummer hoeft te zien maar alleen hoe het werk is gedaan. Uit berichten in het chatgesprek tussen [naam 11] en [naam 12] blijkt dat de video waarop te zien is hoe de cocaïne wordt verstopt in de zakken suiker in bezit was van de gebruiker met de naam [naam 11] . Deze video en afbeeldingen van de video worden door [naam 11] doorgestuurd naar [naam 12] , die hierop aan [medeverdachte 1] bevestigd dat de spullen er 100% in zitten. [20]
[verdachte] geeft aan dat hij de locatie doorgestuurd wil krijgen in Rotterdam. [naam 11] stuurt een afbeelding met locatie [adres 2] , waar het [ziekenhuis] is gevestigd. [naam 11] schrijft op 21 februari 2021 “tot straks” en stuurt een afbeelding van een beeld dat bij het [ziekenhuis] staat. Na de ontmoeting die gelet op de berichten heeft plaatsgevonden, schrijft [naam 11] dat hij positief is en hoopt dat hij morgen blij wordt gemaakt. [medeverdachte 1] schrijft dat hij ook positief is maar wel realistisch.
[naam 12] stuurt op 21 februari 2021 dat er een laatste video is gestuurd en dat duidelijk is te zien waar de tassen zijn. [verdachte] vraagt hierop of de video doorgestuurd kan worden naar [naam 11] . [naam 12] stuurt dat [naam 11] alle video's al heeft. [naam 12] stuurt een aantal afbeeldingen met daarop conversaties met “de [nationaliteit] ” op een telefoon: “het is 8 keer 4. 6, 7 row in het midden. Er wordt verzocht om een foto met aanwijzing waar het ligt met vinger”. “afbeelding van suikerbalen.” “The base bags is sugar second upwards 3 section 4x3 r gears.” “has 8x4 the sugar. it second n third last row, middle 2 second.”
[verdachte] schrijft als reactie op deze afbeeldingen “bedankt”. [21]
Op 22 februari 2021 wordt door [naam 12] de nieuwe chatgroep [chatgroep 7] aangemaakt, met daarin [medeverdachte 1] ( [accountnaam 5] ), [verdachte] ( [accountnaam 3] ), [naam 12] ( [accountnaam 13] ) en [naam 11] ( [accountnaam 14] ). [medeverdachte 1] geeft in de chatgroep aan in VL (Valencia) te zijn. Uit de APN-data blijkt dat het Sky-ID [accountnaam 5] op 2 februari 2021 Cell-ID’s gebruikte in Spanje. Aangezien in deze chatgroep niet door iedereen alle berichten gelezen kunnen worden, wordt op 2 maart 2021 weer een nieuwe chatgroep, [chatgroep 8] , aangemaakt. [22]
Op 1 maart 2021 geeft [verdachte] ( [accountnaam 3] ) aan de gebruiker van Sky-ID [accountnaam 16] , geïdentificeerd als [medeverdachte 2] , door dat iemand de volgende dag daar is en hem rond 11:30 uur op komt halen. Uit de berichten van [medeverdachte 1] blijkt dat hij [verdachte] vraagt dit door te geven en [medeverdachte 2] en [verdachte] een afspraak laat maken met [naam 13] , de neef van [naam 2] die werkzaam is in de haven van Valencia.
Op 8 maart 2021, de dag dat de partij cocaïne in beslag genomen wordt, vraagt [verdachte] aan
[medeverdachte 2] of ze ok zijn, dat wordt bevestigd door [medeverdachte 2] . [23]
Uit berichten verstuurd door [medeverdachte 1] ( [accountnaam 5] en [accountnaam 7] ) blijkt dat op het moment dat de boot, waarop de verdovende middelen aanwezig zijn, aanmeert in Valencia op 5 maart 2021, [medeverdachte 1] ter plaatse aanwezig is samen met een persoon die hij “ [naam 13] ” noemt. [naam 13] , de neef van [naam 2] in Valencia die eerder gebruik maakte van Sky-ID [accountnaam 17] , is de gebruiker van het Sky-ID [accountnaam 18] .
Uit de berichten blijkt dat het niet mogelijk is de cocaïne dezelfde dag van boord te halen omdat het niet mogelijk is met een vervoermiddel het haventerrein op te komen. De cocaïne kan pas op maandag 8 maart 2021 uitgehaald worden.
Uit de berichten blijkt dat [medeverdachte 1] een voorschot wil betalen van 50 duizend euro, maar dat wil [naam 13] niet. [naam 13] heeft liever dat er iemand die samenwerkt met [medeverdachte 1] meegaat naar binnen tijdens de uithaalactie. [medeverdachte 1] zegt dat dit geen probleem is en dat hij iemand mee gaat sturen als “getuige”. Deze getuige zal voor hem tijdens het uithalen alles in de gaten houden en deze getuige is de garantie wanneer er geen verdovende middelen worden aangetroffen. Hij zal dit als eerste zien en ook zal hij, terwijl hij naar binnen gaat, foto’s maken en filmen. [naam 13] schrijft dat zijn mensen de klus hebben geaccepteerd onder de voorwaarden gesteld door [medeverdachte 1] .
Uit de berichten blijkt dat [medeverdachte 1] en [verdachte] 75 kilo voor zichzelf meesturen met een grotere partij die niet voor hen bestemd is, zij mogen een zogenaamde lege plek invullen. [medeverdachte 1] schrijft dat als de doos leeg is, er direct 235K betaald moet worden ter compensatie, waarop de gebruiker van Sky-ID [accountnaam 13] schrijft dat [medeverdachte 1] zich niet druk moet maken over deze
topic want het spul zit erin.
Op 5 maart 2021 is [medeverdachte 1] kennelijk ter plaatse aanwezig op het haventerrein waar de boot aanmeert en is het niet mogelijk de cocaïne direct uit te halen. Dit moet wachten tot na het weekend. Op maandagochtend zullen drie personen de uithaal doen waaronder “de getuige” van [medeverdachte 1] . Op 8 maart 2021 blijkt de uithaal niet gelukt is en hoort [medeverdachte 1] dat zijn “getuige/ het oog” is opgepakt. [medeverdachte 1] gaat vervolgens uitzoeken wat er precies is gebeurd en schrijft hierover berichten met meerdere andere Sky-ECC gebruikers. [24]
[medeverdachte 1] ( [accountnaam 5] ) heeft [verdachte] ( [accountnaam 3] ) tussen 6 januari 2021 en 9 maart 2021 berichten gestuurd, waaruit het volgende blijkt.
[medeverdachte 1] vraagt [verdachte] op 17 februari 2021 te ontmoeten met de jongen die uit Val komt.
Op 20 februari 2021 schrijft [medeverdachte 1] dat [verdachte] de volgende dag beelden gaat zien met nummer van de doos. Ze kunnen 42 doen, kleine gaat hem namen sturen 42.
[medeverdachte 1] schrijft dat ze starten met 150 als zij ook mee zetten maar dat krijgt [verdachte] later in
de mail.
Op 1 maart 2021 schrijft [medeverdachte 1] dat hij morgen antwoord krijgt over RT. [verdachte] moet
tegen “ [letter 1] ” zeggen dat hij de volgende dag daar is en hem om 11:30 uur ophaalt. [letter 1] moet de volgende dag een afspraak met [naam 13] maken om 13:00 uur.
Op 2 maart 2021 schrijft [medeverdachte 1] dat hij akkoord heeft (voor) [bedrijf 3] en dat zij 75 doen. De uithaal kost 22,5% omdat het weinig is, normaal kan er alleen boven de 400 worden verstuurd. [medeverdachte 1] schrijft dat ze de hele bak naar buiten gaan trekken.
[medeverdachte 1] bevestigt nogmaals dat zij, [medeverdachte 1] en [verdachte] , 75 gaan zetten en vraagt hoeveel de anderen zetten want hij moet het totaal doorgeven. [medeverdachte 1] stuurt hierna twee afbeeldingen waarop een partij verdovende middelen te zien is die kennelijk in beslag zijn genomen door de plaatselijke autoriteiten in Panama. Hij stuurt daarbij het bericht: “Vandaag Pan”.
Op 6 maart 2021 stuurt [medeverdachte 1] naar [verdachte] dat [naam 2] zo het resterende geld nog moet
ontvangen.
Op 8 maart 2021 stuurt [medeverdachte 1] de volgende berichten:
Hoi, beetje hoofdpijn. Ja oog gepakt. Weet nog niet zijn we aan uitzoeken. Maar mensen hier zijn afspraken niet nagekomen en andere kant ken ik niet. Weet niet of ze hebben gezet. Zijn gepakt en soldaten van mensen deur hadden niet gestuurd. Mensen van deur hier moesten video maken. Wat er allemaal gebeurde maar tot nu toe alleen gepraat nog niks gezien. Soldaat met video en foto is binnen gepakt. Is onze man. Doos was leeg zeiden mensen. Als oog bevestigd dat doos leeg was en alles klopte zoals op foto dan hebben mensen [naam 14] spelletje gespeeld of mensen hier hebben truc. Komt snel uit wat is gebeurd. Maar niemand van Braz is hier gekomen terwijl hun werk is. Vaak komen dozen Braz leeg of met tip aan. [25]
In chatgroep [chatgroep 8] , met de deelnemers [medeverdachte 1] ( [accountnaam 5] ), [verdachte] ( [accountnaam 3] ), “ [naam 11] ” ( [accountnaam 14] ), “ [naam 12] ” ( [accountnaam 13] ) en de gebruiker van Sky-ID [accountnaam 15] , worden tussen 2 maart 2021 en 7 maart 2021 berichten gestuurd waaruit het volgende blijkt.
Op 2 maart 2021 schrijft [medeverdachte 1] dat “de bus” vertraagd is en pas op de 5e aankomt. [naam 12] wil weten of hij het nummer nog gecontroleerd heeft, waarop [medeverdachte 1] schrijf: “ [naam 15] , gaat verder met truck.” Op 3 maart 2021 schrijft [medeverdachte 1] dat hij daar is met “ [letter 2] ”. [naam 13] is de neef van [naam 2] die werkzaam is in de haven van Valencia. [medeverdachte 1] schrijft: “Zoals in Mex besproken. Als doos leeg is dan moet er direct 235K betaald worden dat is compensatie. Daarna praten we verder over wat met mij man gaat gebeuren.” [naam 12] schrijft dat hij in Mex (Mexico) 48 uur gekregen heeft voor de 200. [naam 12] schrijft dat [medeverdachte 1] zich niet druk moet maken over deze topic want het spul zit erin. [medeverdachte 1] schrijft hierop: “Is 235. Is een zeer belangrijk Topic. Wil misverstanden voorkomen. Pap moet klaar liggen als niks in zit. Wil geen verhalen horen wacht op [nationaliteit] of op [naam 16] .” [naam 12] wil weten met hoeveel ze in “de bak” gaan waarop [medeverdachte 1] antwoordt: 3. [naam 12] wil graag dat er één gaat filmen wanneer ze naar de eerste tas gaan. [medeverdachte 1] vindt het goed. [naam 12] wacht op positief nieuws. Op 5 maart 2021 stuurt [medeverdachte 1] een foto van een haventerrein en schrijft dat het zo binnenkomt, de boot ligt te wachten om aan te meren. [medeverdachte 1] schrijft dat ze niet te vaak in het systeem willen kijken en dat het lossen pas straks gaat beginnen. Na 20:00 uur is het niet meer mogelijk om vervoer het haventerrein op te krijgen. Mogelijk kunnen ze het dus pas maandagochtend (8 maart 2021) pakken. [medeverdachte 1] schrijft dat hij de [naam 12] op de hoogte houdt van de situatie. Op 6 maart 2021 schrijft [medeverdachte 1] dat hij het box nummer net aan mensen heeft gegeven omdat het een “bookingsnummer” is, de boxen worden verplaatst naar een andere terminal. [medeverdachte 1] schrijft dat zijn “getuige” het gaat openmaken op maandag tussen 8 en 10 uur. [naam 12] wil een soort bewijs dat de guarda civil erbij betrokken is, anders zijn de 15st extra niet verkoopbaar aan “ [nationaliteit] ”. [26]
In de chatgroep [chatgroep 10] , aangemaakt door [medeverdachte 1] en met de deelnemers [medeverdachte 1] ( [accountnaam 5] ), [verdachte] ( [accountnaam 3] ), [naam 2] ( [accountnaam 19] ), [naam 17] / [naam 13] ( [accountnaam 18] ) en [medeverdachte 2] ( [accountnaam 16] ), vindt overleg plaats tussen [medeverdachte 1] en [naam 17] / [naam 13] . Op 28 februari 2021 stuurt [medeverdachte 1] een afbeelding waaruit blijkt dat hij die dag op een vlucht stapt vanuit Mexico. (Op 28 februari 2021 maakt het Sky-ID [accountnaam 5] gebruik van Cell-ID’s in Mexico.) [naam 17] / [naam 13] gaat zijn mensen inzetten om de daadwerkelijke uithaalactie te doen maar wil daar iemand vanuit de kant van [medeverdachte 1] bij aanwezig hebben. [naam 17] / [naam 13] schrijft dat er soms niets in zit en daar wil hij geen gedoe over. [medeverdachte 1] gaat akkoord met het tijdens de uithaalactie meesturen van een “getuige” die bij de uithaal voor hem meekijkt. [naam 17] / [naam 13] geeft aan dat zijn mensen de klus hebben geaccepteerd onder de voorwaarden die gesteld zijn door [medeverdachte 1] . Er wordt doorgegeven dat “het” in “bigbags” zit en in normale tassen overgeladen moet worden. [verdachte] bedankt iedereen voor de support, vraagt ze alles te doen om dit tot een goed einde te brengen, want dan hebben ze een mooie toekomst samen. [27]
Op 8 maart 2021 vraag [verdachte] ( [accountnaam 3] ) aan [naam 12] ( [accountnaam 13] ) wat het verhaal is. [naam 12] schrijft dat het “worst case scenario” is. Er zijn drie mensen gepakt. Er is geen foto of video en de tracking zegt dat er niets aan de hand is met de box. [verdachte] kan het niet geloven en
vraagt wat “ [naam 6] ” erover zegt. [naam 12] schrijft dat “ [naam 6] ” het aan het uitzoeken is en stuurt een tekstbericht waarin berichten van “ [naam 6] ” te zien zijn. “ [naam 6] ” schrijft in deze berichten dat er volgens de tracking aangeeft dat er met de box niets aan de hand is.
[naam 12] schrijft dat de “ [nationaliteit] ” hem blijft bellen en dat Val aangeeft dat de bak leeg was. [naam 12] schrijft dat er geen bewijs is, dat ze zeggen dat de bak twee keer is geopend en dat ze de tweede keer gepakt zijn en dat de bak nu alweer op zijn normale route is.
[verdachte] schrijft dat het dus een hoofdpijn verhaal is. [verdachte] vraagt zich af waarom er geen video is gemaakt toen ze hem de eerste keer openmaakten. [naam 12] schrijft: “Ik vind het ook van de zotte. Men gaat eerste keer naar binnen. Opent zakken maakt video. Niks in? Ok. Dan ga je toch niet meer terug. Op zn minst moet je mij bewijs sturen van eerste keer openen... nu kan ik letterlijk niets! Nu zit ik in een situatie.”
[verdachte] begrijpt niet hoe dit kon gebeuren en gaat wachten op “ [naam 6] ”. [naam 12] schrijft dat ze de eerste keer toen ze openden ze direct bewijs moesten geven en weg moesten wezen. Volgens [naam 12] is het verhaal dat ze terug zijn gegaan om weer te kijken en dan worden ze gepakt. Hij vermoedt dat ze zijn gepakt bij de poort. [verdachte] schrijft dat ze moeten afwachten tot het is uitgezocht.
[naam 12] stuurt een afbeelding waarop te zien is dat “ [naam nationaliteit] ” (de [nationaliteit] ) het verhaal niet accepteert. Hierop schrijft [verdachte] dat hij zijn hoofd koel moet houden. [naam 12] schrijft dat het ook door Sky gekomen kan zijn, omdat hij door heeft gekregen dat het officieel is gehackt. [verdachte] schrijft: “Als oog bevestigd dat doos leeg was en alles klopte zoals op foto dan hebben mensen China spelletje gespeeld maar komt snel uit wat is gebeurd. [naam 6] zit er boven op.” Ze zijn het er beiden over eens dat ze een andere telefoon nodig hebben. Hierna worden er geen gesprekken met Sky-ID [accountnaam 3] meer gevoerd. [28]
Van de politie in Spanje is informatie ontvangen waaruit blijkt dat op 8 maart 2021 een controle is uitgevoerd op drie personen die zich onrechtmatig op het haventerrein in Valencia bevonden. Het betroffen hier twee Spanjaarden en een Nederlander. Tijdens deze controle zijn de camerabeelden op het haventerrein bekeken. Hierop is te zien dat één van deze personen op een aldaar staande zeecontainer klimt, waarna de inhoud van deze container wordt gecontroleerd. In de container lagen zakken gevuld met suiker met daarop het merk [merknaam 2] . Foto's gemaakt door de autoriteiten in Valencia, komen overeen met de afbeeldingen gestuurd in chatgroep [chatgroep 6] .
Tussen de zakken met suiker die in de container lagen werden 13 zakken aangetroffen die vol zaten met in totaal 298 kilo blokken met cocaïne waarop de drie personen zijn aangehouden, onder wie de Nederlander genaamd [naam 18] , een indirect contact van [medeverdachte 2] . [29]
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het voorgaande kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] en [verdachte] hebben geprobeerd een partij cocaïne vanuit Brazilië naar Valencia te laten vervoeren, met de bedoeling dat de cocaïne in Valencia uitgehaald zou worden en dat 75 kilo daarvan voor hen naar Nederland zou worden vervoerd. Dit is niet gelukt omdat de cocaïne in Valencia in beslag is genomen. Wel is er sprake van een begin van uitvoering, aangezien de boot waarin de cocaïne is verstopt daadwerkelijk is vertrokken vanuit Brazilië. De rechtbank stelt op basis van de inhoud van de hiervoor genoemde chats en de verstuurde afbeeldingen vast dat het in de chats ging om cocaïne. Dat de cocaïne bedoeld was voor Nederland, volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de chats die gaan over RT, waar Rotterdam mee wordt bedoeld, zoals mede kan worden afgeleid uit de eerdere berichten met [naam 11] over Rotterdam. Bovendien wordt gesproken over trucks, hetgeen een verder vervoer over de weg aannemelijk maakt en past bij een (eind)bestemming in Nederland. Hetzelfde geldt voor de nationaliteit van de betrokkenen aan de ontvangende kant. Ten slotte blijkt uit het dossier niet van aanwijzingen voor een andere (eind)bestemming dan Nederland.
Uit de gesprekken blijkt dat zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] al vanaf de voorbereiding een significante betrokkenheid hebben gehad bij deze poging tot invoer en dat zij daarbij met elkaar en met anderen, zoals [naam 2] met wie gelet op feit 1 al eerder was samengewerkt, zodanig nauw en bewust hebben samengewerkt, dat medeplegen kan worden bewezen.
4.3.2.
Ten aanzien van feit 3
Juridisch kader witwassen
Voor een bewezenverklaring van witwassen is vereist dat het ten laste gelegde voorwerp middellijk of onmiddellijk afkomstig is uit enig misdrijf. Als er geen direct bewijs voor een brondelict aanwezig is, zal volgens vaste jurisprudentie allereerst moeten worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Indien daarvan sprake is, mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp. Als een dergelijke verklaring ontbreekt, kan de rechtbank tot de conclusie komen dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp een legale herkomst heeft en dat een criminele herkomst dus als enige aanvaardbare verklaring geldt.
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Op de betaalrekening van [verdachte] met rekeningnummer [rekeningnummer] bij de ABN AMRO Bank hebben in de periode van 1 januari 2022 tot en met 6 maart 2023 contante stortingen plaatsgevonden. [naam vriendin] heeft via haar eenmanszaak [bedrijfsnaam] in deze periode geldbedragen overgemaakt naar de rekening van [verdachte] van in totaal € 5.280,- en € 5.335,-. De inkomsten op de bankrekening betreffen voor het grootste gedeelte contante stortingen, transacties van één onderneming (de eenmanszaak van zijn vriendin [naam vriendin] ) en verschillende natuurlijke personen. [30]
In de periode van 7 maart 2023 tot en met 3 april 2023 heeft [naam vriendin] nog een bedrag van € 400,- overgemaakt naar de rekening van [verdachte] . [31]
Door [naam vriendin] / [bedrijfsnaam] is in totaal € 11.015,- overgemaakt naar de rekening van [verdachte] . [32]
Op 2 oktober 2023 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van [verdachte] op het adres [adres 3] . Daarbij zijn onder [verdachte] twee horloges inbeslaggenomen, te weten een Audemars Piquet ter waarde van ongeveer € 22.000,- en een Rolex type Daytona 116515LN met serienummer [serienummer] , met een waarde van ongeveer tussen de € 30.000,- en € 35.000,-. Twee medewerkers van de juwelier House of Gassan hebben beoordeeld dat de horloges zeer waarschijnlijk origineel zijn en één van hen heeft de waardes geschat. [33]
Blijkens de opgevraagde financiële gegevens van [verdachte] over de periode 2018 tot en met 24 juni 2023 heeft hij geen inkomsten uit loon ontvangen in de bevraagde periode. [34]
Gedurende het onderzoek werden verschillende technische acties aangesloten en werd de
communicatie die [verdachte] voerde opgenomen en afgeluisterd. Na analyse van deze opgenomen communicatie kon worden vastgesteld dat [verdachte] regelmatig contact heeft met [naam vriendin] en dat zij samen gesprekken hebben over contant geld, het storten van contant geld en het overmaken van dit geld van verschillende rekeningen van [naam vriendin] naar de bankrekening van [verdachte] . Na het analyseren van de bankrekeningen van [naam vriendin] en [verdachte] is te zien dat er na de opgenomen gesprekken ook daadwerkelijk geld wordt overgemaakt tussen [naam vriendin] en [verdachte] . [35]
Conclusie
Op grond van voornoemde acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] in de ten laste gelegde periode geldbedragen van in totaal € 11.015,-, een horloge van het merk Audemars Piquet en een horloge van het merk Rolex type Daytona 116515LN met serienummer [serienummer] voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet. Gelet op hetgeen hiervoor onder 4.3.1 is overwogen, het feit dat [verdachte] geen legale inkomsten heeft ontvangen waarmee dit bedrag en de horloges kunnen worden verklaard, het bewijs dat [verdachte] zich bezighield met drugshandel zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van feiten 1 en 2, en de onjuiste omschrijvingen die na telefonisch overleg daarover bij de transacties worden gegeven, moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat deze afkomstig zijn uit enig misdrijf. Derhalve is er een vermoeden van witwassen.
[verdachte] heeft over het geld verklaard dat dit deels van hem is en deels geleend geld is. Over de horloges heeft [verdachte] verklaard dat hij die in bewaring had voor een ander, een door hem niet bij naam genoemde persoon.
De verklaring die [verdachte] heeft afgelegd over de herkomst van de horloges is niet concreet en verifieerbaar, en dus ontoereikend om het witwasvermoeden te weerleggen.
De verklaring die [verdachte] heeft afgelegd over de herkomst van de geldbedragen is voor zover mogelijk onderzocht, onder andere door het verrichten van financieel onderzoek en het verhoren van [naam vriendin] . Hierbij kan worden vastgesteld dat aan de transacties soms omschrijvingen worden gegeven die niet overeenkomen met de door [verdachte] gestelde leningen. Bovendien lijkt de inkomenspositie van [naam vriendin] , mede gelet op haar gezinssituatie, het uitlenen van een dergelijk groot totaalbedrag niet mogelijk te maken. Ten slotte heeft [naam vriendin] verklaard dat ze nooit geld uitleent en heeft zij meer specifieke vragen over deze transacties en de daarover gevoerde gesprekken bij de politie en de rechter-commissaris niet willen beantwoorden. Gelet hierop is de door [verdachte] gestelde herkomst van de geldbedragen uit leningen niet aannemelijk geworden. Voor zover [verdachte] verklaart dat dit geld deels van hemzelf was en dat, zo begrijpt de rechtbank, hij dit door [naam vriendin] naar hemzelf heeft laten overmaken, geldt dat dit geen verklaring is voor de legale herkomst van deze geldbedragen en dat deze verklaring dus ontoereikend is om het witwasvermoeden te weerleggen.
De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geldbedrag en de horloges een legale herkomst hebben. Het kan niet anders zijn dan dat deze uit misdrijf afkomstig zijn.
De rechtbank vindt de periode en de frequentie van het witwassen en de omvang van de witgewassen geldbedragen voorwerpen onvoldoende om gewoontewitwassen te kunnen bewijzen en spreekt [verdachte] vrij van dat onderdeel van het tenlastegelegde.
De rechtbank vindt het afgeluisterde gesprek over de geldbedragen van € 200.000,- en € 300.000,- onvoldoende redengevend en duidelijk om daaruit af te leiden dat [verdachte] feitelijke zeggenschap heeft gehad over deze bedragen. [verdachte] zal van het onderdeel van feit 3 dat ziet op deze bedragen worden vrijgesproken.
4.3.3.
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Op 10 mei 2021 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van afpersing en daarbij onder andere het volgende verklaard.
[slachtoffer] betaalde schulden van zijn evenementenbureau af middels een tussenpersoon genaamd [naam 20] . [naam 20] incasseert voor de grote jongens die [slachtoffer] niet kent. In januari 2020 belde [naam 20] [slachtoffer] en zei tegen hem dat hij naar het [hotel] bij de RAI moest komen. Hij zei dat de "baas" met hem wilde praten. [slachtoffer] reed daarheen en zag [naam 20] in het restaurant zitten met twee negroïde jongens en een Marokkaanse jongen. Er werd hem gezegd dat zij nu gingen over het geld dat nog betaald moest worden. Zij gaven aan dat zij geen clementie hadden en gewoon geld moesten krijgen. Binnen een week moest 15.000,- euro worden betaald en dan elke maand 5.000,- euro om te beginnen, daarna zou het nog sneller gaan.
[slachtoffer] zei dat hij dit niet kon regelen. Dit was niet hun probleem, anders zou hij het wel merken. Diegene die met [slachtoffer] praatte, de donkere jongen, was ene [verdachte] . [naam 20] vertelde hem dit. [slachtoffer] zei nog dat hij geen schulden bij [verdachte] had, maar kreeg van hem te horen dat het zijn geld was en dat hij niet langer ging wachten.
[slachtoffer] heeft er toen voor gekozen om diezelfde week 15.000,- euro contant te betalen. Dit heeft hij aan [naam 20] gegeven, de maand daarop heeft hij 5.000,- euro betaald en daarna weer 5.000,- euro. Vervolgens kon hij vanwege corona twee maanden niet betalen.
In augustus 2020 werd [slachtoffer] gebeld door [naam 20] die hoorbaar in paniek was. [naam 20] zei dat hij met die gasten was en [slachtoffer] hoorde geschreeuw op de achtergrond. Dit was weer bij het parkeerterrein tegenover het [hotel] . Daar aangekomen stonden [naam 20] , [verdachte] en een paar Marokkanen. [slachtoffer] stapte uit en [verdachte] haalde gelijk naar hem uit. [slachtoffer] ontweek de klappen, maar toen haalde een van de Marokkaanse jongens naar hem uit, waardoor hij hevige pijn voelde in zijn kaak. Er werd door [verdachte] gezegd dat hij moest betalen. Elke keer als [slachtoffer] niet zou betalen, zou er 10.000,- euro rente bij komen. [verdachte] zei toen dat ze zijn auto zouden meenemen. Een “bolle Marokkaanse jongen” stapte in de auto van [slachtoffer] en reed ermee weg. [verdachte] zei nogmaals dat [slachtoffer] die facturen zo snel mogelijk moest betalen en dat er anders elke maand 10.000,- euro bij zou komen. [verdachte] wees naar zijn vrienden, de Marokkaanse jongens die erbij stonden, en zei dat als [slachtoffer] niet betaalde, zij zijn gezin wat aan zouden doen en het dan fout zou aflopen. Zijn auto was inmiddels al weg.
[slachtoffer] heeft meerdere keren geld betaald. Vanaf oktober 2020 is hij 10.000,- euro per maand gaan betalen. Hij heeft geld geleend om te kunnen betalen, omdat hij bang was dat ze hem, zijn vrouw en zijn kinderen iets aan zouden doen.
Medio februari 2021 had [slachtoffer] niets meer om [verdachte] te betalen. Hij heeft [naam 20] de boodschap gegeven dat hij geen geld had. In maart 2021 werd [slachtoffer] gebeld door zijn vrouw. Zij was in paniek en zei dat er een gozer aan de deur was geweest voor hem. Hij had gezegd dat ze maar door moest geven dat de jongens uit Amsterdam langs waren geweest.
Toen [slachtoffer] naar huis reed, stopte achter hem een kleine grijze auto. [slachtoffer] stopte ook. De bestuurder was [verdachte] en de bijrijder de “kleine Marokkaan”. [verdachte] stapte uit, was nerveus en zei dat hij echt moest gaan betalen omdat ook hij onder druk stond. Die kleine Marokkaan werd heel boos en probeerde [slachtoffer] te slaan. Hij zei dat hij moest betalen. Hij zei letterlijk: "Wij zijn net bij je huis geweest, volgende keer blazen we de voorgevel eruit met een handgranaat, we halen je vrouw op!" [slachtoffer] heeft weer geld van zijn vrouw geleend, 10.000,- euro, en dit weer betaald aan [naam 20] , die het aan hen heeft gegeven. Toen [slachtoffer] zei dat hij het niet meer cash kon oplossen, is door een van de Marokkaanse jongens tegen hem gezegd: "Dan komen we je in je huis ophalen en ga je de kofferbak in." [36]
Op 3 oktober 2023 heeft de politie aan [slachtoffer] een foto [37] getoond van [verdachte] . [slachtoffer] heeft [verdachte] herkend als “ [verdachte] ” over wie hij heeft verklaard. [slachtoffer] heeft daarbij gezegd dat degene op de foto de man is die hem onder druk heeft gezet, die heeft gezegd dat het zijn geld is en die hem een klap heeft gegeven toen zijn auto werd meegenomen. [slachtoffer] kent hem niet, maar weet dat hij de man is met wie hij steeds moest afspreken. [verdachte] was de leider. Hij zei tegen de anderen dat ze de auto van [slachtoffer] moesten meenemen. De anderen zeiden ook dingen die hem als baas aanduidden. [slachtoffer] heeft [verdachte] ook een keer in het dorp gezien met een Marokkaanse man die ook bij hem aan de deur is geweest. Op de vraag hoe overtuigd hij is van deze herkenning, heeft [slachtoffer] geantwoord: “1000 procent honderdduizend zo iemand vergeet je niet meer.” [38]
[naam 20] heeft op 15 juni 2021 bij de politie bevestigd dat hij, op verzoek van [verdachte] , optreedt als contactpersoon tussen [slachtoffer] en [verdachte] . Aan [naam 20] is gevraagd wat er in augustus 2020 is gebeurd toen hij [slachtoffer] in paniek had opgebeld en had gezegd dat hij naar het [hotel] in Amsterdam vlak bij de RAI moest komen. [naam 20] heeft verklaard dat [slachtoffer] naar dat hotel is gekomen en dat [slachtoffer] en [verdachte] toen eerst een gesprek hebben gehad. [naam 20] heeft verder verklaard dat het klopt dat hij met [verdachte] en verschillende onbekenden [slachtoffer] heeft opgewacht, dat [slachtoffer] in zijn gezicht is geslagen en dat zijn auto is afgepakt. [39]
In de telefoon van [naam 20] zijn WhatsApp-berichten gevonden tussen hem en het telefoonnummer [nummer 1] van [verdachte] [40] , opgeslagen als [alias 3] . De berichten starten op 22 januari 2020 en eindigen op 27 mei 2021. Uit deze berichten blijkt dat [alias 3] geld wil ontvangen van [slachtoffer] en dat hij ongeduldig wordt. Hij heeft het ook over het sturen van Marokkanen. Ook wordt geschreven over rente, wanneer er moet worden betaald en “restant helft pap”. [verdachte] geeft aan dat als hij niet over de brug komt, hij genoodzaakt is langs te komen met die jongens. Op 26 mei 2020 stuurt [alias 3] het volgende bericht:
“Er is iedere keer wat met de man. Confronteer hem. De man is al weken aan uitstellen. Als hij wilt dat het escaleert laat hij je dit laten weten”. Hierop antwoordt [naam 20] dat “die man” niet is komen opdagen en dat hij hem morgen nog één mogelijkheid heeft gegeven. [41]
Conclusie
De rechtbank is op grond van de voornoemde bewijsmiddelen van oordeel dat kan worden bewezen dat [verdachte] in de tenlastegelegde periode [slachtoffer] meermalen heeft afgeperst. [slachtoffer] heeft als gevolg van bedreigingen met geweld gericht tegen hem en zijn vrouw en kinderen, en door daadwerkelijk uitgeoefend geweld grote geldbedragen betaald aan [naam 20] . De rechtbank vindt dat op grond van het voorgaande kan worden vastgesteld dat die geldbedragen ten goede zijn gekomen aan [verdachte] . Uit het voorgaande blijkt ook dat [verdachte] dit feit in nauwe en bewuste samenwerking met anderen heeft gepleegd, zodat het medeplegen eveneens kan worden bewezen.
4.3.4.
Ten aanzien van feit 5
Juridisch kader voorbereiding
Op grond van artikel 46 lid 1 Sr is sprake van strafbare voorbereiding wanneer de dader opzettelijk middelen verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert of voorhanden heeft die bestemd zijn tot het begaan van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld. Bij de beantwoording van de vraag of de in het eerste lid vermelde voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen (hierna gezamenlijk ook als ‘voorwerpen’ aan te duiden) bestemd zijn tot het begaan van het misdrijf in de zin van deze bepaling, dient te worden beoordeeld of deze voorwerpen afzonderlijk, dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig kunnen zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van de voorwerpen voor ogen had. Die uiterlijke verschijningsvorm wordt doorgaans afgeleid uit de omstandigheid waaronder een voorwerp wordt aangetroffen. Er is pas sprake van een strafbare voorbereiding als het voornemen zich op de een of andere manier in een handeling heeft geopenbaard.
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
In de auto van [verdachte] zijn in het onderzoek Mombassa gesprekken opgenomen. Op 18 maart 2023 om 16:37 uur heeft [verdachte] het volgende gesprek (sessie 219) gevoerd met een man, die is geïdentificeerd als [naam 3] :
[letter 3] : Is 20 plus 50 plus 30. Maar vandaag gaan willen gaan we [alias 5] pakken?
[letter 4] : Ja ik wacht eerst op die man tot die komt [alias 2] ? Komt zo naar hiero.
[letter 3] : Je verdient er ook gewoon doekoe aan he [alias 2] .
[letter 4] : Wat verdien ik geen doekoe aan.
[letter 3] : Ik zeg je als we hem pakken en hij komt met die doekoe verdien je er ook aan he.
[letter 4] : Ja duh! Ik zit te wachten.
[letter 3] : En kijk hij schrikt gewoon, hij schrikt gewoon.
[letter 4] : trouwens.... Ik weet, ik weet Nu maak je niet druk want ik heb al die bommen gehaald
alles. Blazen we die osso van hem op. Eeuh ik had [naam 21] gesproken.
In een eerder gesprek zegt [verdachte] tegen iemand dat hij moet stoppen bij ‘ [alias 4] ’, waarmee [naam 3] wordt bedoeld. [42]
Uit dit gesprek kreeg de politie het vermoeden dat [verdachte] een conflict heeft met iemand die hij " [alias 5] " noemt, die hem geld is verschuldigd en die aangepakt moet worden en dat [naam 3] explosieven heeft gehaald om het huis van " [alias 5] " op te blazen. De politie heeft daarom onderzoek gedaan en de hierboven bij 4.3.3 weergegeven aangifte van [slachtoffer] van 10 mei 2021 gezien. Uit de aangifte viel de politie op dat de bedreiging zou zijn geuit door " [verdachte] " en een Marokkaanse man en dat zij reden in een kleine, grijze auto. Op 16 februari 2021 werden [verdachte] en [naam 3] gezamenlijk gecontroleerd in een grijze Citroën C1, een klein voertuig. [43]
Op 18 maart 2023 om 18:45 uur voeren [verdachte] en [naam 3] het volgende gesprek (sessie 228):
[naam 3] : die heethoofd komt met een half uurtje, ik ga niet zo lang wachten man.
[letter 3] : Ik ga ook naar [plaats 1] effe, even [naam 22] ophalen.
[naam 3] : Zet mij hiero bij [naam 23] .
[letter 3] : Oke. Wat ga je dan doen met hem?
[naam 3] : Ik ga met hem even rondje [alias 5] , kijken of ie daar is. Of die man daar nog steeds woont.
[letter 3] : Ga je mee naar [plaats 1] of ga je nu hier blijven?
[naam 3] : Nee ik moet hier blijven. Hij komt ook euh, hij gaat wat spullen voor me meenemen, die explosieven... moet ze effe wegzetten. [44]
Op 18 maart 2023 om 19:37 uur stapt ‘ [naam 24] ’ in de auto van [verdachte] en vindt het volgende gesprek plaats:
(sessie 231)
[letter 5] : Waar is [alias 4] ?
[letter 3] :... ntv Die is iets met explosieven ofzo.
(sessie 232)
J: Hier is je eten. Hij is iets met een heethoofd gaan doen.
[letter 5] : Hoe explosieven? Haha.
[letter 3] : Ja hij is gek toch.
(…)
[letter 3] : (praat zachtjes) ja zoiets, explosieven dit dat. ..ntv.. ik spreek je zo effe ..ntv.. (klinkt als: "iemand") voor je regelen, explosieven..
[letter 5] : Snap je.
[letter 3] : (nog steeds zachtjes) ... laat die man snel betalen.
[letter 5] : Welke man moet betalen gap?
[letter 3] : (nu praat [verdachte] weer harder) Van mijn ouwe school man.
[letter 5] : Wie?
[letter 3] : Van mijn oude school, die openstaan. Die laat ik hem een beetje..
[letter 5] : Oke.
[letter 3] :.. preppen weet je? Je praat jaren lang praat je over ik heb geen doekoe, ik heb geen doekoe. Nu heb je toch doekoe? Met Doekoe kan je doekoe maken.
[letter 5] : Klopt
[letter 3] Als je nu die heethoofd en die bolle van [plaats 2] aan de gang zet.
[letter 5] : Ja
[letter 3] : Snap je? Investeer je misschien 4 of 5 meijer allemaal dingetjes die jullie nodig hebben. Maar haal je zo 14, 15 kop op.
[letter 5] : Ja
[letter 3] : Of een tonnetje op, als het kan. Dan geef ik jullie wat boechanche. (fon)
[letter 5] : Hmm hmm
[letter 3] : Maar je kan nu niet zeggen dat je de tools niet hebt. Nu heb je de tools.
[letter 5] : Klopt. We hebben de tools ja.
[letter 3] : Ja toch. Dus laat me maar zien dat je [alias 4] bent.
[letter 5] : Klopt
[letter 3] : Ha!
[letter 5] : Ik zou hem eigenlijk hier draaien gelijk.. Hoe heet het, bij die party boy toch?
[letter 3] Ook.
[letter 5] : Maar heb je hem al weer op het oog?
[letter 3] : Nee ik heb hem al heel lang niet gezien. Heeft aangifte voor me gedaan.
[letter 5] : Hahah ... ntv
[letter 3] : Hij heeft aangifte voor me gedaan, hebben ze [naam 20] ’s huis opgeblazen.
(…)
[letter 3] :.. ntv met rust gelaten en denken nu is verjaard we zijn nu bijna 2 jaar verder gaat die razzia (klinkt als) weer beginnen.
[letter 5] : Wie? Die jongetje?
[letter 3] : Die Flikkertje. [45]
[naam 20] werd inderdaad aangehouden voor de afpersing van [slachtoffer] . In de aangifte noemt [slachtoffer] de persoon die hem afperst: " [verdachte] ". Uit de OVC-gesprekken blijkt dat [verdachte] door zijn vrienden en door zichzelf ook [verdachte] of [verdachte] genoemd wordt. [verdachte] benoemt dat hij het slachtoffer twee jaar met rust heeft gelaten. Dit komt overeen met de aangifte van [slachtoffer] en daarop volgende aanhouding van [naam 20] in 2021.
[verdachte] en [naam 24] bespreken dat [slachtoffer] als laatste gezien is door [naam 24] bij de [locatie] op een feest. [alias 4] ( [naam 3] ) houdt de bewegingen op het Instagram-account van de vriendin van [slachtoffer] (influencer [naam 25] ) in de gaten. [verdachte] zegt dat ze nu twee jaar verder zijn. Volgens [verdachte] denkt [slachtoffer] dat het inmiddels voorbij is, maar nu gaat die "Razzia" weer beginnen. [46] [naam 3] geeft zijn eigen telefoon de naam: “iPhone van [alias 4] ”. [47]
Op 18 maart 2023 stapt [naam 3] om 23:16 uur bij [verdachte] in de auto. [verdachte] vraagt [naam 3] hoe het is gegaan met heethoofd. [naam 3] antwoordt: “Ja Heethoofd.. morgen.. morgen gaan we die kant op.. we zouden gaan.. ik heb tegen hem gezegd scott het... omdat zijn broertje die waggie rijdt.. hij prikt.. hij zei 'morgen heb ik mijn eigen waggie en dan gaan we die kant rustig in de middag'.. ik zei 'zaffie is goed.' .. ik wil ook niet forceren.. begrijp je? Het gesprek gaat later als volgt verder:
J: Ik dacht je had verslag over die Heethoofd man.
K: Nee man dan zou ik je toch teksten man: "Heethoofd verslag dit dat dit dat".
J: Probeer die auto te pakken.
K: Ja man. [48]
Op 22 maart 2023 ontving het onderzoeksteam Trucha een proces-verbaal van afgeschermde informatie van het Team Criminele Inlichtingen van de Eenheid Amsterdam. In dit proces-verbaal stond de volgende informatie:
“ [naam 3] houdt zich bezig met afpersingen. Hij maakt hierbij gebruik van explosieven. Hij heeft de explosieven al aangeschaft. [naam 3] verblijft zeer vermoedelijk
's nachts op [adres 4] .”
Op 23 maart 2023 werd [naam 3] naar aanleiding van bovenstaande informatie aangehouden. De woning, [adres 4] , werd doorzocht waarbij onder andere zeer zwaar vuurwerk werd aangetroffen. [49]
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen, in combinatie met hetgeen onder 4.3.3 is weergegeven en overwogen, kan worden bewezen dat [verdachte] , samen met onder anderen [naam 3] , voorbereidingen heeft getroffen, zoals het regelen van zware explosieven en het laten bewaren daarvan door [naam 3] in zijn woning, met de bedoeling een ontploffing teweeg te brengen bij de woning van [slachtoffer] . Het gaat in de gesprekken om “ [alias 5] ” en [slachtoffer] woont in [plaats 3] . In de gesprekken wordt verwezen naar de aangifte door [slachtoffer] twee jaar eerder en de daarop volgende inval in de woning van [naam 20] . Die omstandigheden in onderling verband bezien, leveren voldoende overtuigend bewijs op dat het om [slachtoffer] gaat. De bij [naam 3] aangetroffen explosieven waren geschikt om te dienen voor dat doel. Uit de in bovengenoemde bewijsmiddelen besproken omstandigheden blijkt ook dat [verdachte] dit voornemen heeft geopenbaard, zodat kan worden gesproken van een strafbare voorbereiding. Van de overige voorwerpen die op de tenlastelegging staan kan niet worden vastgesteld dat ze geschikt waren om te dienen voor het hiervoor omschreven doel, zodat in zoverre moet worden vrijgesproken.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
omstreeks de periode van 6 januari 2020 tot en met 18 oktober 2020, te Amsterdam en/of [plaats 4] , in elk geval in Nederland en/of in Spanje en/of in Brazilië, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van grote hoeveelheden cocaïne, te weten
A. omstreeks de periode van 28 september 2020 tot en met 18 oktober 2020, 100 kilogram
cocaïne, afkomstig uit Panama of Peru, en
C. omstreeks de periode van 6 januari 2020 tot en met 25 januari 2020, 250 kilogram
cocaïne, afkomstig uit Panama, en/of
D. omstreeks de periode van 14 juli 2020 tot en met 22 juli 2020, 300 kilogram cocaïne, en
E. omstreeks de periode van 14 oktober 2020 tot en met 20 oktober 2020, 150 kilogram
cocaïne, afkomstig uit Brazilië,
voor te bereiden en/of te bevorderen doordat hij:
* anderen heeft getracht te bewegen om die feiten mede te plegen en
* zich en/of anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen en
* voorwerpen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededaders wisten dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers hebben verdachte en zijn mededaders opzettelijk:
  • cryptotelefoons voorhanden gehad en
  • op die cryptotelefoons een encrypted Sky-ECC chatapplicatie gebruikt en
  • encrypted Sky-ECC chatgroepen aangemaakt en aan encrypted Sky-ECC chatgroepen deelgenomen, die vrijwel uitsluitend betrekking hadden op de internationale handel in verdovende middelen (cocaïne) en de financiën hieromtrent en
  • foto’s/afbeeldingen van hoeveelheden verdovende middelen (cocaïne) verzonden en/of doorgestuurd naar elkaar en/of anderen en/of ontvangen en
  • encrypted Sky-ECC chatgesprekken gevoerd met betrekking tot het verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of invoeren en/of aanwezig hebben van handelshoeveelheden verdovende middelen (cocaïne) en
  • encrypted Sky-ECC chatgesprekken gevoerd en telefonische contacten onderhouden en ontmoetingen gehad en gesprekken gevoerd met betrekking tot ‘food’ en ‘boli’ en ‘orgi colo’ (cocaïne) en ‘pap’ (geld), waarin werd gevraagd of contacten met wie die gesprekken werden gevoerd ‘food’ (cocaïne) beschikbaar hadden, dan wel konden leveren/vervoeren (‘moven’/’bewegen’/’wegdoen’ en om ‘pap (geld) te versturen/ontvangen, en werd gecommuniceerd over:
  • het moment/de wijze van betalen van de verdovende middelen (cocaïne) en
  • (de smokkelroutes vanuit) bronlanden (‘Braz’, ‘Pana’, ‘Domi’, ‘Colo’, ‘Costa’ en/of ‘Ecua’) en
  • de wijze van transport, te weten via luchtvracht per vliegtuig en via containerschepen over het water en bakken en koel-/zee-/bulk-containers en de verstopplekken, o.a. ‘in de ogen’ en/of ‘achter de deur’, en dekladingen en
  • de vertrek- en ontvangsthavens en
  • de te gebruiken firma’s en rederijen ( [bedrijf 1] , [bedrijf 4] , [bedrijf 3] en/of [bedrijf 2] ) en
  • logistieke methoden (o.a. ‘switch’-methode en ‘bedrijf tot bedrijf’-methode) en het sturen en ontvangen van een testcontainer van de verdovende middelen (cocaïne) en
  • in encrypted Sky-ECC chatgesprekken gevraagd en meegedeeld wanneer er kon worden ‘gestart’ en of contacten wilden ‘spelen’, ‘meedoen’, ‘shooten’ en ‘zetten’ en contacten ‘sterke mensen’ en corrupte havenmedewerkers tot hun beschikking hebben en ‘controle’ hebben en
  • bij contacten met wie encrypted Sky-ECC chatgesprekken werden gevoerd geïnformeerd naar uithalers en de kosten van het uithalen en uithalers hebben geregeld en
  • reizen gemaakt naar en ontmoetingen gehad in Spanje en Brazilië voor het aangaan van een internationale samenwerking met betrekking tot de handel in en/of invoer van verdovende middelen (cocaïne) en
  • in encrypted Sky-ECC chatgesprekken onderhandeld over de verdeling en de (on)kosten en voorwaarden met betrekking tot partijen verdovende middelen (cocaïne);
2.
omstreeks de periode van 6 januari 2020 tot en met 8 maart 2021 te Amsterdam en/of Rotterdam en/of [plaats 4] , in elk geval in Nederland, en/of in Valencia, in elk geval in Spanje, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, een hoeveelheid van 75 kilogram cocaïne, met zijn mededaders
  • encrypted Sky-ECC (chat)gesprekken heeft gevoerd (met ‘ [naam 2] ’ en/of ‘ [naam 17] / [naam 13] ’) en ontmoetingen heeft gehad met ‘ [naam 2] ’ en/of ‘ [naam 17] / [naam 13] ’ en afspraken heeft gemaakt voor het vervoeren van de verdovende middelen (cocaïne) vanuit Panama of Brazilië, via Valencia, naar Rotterdam en
  • telefonische contacten en ontmoetingen heeft gehad en/of besprekingen heeft gevoerd en/of afspraken heeft gemaakt met mogelijke leveranciers en/of transporteurs en/of tussenpersonen en/of verleners van hand- en spandiensten en/of anderen met betrekking tot voornoemde hoeveelheid verdovende middelen (cocaïne) en/of levering en/of betaling en/of verpakking en/of opslag van voornoemde hoeveelheid verdovende middelen (cocaïne) en/of
  • aanwijzingen en instructies heeft gegeven die erop gericht waren de verdovende middelen (cocaïne) tussen de deklading van zakken suiker te verstoppen en
  • een vrachtwagen heeft geregeld en/of beschikbaar heeft gesteld voor het (verdere) vervoer van de hoeveelheid verdovende middelen (cocaïne) vanuit Valencia naar Rotterdam en
  • gesprekken heeft gevoerd en ontmoetingen heeft gehad met (de neef van) ‘ [naam 2] ’ over uithalers en
  • personen vanuit Nederland naar Valencia heeft gestuurd om het uithalen van de verdovende middelen (cocaïne) te bewerkstelligen en toezicht te houden op het uithalen van de verdovende middelen (cocaïne),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
in de periode van 1 januari 2022 tot en met 2 oktober 2023, te Amsterdam en/of [plaats 5] , van voorwerpen, te weten:
  • geldbedragen van in totaal € 11.015,- en
  • luxe horloges, te weten een Rolex type Daytona 116515LN (serienummer [serienummer] ) en Audemars Piquet Royal Oak Offshore ( [nummer 2] ),
de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op genoemde voorwerpen was en/of heeft verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft gehad,
en/of voornoemde voorwerpen voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet,
terwijl verdachte wist dat bovenomschreven voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;
4.
in de periode van 19 augustus 2020 tot en met 5 oktober 2021 te Amsterdam en/of [plaats 3] , meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld, [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van geldbedragen die aan voornoemde [slachtoffer] toebehoorden, door:
  • een afspraak te (laten) maken met voornoemde [slachtoffer] en
  • naar de woning van voornoemde [slachtoffer] te gaan en
  • de auto van voornoemde [slachtoffer] weg te nemen en
  • voornoemde [slachtoffer] te (trachten te) slaan en
  • voornoemde [slachtoffer] te dwingen tot het overmaken en contant afgeven van geldbedragen, en daarbij de woorden toe te voegen: “Wij zijn net bij je huis geweest, volgende keer blazen we de voorgevel eruit met een handgranaat, we halen je vrouw op!” en “Dan komen wij je in je huis ophalen en ga je de kofferbak in”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
in de periode van 18 maart 2023 tot en met 23 maart 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk voorwerpen, te weten
- zwaar vuurwerk,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat [verdachte] zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de strafeis van de officier van justitie te hoog is en heeft verzocht om bij een eventuele veroordeling de straf te matigen.
De raadsvrouw heeft opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis van [verdachte] verzocht, subsidiair schorsing daarvan, mocht het tot een strafoplegging komen. Daarbij heeft de raadsvrouw verzocht het paspoort van [verdachte] , in ieder geval voor korte duur, aan hem terug te geven, zodat hij afscheid kan nemen van zijn opa in Suriname.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
[verdachte] heeft in een periode van bijna een jaar voorbereidingshandelingen verricht voor internationale cocaïnehandel. Hij heeft dit feit samen met anderen gepleegd. Daarbij gaat het om zeer grote hoeveelheden cocaïne. Daarnaast heeft [verdachte] , samen met anderen, geprobeerd 75 kilo cocaïne binnen het grondgebied van Nederland te laten invoeren.
Het is algemeen bekend dat verdovende middelen schade toebrengen aan de gezondheid van gebruikers van deze middelen en dat de productie en verkoop van verdovende middelen gepaard gaat met ernstige vormen van criminaliteit. In de handel van harddrugs gaat veel geld om. Door deze feiten te plegen, heeft [verdachte] zijn eigen financieel gewin boven de veiligheid van anderen gesteld en de maatschappij bewust blootgesteld aan de risico’s die gepaard gaan met de handel in en het gebruik van cocaïne. De handel in cocaïne vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde en heeft een ontwrichtende invloed op de samenleving. Niet alleen gezondheid en welzijn wordt door deze handel nadelig beïnvloed, ook de algemene veiligheid en het financiële stelsel. Ook door het witwassen heeft [verdachte] bijgedragen aan ontwrichting van de samenleving en het financiële stelsel.
[verdachte] heeft zich daarnaast, samen met anderen, schuldig gemaakt aan afpersing. Hij heeft samen met zijn mededaders bedreigende uitlatingen gedaan om geld betaald te krijgen van [slachtoffer] . Zij hebben ook daadwerkelijk geweld gebruikt tegen hem. Dit alles heeft [slachtoffer] zodanig angstig gemaakt dat hij grote geldbedragen heeft betaald. Het heeft niet alleen [slachtoffer] maar ook zijn vrouw, bij wie mannen aan de deur zijn geweest om naar haar man te vragen, zeer angstig gemaakt. [verdachte] heeft zich daarbij naar het zich laat aanzien niets van de gevolgen voor anderen aangetrokken, maar alleen gedacht aan zijn eigen financieel gewin. Dit zijn zeer ernstige feiten en dat rekent de rechtbank [verdachte] aan.
[verdachte] heeft tot slot, samen met anderen, een ontploffing voorbereid. Hij heeft ervoor gezorgd en erop toegezien dat daartoe explosieven werden geregeld en bewaard. Dergelijke ontploffingen zijn bedreigend en beangstigend voor de bewoners van de betreffende woning en de omwonenden. Het beoogde slachtoffer, [slachtoffer] , was door verdachte al afgeperst, maar kennelijk vond [verdachte] dat niet genoeg. Dit soort strafbare feiten leiden bovendien tot onrust en gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. De rechtbank vindt het zeer zorgelijk dat [verdachte] bereid is om zo’n ernstig strafbaar feit te plegen en neemt het hem kwalijk dat hij bij het plegen daarvan zich niet lijkt te hebben bekommerd om de mogelijke gevolgen van zijn acties.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de hoogte van de straf aansluiting gezocht bij wat in vergelijkbare zaken wordt opgelegd. Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven jaren passend en geboden. Gelet op de aard en de ernst van de feiten en het sterk ondermijnende karakter van het handelen van [verdachte] , kan niet worden volstaan met het opleggen van een geringere of andersoortige straf dan een gevangenisstraf van deze duur.
De rechtbank zal de voorlopige hechtenis van [verdachte] opnieuw schorsen, bij een apart opgemaakte beslissing, aangezien tijdens de eerdere schorsing is gebleken dat het recidivegevaar met voorwaarden kan worden beperkt. Dezelfde voorwaarden zullen daarbij weer worden opgelegd, hetgeen ook betekent dat het paspoort van [verdachte] niet zal worden teruggegeven. Het recidiverisico acht de rechtbank nog onverkort aanwezig. Ook acht de rechtbank mede in het licht van het internationale karakter van de bewezenverklaarde strafbare feiten vluchtgevaar aanwezig.

9.Beslag

Blijkens de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen (hierna: beslaglijst) zijn onder [verdachte] de volgende voorwerpen in beslag genomen:
4. 1 STK Bon (Omschrijving: PL1300-ADRAA22089_785063, Gassan onderhoudsbon)
5. 1 STK Mes (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402995, Heft)
6. 1 STK Weegschaal (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402882, keukenweegschaal)
7. 1 STK Zak (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402883, plastic zakjes)
8. 1 STK Mes (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402878, mes en heft)
9. 1 STK Weegschaal (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402881, keukenweegschaal)
10. 1 STK Keukenartikel (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402877)
11. 1 STK Zak (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402869, plastic zakje)
12. 1 STK Zak (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402875, AH tas)
13. 1 STK Zak (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402868, Perry Sport tasje)
14. 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402870, cocaine)
2. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-ADRAA22089_785068, Chrome, merk: Rolex)
3. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-ADRAA22089_785069, Audemans Piquet)
1. EUR ibg d.d. 02-10-2023, 575 (Omschrijving: ADRAA22089_785067).
De horloges onder 2 en 3 behoren aan verdachte toe, omdat ze onder hem in beslag zijn genomen en de verklaring van verdachte, dat hij ze voor een ander bewaarde, niet concreet en verifieerbaar is. Omdat met betrekking tot die voorwerpen het onder 3 bewezen geachte witwassen is begaan, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.
De verdovende middelen onder 14, te weten cocaïne, zijn bestemd tot het begaan van het onder 1 en 2 primair bewezen geachte en zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Daarom worden deze verdovende middelen onttrokken aan het verkeer.
Het onder 1 inbeslaggenomen geldbedrag zal worden teruggegeven aan [verdachte] .
De rechtbank zal geen beslissing nemen over de onder 4 tot en met 13 genoemde voorwerpen, omdat verdachte uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van deze voorwerpen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 46, 47, 57, 157, 317 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en op de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
medeplegen om een feit, bedoeld in het vierde lid of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, door een ander trachten te bewegen om dat feit mede te plegen, zich of een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 2 primair:
medeplegen van poging tot opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
Ten aanzien van feit 3:
witwassen, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 4:
medeplegen van afpersing, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 5:
medeplegen van voorbereiding van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 7 (zeven) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
2. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-ADRAA22089_785068, Chrome, merk: Rolex)
3. 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-ADRAA22089_785069, Audemans Piquet)
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
14. 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022147206-6402870, cocaine)
Gelast de teruggaveaan [verdachte] van:
1. EUR ibg d.d. 02-10-2023, 575 (Omschrijving: ADRAA22089_785067).
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Wiewel, voorzitter,
mrs. M.R.J. van Wel en M. Nieuwenhuijs, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.F. Coşkun, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 maart 2025.
[plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]
  • [plaats 5]

Voetnoten

1.Ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis, worden verdachte en medeverdachte ook bij hun (achter)naam genoemd.
2.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
3.Proces-verbaal identificatie gebruiker Sky-ID’s [accountnaam 1] en [accountnaam 2] als [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1984, ZD 1 Rubriek 7, p. 26-36.
4.Proces-verbaal van identificatie [verdachte] , geboren [geboortedag] 1984 als gebruiker SkyECC account [accountnaam 3] , ZD 1 Rubriek 7, p. 43-51.
5.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 2] , ZD 1 Rubriek 2, p. 2.
6.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 2] , ZD 1 Rubriek 2, p. 4-6.
7.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 2] , ZD 1 Rubriek 2, p. 4.
8.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 2] , ZD 1 Rubriek 2, p. 6-8.
9.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 2] , ZD 1 Rubriek 2, p. 9-11.
10.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 2] , ZD 1 Rubriek 2, p. 12-14.
11.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 2] , ZD 1 Rubriek 2, p. 15.
12.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 1] , ZD 1 Rubriek 2, p. 28-30.
13.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 1] , ZD 1 Rubriek 2, p. 30-31.
14.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
15.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 1] , ZD 1 Rubriek 2, p. 35-36.
16.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 1] , ZD 1 Rubriek 2, p. 36-37.
17.Proces-verbaal van bevindingen chats Sky-ID [accountnaam 1] , ZD 1 Rubriek 2, p. 34-35.
18.Proces-verbaal van bevindingen SkyECC chats [medeverdachte 1] met o.a. [verdachte] over internationale handel in cocaïne, ZD 1 Rubriek 2, p. 61-64.
19.Proces-verbaal van bevindingen SkyECC chats [medeverdachte 1] met o.a. [verdachte] over internationale handel in cocaïne, ZD 1 Rubriek 2, p. 64-65.
20.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
21.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
22.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
23.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
24.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
25.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
26.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
27.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
28.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
29.Proces-verbaal van bevindingen Internationale handel in verdovende middelen: poging import 75 KG
30.Proces-verbaal van bevindingen Analyse ABN AMRO rekening [verdachte] , ZD 03, p. 23-26.
31.Proces-verbaal Aanvullende analyse ABN AMRO rekening [verdachte] , ZD 03, p. 28-29.
32.Proces-verbaal overzicht contante stortingen en transacties tussen [verdachte] en [naam vriendin] , ZD 03, p. 89.
33.Proces-verbaal van bevindingen inbeslaggenomen horloges AD 04, p. 14-15.
34.Proces-verbaal van bevindingen Financiële positie [verdachte] , ZD 03, p. 13.
35.Proces-verbaal van bevindingen Tapgesprekken en transacties tussen [verdachte] en [naam vriendin] , ZD 03, p. 92-93.
36.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] , Dossier NUKA, p. 10-12.
37.Bijlage 1 bij proces-verbaal van aanvullend verhoor van de aangever [slachtoffer] , ZD 2, p. 312.
38.Proces-verbaal van aanvullend verhoor van de aangever [slachtoffer] , ZD 2, p. 307-308.
39.Proces-verbaal van 1e verhoor verdachte [naam 20] , dossier NUKA, p. 220, 222, 223.
40.Proces-verbaal van bevindingen nieuw onderzoek historische gegevens [nummer 1] en de connectie met [verdachte] , ZD 2, p. 245.
41.Proces-verbaal van bevindingen chat [naam 20] en [alias 3] , Dossier NUKA, p. 140-154.
42.Proces-verbaal van bevindingen OVC gesprek over bommen en opblazen van een huis, ZD 2, p. 65-66, 69.
43.Proces-verbaal duiding OVC gesprekken over dreiging explosieven, ZD 2, p. 119.
44.Proces-verbaal duiding OVC gesprekken over dreiging explosieven, ZD 2, p. 119 onderaan.
45.Proces-verbaal duiding OVC gesprekken over dreiging explosieven, ZD 2, p. 120-121.
46.Proces-verbaal duiding OVC gesprekken over dreiging explosieven, ZD 2, p. 123.
47.Proces-verbaal van bevindingen uitleg onderzoek Mombassa; opnemen vertrouwelijke communicatie in voertuig [verdachte] ; relatie met onderzoek Nuka en afscherming onderzoek Trucha, ZD 2, p. 242.
48.OVC-gesprek TA018 OVC [kenteken] , sessie 259, ZD 2, p. 134-136.
49.Proces-verbaal van bevindingen uitleg onderzoek Mombassa; opnemen vertrouwelijke communicatie in voertuig [verdachte] ; relatie met onderzoek Nuka en afscherming onderzoek Trucha, ZD 2, p. 241.