ECLI:NL:RBAMS:2025:2067

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 maart 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
13/085825-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor drugshandel en witwassen met gebruik van SkyECC-communicatie

Op 28 maart 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij drugshandel en witwassen. De verdachte werd geïdentificeerd als gebruiker van een SkyECC-account, waaruit bleek dat hij betrokken was bij de voorbereiding van de invoer van 30 kilogram cocaïne, de verkoop van 9 kilogram cocaïne, het vervoer van 30 kilogram MDMA, de verkoop van 10 kilogram MDMA en de voorbereiding van de verkoop van 100.000 XTC-pillen. Daarnaast werd hij veroordeeld voor witwassen van aanzienlijke geldbedragen en luxegoederen, die vermoedelijk afkomstig waren van criminele activiteiten. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 54 maanden op, met aftrek van voorarrest. De zaak kwam voort uit een onderzoek naar criminele netwerken die gebruik maakten van SkyECC-communicatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op basis van de verzamelde bewijsmiddelen, waaronder chatgesprekken, kon worden geïdentificeerd als de gebruiker van het SkyECC-account en dat hij een coördinerende rol speelde in de drugshandel. De rechtbank achtte de verklaringen van de verdachte ongeloofwaardig en concludeerde dat hij zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13.085825.23 [verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/085825-23
Datum uitspraak: 28 maart 2025
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1988,
wonende op het adres [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 24 oktober 2023, 4 januari 2024, 14 maart 2024, 5 juni 2024, 19 juli 2024 en 14 maart 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. K. van der Willigen en S.M. van der Veen (hierna gezamenlijk aangeduid als de officier van justitie) en van wat verdachte en zijn raadsman mr. C.C. Polat naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging op de zitting van 24 oktober 2023, kort gezegd, ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
1. medeplegen van voorbereiding van het opzettelijk invoeren, en vervoeren van 30 kilogram cocaïne, in de periode van 11 tot en met 18 mei 2020 te Amsterdam;
2. medeplegen van het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, dan wel het opzettelijk aanwezig hebben van 9 kilogram cocaïne, 30 kilogram MDMA en 10 kilogram MDMA, in de periode van 22 juni 2020 tot en met 3 maart 2021 te Purmerend, Dordrecht en/of Amsterdam;
3. medeplegen van voorbereiding van het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van 100.000 XTC-pillen, op 11 november 2020 te Amsterdam;
4.
primair:medeplegen van witwassen van € 220.500,00 en/of € 9.750,00 en/of € 7.780,00 en/of een motor ter waarde van € 28.114,00 en/of aankopen van luxegoederen van het merk Hermes ter waarde van € 13.220,00, in de periode van 1 juli 2019 tot en met 10 juli 2023 te Amsterdam;
subsidiairis dit ten laste gelegd als medeplegen van eenvoudig witwassen.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in een
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Inleiding
In het onderzoek Argus, dat zich richt op criminele samenwerkingsverbanden van NN-gebruikers van SkyECC, zijn gegevens verkregen van een gebruiker met SkyECC-ID (hierna: SkyECC-ID, SkyECC-account of Sky-ID) [Sky-ID 1] . Het Sky-ID was gekoppeld aan IMEI-nummers [nummer] en [nummer] en had als gebruikersnamen ‘ [gebruikersnaam 1] ’, ‘ [gebruikersnaam 2] ’, ‘ [gebruikersnaam 3] ’, ‘ [gebruikersnaam 3] ’, ‘ [gebruikersnaam 4] ’ en ‘ [gebruikersnaam 5] ’. [2] Via zoekwoordenlijsten in de categorie ‘cocaïne’ zijn berichten gelezen van dit Sky-ID met andere gebruikers van SkyECC. Het Sky-ID is vanaf 14 juli 2019 tot en met 9 maart 2021 in gebruik geweest. [3]
4.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het op schrift gestelde requisitoir – gerekwireerd tot bewezenverklaring van feit 1, 2, 3, 4 primair en 5. Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 heeft zij aangevoerd dat verdachte kan worden geïdentificeerd als de gebruiker van SkyECC-ID [Sky-ID 1] en dat – gelet op de inhoud van de uitgelezen chatgesprekken – kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Gelet op het onder feit 1, 2 en 3 bewezen verklaarde, bestaat er een witwasvermoeden ten aanzien van de onder feit 4 ten laste gelegde geldbedragen ter hoogte van € 9.750,00 en € 7.780,00 en de luxegoederen van het merk Hermes. Verdachte heeft hiervoor geen concrete en verifieerbare verklaring afgelegd. Gelet hierop kan bewezen worden dat verdachte zich met betrekking tot die geldbedragen en goederen heeft schuldig gemaakt aan witwassen. De officier van justitie heeft partiële vrijspraak gevorderd van het geldbedrag van € 220.500,00 en de motor.
Ook het onder feit 5 ten laste gelegde vuurwapen- en munitiebezit kan worden bewezen, gelet op de inhoud van het dossier en de bekennende verklaring van verdachte.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van feit 1, 2, 3 en 4.
Ten aanzien van feit 1, 2 en 3 heeft verdachte betwist de gebruiker te zijn van het SkyECC-account [Sky-ID 1] . Hij heeft verklaard dat hij vanaf 2016 in contact is gekomen met een aantal mannen, van wie één de bijnaam ‘ [gebruikersnaam 4] ’ heeft. [gebruikersnaam 4] kwam vaak bij verdachte over de vloer en bleef regelmatig bij hem slapen. Vanaf enig moment liet [gebruikersnaam 4] zijn telefoon bij verdachte thuis liggen. Verdachte heeft nooit in de telefoon gekeken. Hij heeft de telefoon wel een aantal keer meegenomen naar Colombia, Cuba en Curaçao, waar [gebruikersnaam 4] met enkele vrienden voor een vakantie verbleef. Verdachte werd dan uitgenodigd om vakantie te komen vieren en werd verzocht om de telefoon mee te nemen. Hij nam de telefoon ook weer mee terug op de vlucht naar Nederland. Verdachte heeft – vanwege een dreiging op zijn leven – niet willen verklaren wat de echte naam van ‘ [gebruikersnaam 4] ’ is. Uit de punten waarop de identificatie van verdachte als gebruiker van het SkyECC-account is gebaseerd, kan niet blijken dat verdachte de gebruiker is. Sommige punten vormen zelfs een contra-indicatie dat verdachte de gebruiker was, zoals het feit dat verdachte nooit rastahaar heeft gehad en dat de gebruiker van een SkyECC-account nooit zijn eigen achternaam als gebruikersnaam zou opvoeren. De identificatie kan dan ook geen stand houden. Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij met het SkyECC-account [Sky-ID 1] met gebruikersnaam [gebruikersnaam 6] contact heeft gehad en hem ook heeft ontmoet en dat het een negroïde man was van 1,90 meter lang. De moeder van verdachte heeft verklaard dat een vriend van verdachte [gebruikersnaam 4] heette. De vader van verdachte heeft verklaard dat verdachte een vriend had met rastahaar en ook getuige [getuige 2] heeft verklaard dat verdachte omging met meerdere personen die rastahaar hadden.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van feit 4. Gelet op het vrijspraakverweer ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 dient ook voor het geldbedrag à € 220.500,00 vrijspraak te volgen. Ten aanzien van de andere tenlastegelegde geldbedragen en goederen heeft verdachte een concrete en verifieerbare verklaring afgelegd. Zo heeft de vader van verdachte verklaard dat hij (contante) schenkingen deed aan verdachte. Er is door het Openbaar Ministerie geen nader onderzoek gedaan naar de inkomenspositie van de vader van verdachte. De motor heeft verdachte als schenking van zijn opa ontvangen. Ten aanzien van de luxegoederen van Hermes heeft verdachte verklaard dat anderen weleens via zijn account bij dat bedrijf bestelden.
Ten aanzien van feit 5 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1
Identificatie verdachte als gebruiker [Sky-ID 1]
De rechtbank acht bewezen dat verdachte de gebruiker is van SkyECC-account [Sky-ID 1] . Zij overweegt hiertoe als volgt.
Zoals hiervoor is opgenomen, waren er aan het Sky-ID [Sky-ID 1] twee IMEI-nummers gekoppeld. Het meest gebruikte cell-ID van IMEI-nummer [nummer] in de periode van 14 juli 2019 tot en met 1 juni 2020 was een cell-ID op de [adres] . Deze werd ook in de nachtelijke uren het meest gebruikt. Het adres van het cell-ID ligt hemelsbreed op ongeveer 600 meter afstand van de [adres] , waar verdachte woont. Het cell-ID dat door IMEI-nummer [nummer] in de periode van 3 juni 2020 tot en met 9 maart 2021 het meest werd gebruikt, was een cell-ID op de [adres] . Dit cell-ID werd tevens in de nachtelijke uren het meest gebruikt en ligt hemelsbreed op ongeveer 350 meter afstand van de woning van verdachte. [4]
Van de IMEI-nummers waaraan Sky-ID [Sky-ID 1] gekoppeld was, zijn APN-gegevens verkregen over de periode van 14 juli 2019 tot en met 2 juni 2020. Hieruit blijkt dat de gebruiker van de telefoon met deze IMEI-nummers vermoedelijk passagier is geweest van de volgende vluchten:
- 2 januari 2020 van Amsterdam naar Havana (Cuba);
- 13 januari 2020 van Cartagena (Colombia) naar Amsterdam;
- 24 januari 2021 van Amsterdam naar Curaçao;
- 8 februari 2021 van Curaçao naar Amsterdam. [5]
Uit analyse van de passagierslijsten van deze vluchten is gebleken dat verdachte de enige persoon was die op alle vier de vluchten als passagier vermeld stond. [6]
In een uitgelezen chatgesprek van 3 juni 2020 tussen Sky-ID [Sky-ID 1] en Sky-ID [Sky-ID 2] schrijft de gebruiker van het eerstgenoemde ID om 13.59 uur dat hij een paar dagen op het politiebureau heeft gezeten vanwege een uit de hand gelopen burenruzie. De gebruiker van Sky-ID [Sky-ID 1] schrijft verder dat hij net van telefoon is gewisseld, omdat de oude was ‘gewiped’. Uit de politiesystemen blijkt dat verdachte op 2 juni 2020 om 01.25 uur is aangehouden voor een mishandeling van de buurvrouw van zijn vriendin. Hij is vervolgens om 17.59 uur heengezonden en heeft de nacht en dag van 2 juni 2020 dus in de politiecel doorgebracht. [7] Uit de metadata van Sky-ID [Sky-ID 1] blijkt dat aan dit ID aan twee IMEI-nummers gekoppeld was: [nummer] en [nummer] . De laatste registratie van de koppeling met het eerste IMEI-nummer was op 1 juni 2020. De eerste registratie van de koppeling met het laatste IMEI-nummer was op 3 juni 2020. [8]
Tot slot verwijst de gebruikersnaam [gebruikersnaam 4] naar verdachte.
Op basis van deze omstandigheden in samenhang bezien en het feit dat verdachte heeft erkend dat de Sky-telefoon jarenlang in zijn woning lag en hij deze ook meenam op genoemde vluchten, kan worden vastgesteld dat verdachte ook de gebruiker was van de telefoon en de daaraan gekoppelde Sky-ID [Sky-ID 1] .
Dat verdachte, zoals hij heeft verklaard, de telefoon alleen maar bewaarde voor een ander die gebruik maakte van deze telefoon, acht de rechtbank ongeloofwaardig.
Uit de inhoud van de berichten blijkt, zoals hierna wordt overwogen en ook niet is weersproken door verdachte, dat de telefoon is gebruikt voor (internationale) drugshandel. Het veelvuldige chatverkeer met betrekking tot die handel gaat niet samen met het scenario dat verdachte schetst dat hij de telefoon jarenlang – zonder daarvoor een vergoeding te ontvangen – voor de gebruiker bewaarde, die niet bij hem in huis woonde. De verklaring van verdachte impliceert dat de gebruiker alleen af en aan toegang zou hebben tot de Sky-telefoon, terwijl uit de chat-berichten blijkt dat sprake was van intensief contact rondom drugsdeals. Verdachte heeft bovendien verklaard dat hij de telefoon een aantal keren voor de gebruiker meenam naar het buitenland en deze vervolgens ook weer mee terug nam. Dat zou betekenen dat de telefoon, die blijkens het chatverkeer werd gebruikt voor handel in drugs, soms dagenlang niet in gebruik zou zijn. Dit acht de rechtbank niet geloofwaardig. Dit scenario zou namelijk praktisch onwerkbaar zijn voor de gebruiker, terwijl de financiële belangen groot zijn.
Tegen deze achtergrond acht de rechtbank de enkele, niet onderbouwde verklaring van de getuige [getuige 1] dat hij de man die hij kent als ‘ [gebruikersnaam 6] ’ uit [plaats] , de persoon achter SkyECC-account [Sky-ID 1] , heeft ontmoet en dat deze man rastahaar had, onvoldoende om al hetgeen hiervoor is opgenomen terzijde te schuiven.
In tegenstelling tot hetgeen de raadsman heeft aangevoerd, vindt de rechtbank het feit dat de gebruiker van het Sky-ID in het chatgesprek van 3 juni 2020 schrijft dat hij ‘een paar dagen’ heeft vastgezeten, geen contra-indicatie dat verdachte de gebruiker was. Hoewel verdachte inderdaad niet enkele dagen heeft vastgezeten, maar een nacht en een dag, weegt dit kleine verschil niet op tegen de heel specifieke omstandigheden die wel precies passen bij hetgeen in de chat wordt geschreven over de burenruzie en de wisseling van telefoons.
Ook de gebruikersnaam van het Sky-ID ‘ [gebruikersnaam 4] ’ vormt geen contra-indicatie voor de identificatie van verdachte als gebruiker. Hoewel met de kennis van nu inderdaad blijkt dat het gebruiken van de eigen naam voor het Sky-ID niet verstandig is als men niet geïdentificeerd wil worden, overweegt de rechtbank dat gebruikers van SkyECC zich indertijd vóór de hack van SkyECC onbespied waanden. Dit blijkt ook uit de open wijze waarop over drugs wordt gesproken in de chatgesprekken en de foto’s die daarbij worden uitgewisseld.
Conclusie
Al het bovenstaande in samenhang en onderling verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat verdachte geïdentificeerd kan worden als gebruiker van SkyECC-ID [Sky-ID 1] . Zij gaat ervan uit dat de berichten die in de hierna volgende chatgesprekken zijn verstuurd door dat Sky-ID afkomstig zijn van verdachte. Waar in de bewijsmiddelen ‘ [Sky-ID 1] ’ is opgenomen, leest de rechtbank dan ook ‘verdachte’.
4.4.2
Het oordeel over het onder feit 1 ten laste gelegde
Chatgesprekken
Verdachte heeft onder meer aan twee groepschats deelgenomen, namelijk de groepschats genaamd [groepschat 1] , [groepschat 2] en [groepschat 3] . In die laatste chat werd op 15 mei 2020 door gebruiker [gebruiker 1] twee foto’s van blokken cocaïne gestuurd, die ‘bits’ werden genoemd. [9]
Op 11 mei 2020 wordt door gebruiker [gebruiker 2] een groep aangemaakt, waarbij wordt gezegd dat deze voor Martin air (de rechtbank begrijpt: Martinair) is. Gebruiker [gebruiker 1] geeft aan dat hij een vriend heeft die de volledige controle heeft bij Martinair, Cargo Lux. De gebruiker laat weten dat zaterdag gestart kan worden met ‘bits’ in het midden op de bodem van een PMC (een pallet voor vervoer van luchtvracht). Verdachte geeft aan PMC te kunnen doen, waarbij hij aangeeft waar de ‘bits’ geplaatst kunnen worden. Aan verdachte wordt gevraagd wat voor hem het beste werkt: droog, bloemen, fruit of pallets, waarop verdachte aangeeft dat dat hem niet uitmaakt, omdat in Amsterdam verschillende groepen zijn die transporten afhandelen. Alle systemen zijn volgens verdachte mogelijk, als hij het maar van tevoren weet. Verdachte stelt voor om bloemen te doen, waarvoor dan door een Nederlands bloemenbedrijf een bestelling in Ecuador of Colombia moet worden geplaatst. Zo kan er met hele pallets gewerkt worden, waar 1200 ‘bits’ op kunnen. Gebruiker [gebruiker 1] geeft aan te willen beginnen met een test van dertig stuks tussen bloemen. Volgens verdachte is dat mogelijk, zolang ze niet in het midden worden geplaatst. Hij neemt de zorgen van [gebruiker 1] om de tussenstop op Miami weg, door aan te geven dat hier niet wordt uitgeladen, tenzij er vanuit Colombia een tip is binnengekomen. Verdachte geeft aan dat als er met PMC-container gewerkt zal worden, deze minimaal zes uur van tevoren geladen moeten worden en er dan geen weg terug is. Hij wil foto’s van de goederen buiten en binnen in het vliegveld en in de ruimte waar de dozen op de PMC-container worden geplaatst, om te voorkomen dat ze worden voorgelogen over of de klus gelukt is of niet. Gebruiker [gebruiker 1] vraagt of de 23e akkoord is en gaat samen met gebruiker [gebruiker 3] het transport verder voorbereiden. [gebruiker 1] zal alles gaan ontvangen en zegt dat er drie dozen bloemen zullen zijn met daarin tien ‘bits’ per doos. Verdachte zegt vervolgens dat het niet uitmaakt welke ‘afhandelaar’ ze zullen gebruiken, omdat het eruit zal worden gehaald voordat ze in de hal terecht komen. Op 13 mei 2020 vraagt gebruiker [gebruiker 1] om bevestiging dat de 23e akkoord is en stuurt gebruiker [gebruiker 2] foto’s van de goederen. Ze wachten op bevestiging van ‘ [gebruikersnaam 5] ’. Op 17 mei 2020 wordt opnieuw geïnformeerd of er reactie is van ‘ [gebruikersnaam 5] ’. Vervolgens kan verdachte de chat niet meer lezen, waarop er een nieuwe chat met dezelfde deelnemers wordt aangemaakt. Verdachte geeft daarop aan waarvan foto’s gemaakt moeten worden en waar op de pallet de dozen moeten staan. Hierop stuurt gebruiker [gebruiker 1] op 18 mei 2020 een foto van een opgebouwde pallet en vraagt om goedkeuring van verdachte. Die laatste bevestigt dat dit oké is. Daarna stopt de groepschat. [10]
Cocaïne
Uit de inhoud van de chats wordt duidelijk dat het gaat om cocaïne. Ambtshalve is verbalisanten bekend dat met de term ‘bits’ cocaïne wordt bedoeld. Daarnaast worden er foto’s in de chat gedeeld, waarop blokken te zien zijn. Bovendien stuurt verdachte op 16 december 2020 in een chat met gebruiker 566811 dat hij ‘bits’ aangeboden heeft gekregen voor 30.5. Vermoedelijk heeft hij het hier over een kiloprijs van € 30.500,00. Dit correspondeert met de groothandelsprijs van cocaïne die gemiddeld tussen € 2.000,00 en € 32.000,00 ligt. [11]
Voorbereiding invoer cocaïne
Op grond van de inhoud van de chats en de identificatie van verdachte als de gebruiker van SkyECC-account [Sky-ID 1] acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 11 mei tot en met 18 mei 2020 heeft schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor de invoer van 30 kilogram cocaïne.
Medeplegen
Aan de groepschat namen verschillende gebruikers deel, die blijkens de berichten allen een eigen taak hadden. Er werden onder meer foto’s van de lading gestuurd en er werd overlegd over wat de beste wijze van verpakken was. Ook blijkt dat verdachte hierin een coördinerende rol had. Hij gaf aan wat de beste wijze is om de lading te verstoppen, gaf opdracht om foto’s te maken en liet weten dat hij ervoor moest zorgen dat de lading in de shift van zijn werkers viel. In de chat is verder te lezen dat men wacht op goedkeuring van verdachte voordat een en ander in werking wordt gesteld. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de andere deelnemers aan de groepschat en dus van medeplegen. [12]
4.4.3
Het oordeel over het onder feit 2 ten laste gelegde
Verkoop van 9 kilogram cocaïne
Chatgesprek
Uit het ontsleutelde berichtenverkeer van Sky-ID [Sky-ID 1] , dat in gebruik is bij verdachte, blijkt dat verdachte op 15 juni 2020 via een privéchat SkyECC-ID [Sky-ID 3] benadert met de vraag of die iets met ‘boli’ kan. Hij geeft aan dat de ‘boli’ in poeder is binnengekomen, hier gedrukt is en dat het een blok is. Gebruiker [Sky-ID 3] gaat op zoek naar afnemers. Verdachte laat desgevraagd weten dat de crack uitkookt op 9.4 en hard wordt. Hij geeft aan dat hij 4 gram als test kan geven. Dat is niet meer nodig omdat [Sky-ID 3] op zoek gaat naar een andere koper. Op 16 juni 2020 vraagt gebruiker [Sky-ID 3] om een foto, waarbij hij een chat van ene ‘ [afnemer] ’ meestuurt, die vraagt of hij een foto kan maken van het blok en of het niet uit elkaar valt als je het pakt. Daarop stuurt verdachte een foto van een blok met opdruk naar [Sky-ID 3] en laat hij weten dat het hard is en niet uit elkaar valt. Verdachte laat weten dat hij nog 9 of 10 heeft. Er wordt onderhandeld over de prijs. Er wordt een prijs van € 24.500,00 overeengekomen en er wordt afgesproken dat er 9 zullen worden afgenomen. Op 22 juni 2020 laat verdachte weten dat hij een adres zal sturen en dat [afnemer] ze kan ophalen in Purmerend. Hij vraagt aan [Sky-ID 3] om aan hem te laten weten wanneer [afnemer] er is. Een minuut later stuurt [Sky-ID 3] een bericht van [afnemer] door waarin hij schrijft: ‘Ik ben over 5 minuten bij adres van [gebruikersnaam 5] ’ en nog zes minuten later stuurt [Sky-ID 3] een bericht van [afnemer] door: ‘Ben bij hem’. Later die dag checkt [Sky-ID 3] het bedrag dat verdachte dient te krijgen, namelijk € 220.500,00, wat overeenkomt met 9 maal € 24.500,00. Hij stuurt een foto van stapels met geld naar verdachte en laat weten dat ze aan het tellen zijn. Er wordt afgesproken dat verdachte [afnemer] zal ontmoeten bij het Hilton Hotel aan de Apollolaan. Verdachte bevestigt om 19.38 uur dat hij [afnemer] heeft gezien op het terras bij het Hilton Hotel en dat hij morgen gaat tellen. Op 24 juni 2020 bevestigt verdachte dat hij ‘de papieren’ (de rechtbank begrijpt: het geld) heeft gecheckt en dat het klopt. [13]
Cocaïne
De rechtbank stelt vast dat het gaat om verkoop van cocaïne. Allereerst omdat er gesproken wordt over ‘boli’. Het is de verbalisanten ambtshalve bekend dat dit een term is die wordt gebruikt om cocaïne afkomstig uit Bolivia aan te duiden. Daarnaast wordt er gesproken over gedrukt poeder, dat een blok is. Gebruiker [Sky-ID 3] schrijft over ‘crack’, wat de rookbare variant van cocaïne is. Voorts stuurt verdachte een foto van een blok cocaïne in de chat. [14]
Oordeel rechtbank
Op grond van al het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 22 juni 2020 heeft schuldig gemaakt aan de verkoop van 9 kilogram cocaïne. Zij is daarbij van oordeel dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking en dus van medeplegen, nu uit het chatgesprek duidelijk wordt dat gebruiker [Sky-ID 3] op verzoek van verdachte op zoek gaat naar afnemers en die gebruiker ook een duidelijke tussenpersoon blijft tussen verdachte en de uiteindelijke afnemer. Dat sprake is van een voltooide verkoop blijkt uit de berichten van 22 juni 2020, waarin verdachte bevestigt de afnemer ‘ [afnemer] ’ te hebben gezien en de berichten van 24 juni 2020, waarin hij aan gebruiker [Sky-ID 3] laat weten dat hij het geld heeft geteld.
Vervoer van 30 kilogram MDMA en verkoop van 10 kilogram MDMA
Chatgesprek
Verdachte heeft vanaf 19 februari 2021 een chatgesprek met gebruiker [gebruiker 4] , waarin verdachte aan [gebruiker 4] vraagt of die nog ‘m’ nodig heeft. De volgende dag laat [gebruiker 4] weten dat hij nog kan onderhandelen met ‘ze’, waarop verdachte vraagt wat voor prijs goed is. [gebruiker 4] reageert hierop dat de markt tussen 17 en 18 staat, waarop verdachte vraagt of hij zal vragen of ze het voor 16 kunnen vragen. [gebruiker 4] laat weten dat hij voor 18 kan verkopen. Verdachte reageert dat hij voor 16 inkoopt en dat ze de overige 2 dan onderling verdelen. [gebruiker 4] vraagt of er een locatie bekend is waar het opgehaald kan worden, zodat hij een chauffeur kan regelen. Verdachte zegt dat het in Limburg ligt en daar opgehaald kan worden. Op 21 februari 2021 zegt verdachte dat hij niet zelf rijdt met spullen, waarop [gebruiker 4] zegt dat het beter is om iemand daarvoor te sturen. Verdachte zegt tegen [gebruiker 4] dat hij een adres voor hem heeft. De dag erna vraagt verdachte aan [gebruiker 4] hoe laat ‘hij’ daar kan zijn, dat hij moet zeggen dat [gebruikersnaam 5] hem heeft gestuurd, dat Dordrecht een uurtje rijden is en dat ze het samen zullen doen. Verdachte vraagt op 23 februari 2021 aan [gebruiker 4] of die een foto kan sturen van de ‘m’, waarop [gebruiker 4] drie foto’s stuurt. [15]
Op 25 februari 2020 geeft [gebruiker 4] aan dat hij morgen een klant heeft voor 10 kilogram. Die klant wil voor 1700 kopen. Op 28 februari 2020 verduidelijkt [gebruiker 4] dat het gaat om het inkopen van 30 kilogram: 15 pakketten van 2 kilogram. In de dagen die volgen, tot en met 2 maart 2021, wordt overlegd over de klant die 10 kilogram heeft gekocht. Die wil opnieuw 10 kilogram kopen, maar heeft de eerste lading nog niet betaald. Er wordt overlegd over of de lading teruggepakt moet worden. Op 3 maart 2021 schrijft [gebruiker 4] dat hij om 20.00 uur geld gaat ophalen van die 10 kilogram. Later die dag laat hij desgevraagd aan verdachte weten dat hij de afnemer 1800 heeft laten betalen, omdat het zo lang heeft geduurd. [16]
MDMA
Dat het gaat om vervoer en verkoop van MDMA blijkt allereerst uit dat verdachte vraagt of [gebruiker 4] nog ‘m’ nodig heeft, hetgeen een veelgebruikte term is voor MDMA. [gebruiker 4] stuurt vervolgens ook foto’s van brokken op het verzoek van verdachte om foto’s van de ‘m’ te sturen. Voorts stuurt [gebruiker 4] chatberichten van Jack new waarin voluit wordt gesproken over twee tassen MDMA die zijn opgehaald in Dordrecht. [17]
Medeplegen van vervoeren van 30 kilogram MDMA
Uit de chat volgt dat verdachte en gebruiker [gebruiker 4] overleggen over de koop van 30 kilogram MDMA. Ze overleggen over de prijs en wie wat gaat ophalen en waar. Dat de MDMA uiteindelijk is vervoerd, blijkt uit de foto’s die [gebruiker 4] op verzoek van verdachte naar hem stuurt. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het voorgaande, sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 20 februari 2021 tot en met 23 februari 2021 als medepleger schuldig heeft gemaakt aan het vervoeren van 30 kilogram MDMA.
Medeplegen van verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van 10 kilogram MDMA
Het hiervoor samengevatte chatgesprek wijst uit dat verdachte, samen met de medeverdachte, tussen 25 februari 2021 en 3 maart 2021 bezig is geweest met de verkoop van 10 kilogram MDMA. Zij onderhouden nauw contact, overleggen over aan wie wordt verkocht en voor welke prijs. Uit de chat blijkt ook dat er sprake is van een voltooide transactie. Dat de MDMA is afgeleverd, blijkt uit de discussie over of de lading moet worden teruggepakt omdat afnemer niet heeft betaald. De verkoop blijkt verder ook uit dat er uiteindelijk toch betaald is. Gelet op al het voorgaande, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 25 februari 2021 tot en met 3 maart 2021 als medepleger schuldig heeft gemaakt aan het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van 10 kilogram MDMA.
4.4.4
Het oordeel over het onder feit 3 ten laste gelegde
Inhoud chatgesprekken
Op 10 november 2020 vindt er een chat plaats tussen gebruiker [Sky-ID 1] en SkyECC-gebruiker [gebruiker 5] , waarin die laatste vraagt of [Sky-ID 1] 100.000 pillen kan regelen. [Sky-ID 1] vraagt hoeveel milligram erin moet zitten, waarop [gebruiker 5] antwoordt: 180 of 200. [Sky-ID 1] laat weten dat hij pillen kan regelen waar bruto 220 milligram in zit voor 35 cent. Hij stuurt een foto van langwerpige pillen. Op 11 november 2020 laat [Sky-ID 1] weten dat de pillen klaarliggen in Oss en dat hij ook voorbeeldpillen kan krijgen. [gebruiker 5] laat weten het geld te regelen. [Sky-ID 1] laat de pillen naar Amsterdam brengen en zegt tegen [gebruiker 5] dat degene die de pillen komt ophalen om 15.15 uur bij het Hilton (de rechtbank begrijpt: het Hilton Hotel) op de Apollolaan moet zijn. [gebruiker 5] stuurt om 15.08 uur een foto van de auto waarin degene zit die de pillen komt ophalen. Om 15.13 uur stuurt [Sky-ID 1] ‘gezien’. Op 12 november 2020 vraagt [Sky-ID 1] hoe het zit met de pillen, waarop [gebruiker 5] laat weten dat de pillen zijn afgekeurd omdat ze niet sterk genoeg zijn. [18]
XTC-pillen
Uit de volgende omstandigheden leidt de rechtbank af dat het gaat om XTC-pillen. De pillen moeten volgens [gebruiker 5] 180 of 200 milligram bevatten en volgens [Sky-ID 1] bevatten de pillen 220 milligram bruto. XTC-pillen bevatten (in 2019) gemiddeld 150 tot 200 milligram MDMA. [19] In de chat is een foto verstuurd van langwerpige pillen. Ambtshalve is de verbalisanten bekend dat XTC-pillen in allerlei verschillende vormen worden geproduceerd. Verder schrijft [Sky-ID 1] dat de pillen € 0,35 kosten. Uit onderzoek van de politie blijkt dat de gemiddelde groothandelsprijs van een XTC-pil in 2020 € 0,30 was. [20]
Voorbereiding van verkoop van XTC-pillen
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich op 11 november 2020 als medepleger heeft schuldig gemaakt aan de voorbereiding van de verkoop van 100.000 XTC-pillen.
4.4.5
Het oordeel over het onder feit 4, primair, ten laste gelegde
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan witwassen en overweegt hiertoe het volgende.
Juridisch kader
Om tot een bewezenverklaring van witwassen te komen moet wettig en overtuigend worden bewezen dat de op de tenlastelegging genoemde geldbedragen en goederen van misdrijf afkomstig zijn, dat verdachte dit wist, en dat hij die geldbedragen of goederen voorhanden heeft gehad dan wel heeft verworven.
Verwerven dan wel voorhanden hebben
De rechtbank stelt vast dat verdachte de geldbedragen ter hoogte van € 9.750,00 en € 7.780,00 voorhanden heeft gehad. Uit onderzoek naar de bankrekening van verdachte, [nummer] , blijkt dat er in de periode van 18 juli 2020 tot en met 28 maart 2023 25 contante stortingen hebben plaatsgevonden van een bedrag van in totaal € 9.750,00. [21] Bij de doorzoeking van de woning van verdachte is in de slaapkamer in een buideltasje in de kast, waarin ook het rijbewijs van verdachte zat, € 7.780,00 aan contant geld aangetroffen. [22]
Bij die doorzoeking zijn ook op diverse plekken in de woning luxegoederen aangetroffen, zoals zonnebrillen van de merken Gucci en Prada en een hondenvoerbak van het merk Hermes. Er werden diverse bonnen van contante aankopen aangetroffen. Naar aanleiding daarvan zijn bij het bedrijf Hermes de gegevens van alle aankopen van verdachte over de periode van 14 juli 2019 tot en met 10 juli 2023 gevorderd. Uit deze gegevens blijkt dat er acht facturen op naam van verdachte bij Hermes bekend zijn, waarvan er zeven contant zijn betaald. Het totaalbedrag van de contante aankopen bedroeg € 13.220,00. [23]
Witwasvermoeden
Op basis van het dossier kan geen specifiek misdrijf worden vastgesteld waaruit de geldbedragen afkomstig zijn. Hoewel hiervoor overwogen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan handel in verdovende middelen, kan niet worden vastgesteld dat de in de tenlastelegging genoemde bedragen en goederen direct afkomstig zijn uit die specifieke bewezen verklaarde misdrijven. Ook als niet een concreet misdrijf (gronddelict) aan te wijzen valt, kan onder omstandigheden echter worden bewezen dat in dit geval de geldbedragen van misdrijf afkomstig zijn. Er moet dan sprake zijn van een witwasvermoeden op basis van de feiten en omstandigheden waaronder de geldbedragen zijn aangetroffen. Als dat vermoeden er is, is het aan verdachte om een verklaring te geven over de legale herkomst van de geldbedragen. Die verklaring moet concreet zijn, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Als de verklaring van verdachte daaraan voldoet, is het Openbaar Ministerie aan zet om nader onderzoek naar de herkomst van de geldbedragen te doen.
Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake van een witwasvermoeden. Daarvoor is allereerst van belang dat bewezenverklaard is dat verdachte zich in de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan drugshandel. Daarnaast weegt mee dat er contante stortingen en aankopen zijn gedaan, die niet verklaarbaar zijn uit legale inkomsten van verdachte. Zo had verdachte in de tenlastegelegde periode geen inkomen uit werk of een uitkering. Ook van ander vermogen, zoals een erfenis of giften die bij de belastingdienst zijn opgegeven, is niet gebleken. [24]
Voor het bestaan van het witwasvermoeden is verder nog van belang dat bij de doorzoeking van de woning van verdachte meerdere contante geldbedragen in euro’s en in vreemde valuta is aangetroffen, zoals Amerikaanse dollars, Antilliaanse guldens en Colombiaanse peso. [25] Voorts weegt de rechtbank mee dat bij verdachte een vuurwapen en munitie is aangetroffen, waarop in rubriek 4.4.6 nader wordt ingegaan.
Verklaring van verdachte
Verdachte heeft tijdens zijn politieverhoor verklaard dat hij schenkingen heeft gekregen van zijn familie en dat hij zwart heeft gewerkt als personal trainer. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij een tweetal horloges van zijn vader heeft gekregen. De eerste heeft hij vóór de coronatijd voor € 50.000,00 verkocht en de andere heeft hij tijdens coronatijd voor € 20.000,00 verkocht. Gedeelten van die bedragen stortte hij op zijn bankrekening. Verder heeft hij daarvan geleefd. De € 7.780,00 die is aangetroffen, is een restant van dat geld. De contante aankopen bij Hermes zijn niet allemaal van verdachte. Hij liet anderen artikelen kopen via zijn account.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van verdachte onvoldoende concreet is, niet verifieerbaar en op sommige punten ook op voorhand hoogst onwaarschijnlijk.
Wat betreft de schenkingen heeft de vader van verdachte verklaard dat hij verdachte tot 2016 € 500,00 per week gaf en hem ook vakantiegeld gaf. Vader heeft verder verklaard dat hij in 2016 stopte met die wekelijkse giften. Gelet op het feit dat de tenlastegelegde periode pas drie jaar later startte is het hoogst onwaarschijnlijk dat de contante stortingen in de periode van 2020 tot en met 2023, het aangetroffen contante geldbedrag en/of de aankopen van de luxegoederen in de periode van juli 2019 tot juli 2023 verklaard kunnen worden door deze schenkingen door vader. Over andere schenkingen door familie heeft verdachte niet verklaard anders dan de horloges.
Over de horloges heeft verdachte voor het eerst pas ter terechtzitting verklaard. Naast dat deze verklaring in een zeer laat stadium is gedaan, is deze verklaring onvoldoende concreet en kan deze ook niet worden geverifieerd. Verdachte heeft geen enkele onderbouwing geleverd voor het bestaan en/of de verkoop van de horloges. Er zijn geen foto’s van de horloges overgelegd of bonnen van aankoop dan wel verkoop.
De verklaring van verdachte over inkomsten als personal trainer is niet onderbouwd en daarmee onvoldoende concreet en niet verifieerbaar.
De verklaring van verdachte dat anderen op zijn Hermesaccount goederen aanschaften is evenmin onderbouwd en daarmee onvoldoende concreet en niet verifieerbaar.
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich in de periode van 1 juli 2019 tot en met 10 juli 2023 te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan witwassen van € 9.750,00, € 7.780,00 en contante aankopen van luxegoederen van het merk Hermes.
Partiële vrijspraken
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het witwassen van een geldbedrag van € 220.500,00 en van de motor. De raadsman heeft eveneens om vrijspraak verzocht. De rechtbank volgt de officier van justitie en de verdediging hierin en spreekt verdachte partieel vrij ten aanzien van het geldbedrag van € 220.500,00 en de motor.
Verdachte wordt ook vrijgesproken van medeplegen, nu uit het dossier niet is gebleken van een tweede dader.
4.4.6
Het oordeel over het onder feit 5 ten laste gelegde
Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte op 10 juli 2023 is in zijn slaapkamer een vuurwapen, een houder met patronen, een houder en patronen aangetroffen. [26] Het vuurwapen bleek te zijn voorzien van een uitneembaar patroonmagazijn, waarin vijf patronen werden aangetroffen. In de kamer van het vuurwapen werd één patroon aangetroffen. Het vuurwapen was doorgeladen. [27] Na onderzoek bleek het vuurwapen een pistool van het merk Glock, type 43, kaliber 9mm x19 te zijn, wat een vuurwapen is in de zin van categorie III van de Wet wapens en munitie. [28] De munitie in het vuurwapen, zes patronen, bleken van het kaliber 9mm x 19 (wat synoniem staat voor 9mm Luger) te zijn. De patronen waren voorzien van expanderende projectielen en zijn munitie in de zin van categorie II Wet wapens en munitie. [29]
Verdachte heeft bekend dat hij het vuurwapen in bezit had. [30] Hij heeft verklaard dat dit ter bescherming van zichzelf was.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het onder feit 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in
rubriek 4vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Feit 1:
in de periode van 11 mei 2020 tot en met 18 mei 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, te weten
- het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en
- het opzettelijk vervoeren van 30 kilogram cocaïne,
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- voorwerpen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door;
- één PGP-telefoon voorhanden te hebben gehad en daarvan gebruik te hebben gemaakt in de communicatie met zijn mededaders en
- via chatgesprekken een coördinerende rol aan te nemen en
- zijn mededaders aanwijzingen en instructies te geven met betrekking tot het transport van de cocaïne via een Martinair-vliegtuig en
- aan te geven waar de cocaïne verstopt moest worden en te vragen om foto’s met informatie die betrekking heeft op het transport en de locatie van de cocaïne in het vliegtuig en
- te zorgen dat de cocaïne ook uitgehaald kan worden voor de douane kan ingrijpen;
Feit 2:
in de periode van 22 juni 2020 tot en met 3 maart 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen meermalen opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd;
- ongeveer 9 kilogram cocaïne op 22 juni 2020 en
- ongeveer 30 kilogram MDMA in de periode van 20 februari 2021 tot en met 23 februari 2021 en
- ongeveer 10 kilogram MDMA in de periode van 25 februari 2021 tot en met 3 maart 2021,
zijnde cocaïne en/of MDMA telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Feit 3:
op 11 november 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van 100.000 XTC-pillen, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden,
- één of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichten te verschaffen en
- voorwerpen en/of vervoermiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededaders telkens wisten dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten, immers heeft hij en/of één of meer van zijn mededaders opzettelijk daartoe telkens en/of één of meermalen:
- één PGP-telefoon voorhanden gehad en daarvan gebruik gemaakt in de communicatie met één van zijn mededaders en
- daartoe telefonisch chatcontact heeft onderhouden met een persoon met Sky-ID [gebruiker 5] waarbij gesproken is over de prijs van eerdergenoemde XTC-pillen, de hoeveelheid van die XTC-pillen en de hoeveelheid milligram MDMA in die XTC-pillen en
- vervolgens naar een locatie is gereden in de directe nabijheid van het Hilton Hotel aan de Apollolaan in Amsterdam en voorbeeldpillen van eerder genoemde hoeveelheid 100.000 XTC-pillen heeft overhandigd aan een ander;
Feit 4, primair:
hij in de periode van 1 juli 2019 tot en met 10 juli 2023 te Amsterdam geldbedragen, te weten €9.750,- en €7.780,- en (contante) aankopen van luxegoederen van het merk Hermes ter waarde van €13.220,-,
- heeft verworven en voorhanden heeft gehad,
terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen – onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
Feit 5:
op 10 juli 2023 te Amsterdam, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Glock, type 43, kaliber 9mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en bijbehorende munitie, te weten 6 projectielen (kaliber 9mmx19 Luger), voorhanden heeft gehad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder feit 1, 2, 3, 4 primair en 5 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en 8 maanden, met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd. Hij heeft daartoe aangevoerd dat uit het dossier niet volgt dat verdachte een grote speler in de drugshandel is geweest. De verdediging heeft uitspraken in vergelijkbare zaken overgelegd om zijnstandpunt te onderbouwen dat een lagere straf passend is.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich als medepleger schuldig gemaakt aan de voorbereiding van invoer van harddrugs, verkoop van harddrugs, en de voorbereiding van verkoop van harddrugs. Door zijn handelen is verdachte medeverantwoordelijk voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. Harddrugs zijn zeer verslavend en schadelijk voor de gezondheid van de gebruiker. Het gebruik ervan brengt flinke risico’s voor de volksgezondheid mee. Nu verdachte geen ander inkomen had, lijkt het erop dat verdachte ten koste van anderen zijn geld verdiende met drugshandel.
Daar komt bij dat de handel van harddrugs in het algemeen vaak gepaard gaat met vormen van (zware) criminaliteit, met geweld, schade en overlast tot gevolg. Hoewel een verband niet is aan te tonen, ondervindt verdachte nu zelf hoe het is om met (de dreiging van) dat geweld om te gaan, nu hij al twee keer is gewaarschuwd dat hij op een dodenlijst staat en hij kort geleden aangifte heeft gedaan van een aanslag op zijn leven.
Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan witwassen. Hij had geld en luxegoederen bij zich die afkomstig waren van criminele activiteiten. Daardoor kon hij zich een levensstijl permitteren die niet paste bij zijn legale inkomsten. Ook zorgde hij ervoor dat crimineel geld in de legale economie terecht kwam, bijvoorbeeld door aankopen te doen bij Hermes.
Tot slot heeft verdachte een – doorgeladen – vuurwapen en munitie voorhanden gehad. Dreiging op iemands leven, is geen rechtvaardiging om een wapen in huis te hebben; laat staan munitie die extra schade kan toebrengen aan iemands lichaam.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 18 december 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Deze vermelden voor de voltooide invoer van meer dan 20 kilogram harddrugs een gevangenisstraf van 60 maanden of meer of – indien in georganiseerd verband – een gevangenisstraf vanaf 72 maanden. Voor de verkoop of het vervoer van harddrugs vermelden de oriëntatiepunten vanaf 20 kilogram een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 50 maanden. Ten aanzien van de drugsfeiten merkt de rechtbank op dat er ten aanzien van feit 1 en 3 sprake is van voorbereiding, geen voltooid delict.
Het oriëntatiepunt voor het voorhanden hebben van een pistool in een woning is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. Voor deze hoeveelheid munitie vermelden de oriëntatiepunten geldboetes. Er zijn wel strafverzwarende omstandigheden, namelijk de omstandigheid dat het pistool doorgeladen was en dat het gaat om patronen met expanderende projectielen.
De rechtbank overweegt dat de strafmaat niet enkel een optelsom is van de straffen die in de oriëntatiepunten bij de bewezen verklaarde misdrijven worden vermeld. De misdrijven waarvoor verdachte wordt veroordeeld, rechtvaardigen in ieder geval een gevangenisstraf van meerdere jaren.
De rechtbank houdt bij de straftoemeting rekening met de volgende omstandigheden. De rechtbank weegt in strafverzwarende zin mee dat verdachte zich voor een langere periode op grote schaal bezig hield met drugshandel. Uit de chatgesprekken blijkt bovendien van een professionele aanpak, waarbij verdachte een duidelijke coördinerende rol speelt en weet wat er moet gebeuren. Aan de andere kant is verdachte niet eerder veroordeeld en is er twee keer sprake van voorbereidingshandelingen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd. Zij legt aan verdachte een gevangenisstraf op van 54 maanden - dus een periode van 4,5 jaar - , met aftrek van het voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

9.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. EUR (Omschrijving: PL1300-2022238332-6365733);
2. 1 STK Pistool (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365724, glock 43);
3. 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365742);
4. 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365727, CBC);
5. 1 DV Patroon (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365736);
6. 1900 EUR (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365748);
7. 1 STK Goud (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365747 / 2,500gram, drijfhout);
8. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365796, iPhone 12 pro max).
Verbeurdverklaring:
Het geldbedrag onder nummer 1 behoort aan verdachte toe. Nu hiermee het onder feit 4 primair bewezen geachte is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard.
Onttrekking aan verkeer:
Nu met betrekking tot de voorwerpen met goednummers 2, 3, 4 en 5 het onder feit 5 bewezen geachte is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
Teruggave aan verdachte:
De goederen onder nummer 6, 7 en 8 behoren aan verdachte toe. Deze worden teruggegeven aan verdachte, omdat hiervan niet kan worden vastgesteld dat zij in verband staan tot een van de bewezen geachte feiten en het beslag dus geen strafvorderlijk doel meer dient.

10.Voorlopige hechtenis

De officier van justitie heeft gevorderd dat het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis bij uitspraak wordt opgeheven.
De verdediging heeft primair verzocht het bevel voorlopige hechtenis op te heffen. Subsidiair heeft de verdediging verzocht de schorsing van de voorlopige hechtenis te laten voortduren.
De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis opnieuw beoordeeld en is van oordeel dat is van oordeel dat de recidivegrond nog steeds aanwezig is, gelet op de intensiteit, de lange periode en de rol van verdachte bij de drugshandel en het feit dat verdachte na zijn vrijlating nog geen legaal inkomen heeft. Het enkele feit dat verdachte in dit vonnis wordt veroordeeld, is onvoldoende om de schorsing van de voorlopige hechtenis vervolgens op te heffen. Er zijn geen concrete aanvullende feiten of omstandigheden gebleken waaruit volgt dat de schorsing van de voorlopige hechtenis moet worden opgeheven. Het primaire verzoek van de verdediging en het verzoek van de officier van justitie worden dan ook afgewezen.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen
- 33, 33a, 36b, 36c, 46, 47, 57, 420bis van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

12.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, 2, 3, 4 primair en 5 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in
rubriek 5is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
medeplegen van voorbereiding van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3:
medeplegen van voorbereiding van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 4, primair:
witwassen
Ten aanzien van feit 5:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
54 (vierenvijftig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
1. EUR (Omschrijving: PL1300-2022238332-6365733);
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
2. 1 STK Pistool (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365724, glock 43);
3. 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365742);
4. 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365727, CBC);
5. 1 DV Patroon (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365736);
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
6. 1900 EUR (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365748);
7. 1 STK Goud (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365747 / 2,500gram, drijfhout);
8. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022238332-G6365796, iPhone 12 pro max).
Wijst afde vordering tot
opheffing van de schorsingvan de voorlopige hechtenis.
Wijst afhet verzoek tot
opheffingvan het – geschorste – bevel voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C. Bruil, voorzitter,
mrs. J.M. van Hall en C.C.J. Maas-van Es, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. Willeboer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 maart 2025.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal ter beschikking stelling Argus data van 14 februari 2023, doorgenummerde p. 2.
3.Een proces-verbaal ter beschikking stelling Argus data van 14 februari 2023, doorgenummerde p. 2, onder kopje 2 en Een proces-verbaal ter beschikking stelling Argus data van 14 februari 2023, doorgenummerde p. 8, p. 18 onder kopje 6.
4.Een proces-verbaal van bevindingen Sky-ID [Sky-ID 1] in gebruik bij [verdachte] , doorgenummerde p. 21 onder c.
5.Een proces-verbaal onderzoek vluchten Sky-ID [Sky-ID 1] , doorgenummerde p. 10 laatste alinea, p. 11 eerste en tweede alinea, p. 13 en p. 14 tabel.
6.Een proces-verbaal van bevindingen Sky-ID [Sky-ID 1] in gebruik bij [verdachte] , doorgenummerde p. 19 onder kopje 7 en p. 20 eerste alinea.
7.Een proces-verbaal van bevindingen Sky-ID [Sky-ID 1] in gebruik bij [verdachte] , doorgenummerde p. 20 laatste alinea en p. 21 tabel en tweede alinea.
8.Een proces-verbaal van bevindingen Sky-ID [Sky-ID 1] in gebruik bij [verdachte] , doorgenummerde p. 18 tabel en tweede en derde alinea van onder.
9.Een proces-verbaal van bevindingen chats voorbereidingen import cocaïne van Colombia naar Nederland, doorgenummerde p. 26 derde alinea en tabel.
10.Een proces-verbaal van bevindingen chats voorbereidingen import cocaïne van Colombia naar Nederland, p. 28 tweede en derde alinea en tabel, p. 30 eerste en tweede alinea en tabel, p. 31 tot en met 35.
11.Een proces-verbaal van bevindingen chats voorbereidingen import cocaïne van Colombia naar Nederland, doorgenummerde p. 26 laatste alinea en p. 27 tabel.
12.Een proces-verbaal van bevindingen chats voorbereidingen import cocaïne van Colombia naar Nederland, doorgenummerde p. 36 laatste alinea.
13.Een proces-verbaal van bevindingen chats handel in cocaïne, MDMA en XTC door [Sky-ID 1] , doorgenummerde p. 52 vierde tot en met zevende alinea, p. 53 tot en met 57 en p. 58 tabel.
14.Een proces-verbaal van bevindingen chats handel in cocaïne, MDMA en XTC door [Sky-ID 1] , doorgenummerde p. 52 vierde tot en met zevende alinea, p. 53 en 54.
15.Een proces-verbaal van bevindingen chats handel in cocaïne, MDMA en XTC door [Sky-ID 1] , doorgenummerde p. 62 voorlaatste en laatste alinea, p. 63 tabel en laatste alinea, p. 64 en p. 65 bovenste tabel.
16.Een proces-verbaal van bevindingen chats handel in cocaïne, MDMA en XTC door [Sky-ID 1] , doorgenummerde p. 65 laatste alinea, p. 66 bovenste tabel, p. 67, p. 68 alinea en onderste tabel, p. 69 en p. 70 bovenste tabel.
17.Een proces-verbaal van bevindingen chats handel in cocaïne, MDMA en XTC door [Sky-ID 1] , doorgenummerde p. 65 laatste alinea, p. 66 bovenste tabel, p. 67.
18.Een proces-verbaal van bevindingen chats handel in cocaïne, MDMA en XTC door [Sky-ID 1] , doorgenummerde p. 58 onderste helft, p. 59 tot en met 60, p. 61 bovenste tabel en eerste alinea.
19.Rapport Nationale Drug Monitor 2020 van het Trimbos-instituut, p. 262 onderaan en 263 bovenste tabel, zie AF1862-Nationale-Drug-Monitor-2020.pdf.
20.Een proces-verbaal van bevindingen chats handel in cocaïne, MDMA en XTC door [Sky-ID 1] , doorgenummerde p. 58 onderste helft.
21.Proces-verbaal van bevindingen beschouwing ING rekening [verdachte] , doorgenummerde p. 87 halverwege, eerste opsommingsteken, en p. 88 eerste alinea en tweede alinea, eerste opsommingsteken.
22.Proces-verbaal van bevindingen witwasindicatoren [verdachte] , doorgenummerde p. 124 tweede alinea, p. 125 onderaan.
23.Proces-verbaal van bevindingen uitkomst vordering Hermes (met bijlagen), doorgenummerde p. 164 tot en met 172.
24.Proces-verbaal van bevindingen beschouwing iRVI [verdachte] , doorgenummerde p. 92 derde en vierde alinea en tabel en p. 94 voorlaatste alinea ; Proces-verbaal van bevindingen financiële positie verdachte [verdachte] , doorgenummerde p. 151 onder kopje 4 en p. 152 tweede gedachtestreepje.
25.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, doorgenummerde p. 116 tweede alinea en p. 117 derde alinea.
26.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 10 juli 2023, p. 116 onderaan en 117 bovenaan ; Proces-verbaal van Relaas, p. 11 tabel, tweede en derde rij.
27.Proces-verbaal van technisch onderzoek vuurwapen en munitie van 11 juli 2023, doorgenummerde p. 71 laatste alinea.
28.Proces-verbaal van technisch onderzoek vuurwapen en munitie van 11 juli 2023, doorgenummerde p. 72 bovenaan en p. 73 voorlaatste alinea.
29.Proces-verbaal van technisch onderzoek vuurwapen en munitie van 11 juli 2023, doorgenummerde p. 74 eerste en tweede alinea en voorlaatste alinea.
30.Bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 maart 2025.