Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De vordering
3.De grondslag van de vordering
4.Het wederrechtelijk verkregen voordeel
onderhandelenover de aankoop, verkoop of levering van vuurwapens en munitie. Van het in de tenlastelegging opgenomen medeplegen van
verhandelenvan vuurwapens en munitie is hij vrijgesproken. In de bewijsoverweging wordt overwogen dat [veroordeelde] bereid was wapens te verkopen, omdat hij de wapens aanbood, onderhandelde over de prijs en de levering. Voorts overweegt de rechtbank in het vonnis dat niet kan worden vastgesteld wat de inkomsten van de wapenhandel zijn geweest. Het voorgaande geeft niet ondubbelzinnig weer dat [veroordeelde] is veroordeeld voor de handel in, en dus verkoop van, vuurwapens. Dat maakt dat er valt te twisten of de vordering van de officier van justitie binnen het bereik van de bewezenverklaring valt, of dat zich de situatie voordoet dat [veroordeelde] is vrijgesproken van het feit waarop de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel is gestoeld. De rechtbank geeft, in het licht van deze mogelijke uitleg van het onderliggende vonnis, [veroordeelde] het voordeel van de twijfel en zal de vordering van de officier van justitie daarom afwijzen.