Op 25 maart 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Itzehoe in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1989, die momenteel gedetineerd is. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 11 maart 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was. De opgeëiste persoon was niet aanwezig, maar had schriftelijk afstand gedaan van zijn recht om bij de zitting aanwezig te zijn. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon juist is en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten volgens Duits recht, waarvoor de dubbele strafbaarheid is vereist. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan deze eis is voldaan, aangezien de feiten ook naar Nederlands recht strafbaar zijn. De feiten omvatten onder andere poging tot diefstal en medeplegen van een poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen.
De rechtbank heeft ook de garantie beoordeeld die door de Duitse autoriteiten is gegeven, waarin is bevestigd dat de opgeëiste persoon, indien veroordeeld, zijn straf in Nederland kan ondergaan. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. Daarom staat de rechtbank de overlevering toe.