Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[eiser] B.V.,
2.
B.V. QQ(als gevolmachtigde van
MR. [curator]in de hoedanigheid van curator van het faillissement van
[gefailleerde] B.V.),
[handelsnaam 1],
1.De procedure
- het vonnis in incident van 3 juli 2024 en de daarin genoemde stukken,
- de akte van [eisers] met aanvullende gronden en producties 15 en 16,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 18 en 19,
- het tussenvonnis van 3 juli 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de brief van 21 augustus 2024 van mr. L.R. van Dooren waarin hij zich onttrekt als advocaat van [gedaagde] ,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 november 2024.
2.De beoordeling
(…) Ich hatte mit der netten [naam] contact. Es geht darum, unseren Account mit unserer, Umsatzsteuridentifikationsnummer zu flinterlegen, damit wir das Boot was wir gekauft haben, netto kaufen da wie ein Unternehmen sind Sie hatte gesagt, wir sollen uns an euch wenden da sie das nicht kann und ihr das direkt machen müsst (…)”.
(…) Auf Anraten unseres Anwalts treten wir vom Kauf vom Hausboot was ich privat gekauft habe über mein Account innerhalb der gesetzlichen Rücktrittsfrist/Widerufsfrist zürück (…)”.
€ 1.589,48 +
welen op grond van rapport Voorwerk-II
nietvoldoende is. Op basis van de stellingen en onderbouwing van [eisers] en de betwisting van [gedaagde] kan de rechtbank niet vaststellen dat meer werkzaamheden zijn verricht dan het versturen van een of meer sommatiebrieven zonder bijzondere inhoud. De rechtbank wijst dus € 1.074,48 toe, met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf de datum van de dagvaarding.