ECLI:NL:RBAMS:2025:1926
Rechtbank Amsterdam
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Geschil over de totstandkoming van een overeenkomst van opdracht tussen een architect en een consument
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser] B.V. en [gedaagde] over de vraag of er een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. [eiser] B.V. vordert betaling van een factuur voor werkzaamheden die zij heeft verricht in het kader van een renovatieproject voor [gedaagde]. [gedaagde] betwist dat er een overeenkomst is en stelt dat het slechts een kennismakingsgesprek betrof. De kantonrechter heeft op 4 april 2025 geoordeeld dat er geen overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. De rechter heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke overeenkomst is en dat de mondelinge afspraken onvoldoende zijn om een overeenkomst te onderbouwen. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] B.V. afgewezen en [eiser] veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].