Uitspraak
1.De procedure
- het schriftelijk verweer,
- de conclusie van repliek,
- de reactie op de conclusie van repliek,
- de akte van [eiser] .
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vordert [eiser], handelend onder de naam [handelsnaam], betaling van een factuur van € 6.292,00 van de gedaagde partij, Amstelveense Taxicentrale van Dommelen B.V. (hierna: Van Dommelen). De vordering is gebaseerd op een overeenkomst die zou zijn gesloten door [naam], die als vertegenwoordiger van Van Dommelen optrad. De procedure begon met een dagvaarding op 4 juli 2024, waarin [eiser] zijn vordering uiteenzette, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Van Dommelen betwistte de vordering en stelde dat [naam] niet bevoegd was om de overeenkomst te sluiten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] in het verleden meerdere keren werkzaamheden voor Van Dommelen heeft verricht, waarbij [naam] steeds als vertegenwoordiger optrad. De rechter oordeelde dat [eiser] redelijkerwijs mocht aannemen dat [naam] ook in dit geval bevoegd was om de overeenkomst aan te gaan. Van Dommelen erkende dat zij eerder door [naam] was vertegenwoordigd, maar stelde dat dit in dit specifieke geval niet gold. De rechter oordeelde dat de overeenkomst tussen [eiser] en Van Dommelen tot stand was gekomen, en dat Van Dommelen de factuur niet had betwist.
Uiteindelijk werd de vordering van [eiser] grotendeels toegewezen, inclusief de hoofdsom, wettelijke handelsrente en een minimumbedrag voor buitengerechtelijke incassokosten. Van Dommelen werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken door mr. H.J. Schaberg, bijgestaan door mr. R.D. Lok, op 28 februari 2025.