ECLI:NL:RBAMS:2025:1702
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in ontnemingsvordering wegens beginsel van ne bis in idem
Op 12 februari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een ontnemingszaak met parketnummer 13/728046-16. De rechtbank heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit besluit is genomen naar aanleiding van de mededeling van de officier van justitie dat de vervolging van de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor mensenhandel, door de Bulgaarse justitiële autoriteiten is overgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van de officier van justitie, die strekte tot het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel, niet meer in Nederland kan worden behandeld vanwege het beginsel van ne bis in idem. De raadsman van de veroordeelde heeft eveneens gepleit voor niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, wat de rechtbank heeft overgenomen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.