ECLI:NL:RBAMS:2025:1666

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
11208124 CV EXPL 24-8565
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen arbeidsbemiddelaar en bouwbedrijf over betaling facturen en schadevergoeding na werkzaamheden verricht door zzp'ers

In deze zaak tussen Regiodienst Personeelsdiensten B.V. en RockSolid B.V. gaat het om een geschil over de betaling van facturen en een schadevergoeding na werkzaamheden die zijn verricht door zzp'ers. Regiodienst, een arbeidsbemiddelaar, heeft zzp'ers in contact gebracht met RockSolid, een bouwbedrijf, voor werkzaamheden aan een bouwproject in Amsterdam Zuid. Regiodienst vordert betaling van € 22.129,96 van RockSolid, die de facturen van de zzp'ers niet heeft voldaan. RockSolid betwist de hoogte van de facturen en stelt dat de zzp'ers schade hebben veroorzaakt ter waarde van € 25.000,00, waarvoor zij Regiodienst aansprakelijk houdt. De kantonrechter heeft de vordering van Regiodienst toegewezen en RockSolid veroordeeld tot betaling van € 20.365,94, vermeerderd met rente en kosten. De vordering in reconventie van RockSolid is afgewezen, omdat zij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde schade. De proceskosten zijn eveneens aan Regiodienst toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11208124 \ CV EXPL 24-8565
Vonnis van 21 maart 2025
in de zaak van
REGIODIENST PERSONEELSDIENSTEN B.V.,
te Alkmaar,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Regiodienst,
gemachtigde: S. Baldinger,
tegen
ROCKSOLID B.V.,
te Amsterdam,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: RockSolid,
gemachtigde: mr. E.T. van den Hout.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van Regiodienst van 5 juli 2024 met producties 1 t/m 6;
- de conclusie van antwoord van RockSolid zonder producties;
- het tussenvonnis van 24 december 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de door Regiodienst ten behoeve van de mondelinge behandeling nagezonden producties 7 t/m 12;
- de door RockSolid ten behoeve van de mondelinge behandeling nagezonden producties 1 t/m 7; en
- de mondelinge behandeling van 20 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

in conventie en in reconventie
2.1.
Regiodienst is een arbeidsbemiddelaar op het gebied van techniek en koppelt zzp’ers aan opdrachtgevers voor de uitvoering van verschillende soorten bouwwerkzaamheden.
2.2.
RockSolid is een bouwbedrijf dat in (het derde kwartaal van) 2023 verantwoordelijk was voor de uitvoering van een bouwproject van een aantal woningen in Amsterdam Zuid (hierna: het bouwproject).
2.3.
Regiodienst heeft RockSolid in 2023 in contact gebracht met verschillende zzp’ers. Partijen zijn vervolgens met elkaar overeengekomen dat de zzp’ers verschillende werkzaamheden voor RockSolid zouden verrichten in het kader van het bouwproject. Zij spraken hiervoor een uurtarief van € 50,00 en een betalingstermijn van 14 dagen af. Regiodienst zou in het kader van de door de zzp’ers verrichte werkzaamheden zorgdragen voor facturering aan RockSolid en betaling van de zzp’ers.
2.4.
De zzp’ers hebben (onder meer) in de weken 34, 35 en 36 van 2023 verschillende werkzaamheden – waaronder loodgieterswerk – verricht voor RockSolid. Bij facturen van 27 augustus 2023, 3 september 2023 en 10 september 2023 heeft Regiodienst de verrichte werkzaamheden bij RockSolid in rekening gebracht, ten bedrage van in totaal € 19,396,97. Tot op heden heeft RockSolid deze facturen onbetaald gelaten.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Regiodienst vordert – samengevat – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeling van RockSolid tot betaling van € 22.129,96, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Regiodienst legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Partijen zijn met elkaar overeengekomen dat de zzp’ers werkzaamheden zouden verrichten voor RockSolid. RockSolid heeft na uitvoering van overeengekomen werkzaamheden een drietal facturen niet voldaan, terwijl zij daartoe wel verplicht was.
3.3.
RockSolid concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Regiodienst, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Regiodienst in de proceskosten. RockSolid betwist de hoogte van de facturen. RockSolid voert als verweer aan dat de zzp’ers tijdens de werkzaamheden voor (minimaal) € 25.000,00 aan schade hebben gemaakt en beroept zich op verrekening.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
RockSolid vordert – samengevat – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeling van Regiodienst tot betaling van € 25.000,00, vermeerderd met kosten.
3.6.
RockSolid legt aan de vordering in reconventie (ook) ten grondslag dat de zzp’ers tijdens de werkzaamheden voor (minimaal) € 25.000,00 aan schade hebben gemaakt en dat Regiodienst, althans haar verzekeraar, deze schade moet vergoeden.
3.7.
Regiodienst concludeert tot afwijzing van de vordering van RockSolid, met veroordeling van RockSolid in de proceskosten. Zij voert hiertoe aan dat het onduidelijk is wat de exacte schade is, wie deze zou hebben veroorzaakt en wanneer dit zou zijn gebeurd. RockSolid was verantwoordelijk voor de wijze waarop de zzp’ers de werkzaamheden verrichtten. RockSolid dient zich voor het verhalen van schade dan ook tot haar eigen verzekeraar of (de verzekeraar van) de zzp’ers, en niet tot Regiodienst, te wenden.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Omdat het verweer van RockSolid tegen de vordering van Regiodienst in conventie de grondslag vormt voor haar vordering in reconventie zal de kantonrechter de conventie en reconventie gezamenlijk beoordelen.
RockSolid dient de gefactureerde bedragen aan Regiodienst te betalen; Regiodienst is geen schadevergoeding verschuldigd aan RockSolid
4.2.
Als onbetwist tussen partijen staat vast dat de zzp’ers genoemd in de overgelegde facturen daadwerkelijk in de daarin genoemde periodes werkzaamheden voor RockSolid hebben verricht in het kader van het bouwproject. Ook staat vast dat partijen in dat verband zijn overeengekomen dat RockSolid aan Regiodienst € 50,00 per (door een zzp’er) gewerkt uur zou betalen. Uitgangspunt is dat RockSolid op grond hiervan haar betalingsverplichting jegens Regiodienst dient na te komen.
4.3.
RockSolid heeft echter de hoogte van de door Regiodienst verstuurde facturen betwist. Reden hiervoor is – samengevat – dat zij de gedeclareerde uren destijds niet heeft kunnen controleren en dat controle ook nadien niet mogelijk was omdat Regiodienst in dit kader niets heeft overgelegd. RockSolid wordt hierin niet gevolgd. De kantonrechter stelt voorop dat uit de overgelegde facturen goed valt af te leiden welke zzp’ers werkzaamheden voor RockSolid hebben verricht, alsook in welke weken dit is gebeurd en wat het precieze aantal gewerkte uren is geweest. RockSolid heeft onvoldoende toegelicht dat en waarom deze uren (achteraf) niet goed vallen te controleren of mogelijk onjuist zijn. Op de zitting is juist gebleken dat de uren destijds wel door RockSolid zijn gecontroleerd. Een werknemer (‘voorman’) van RockSolid heeft de gedeclareerde uren, die Regiodienst aan RockSolid heeft voorgelegd, (namens RockSolid) gecontroleerd en goedgekeurd. Regiodienst heeft, zoals gebruikelijk was in haar samenwerking met RockSolid, op basis van deze goedkeuring de facturen opgesteld en aan RockSolid verstuurd. Dit alles is door RockSolid tijdens de mondelinge behandeling niet weersproken. Dat van de controle en goedkeuring van de gedeclareerde uren niets in het procesdossier zit, is onvoldoende voor het oordeel dat de bedragen op de facturen onjuist zijn. In dit kader is ook relevant dat RockSolid voorafgaand aan deze procedure nooit tegen (het urenaantal genoemd in) onderhavige facturen heeft geprotesteerd en zelfs (meermaals) heeft ingestemd met een betalingsregeling voor een groot aantal onbetaald gelaten facturen, waarvan deze facturen deel uitmaakten. De kantonrechter is al met al van oordeel dat RockSolid onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de bedragen op de facturen onjuist zijn.
4.4.
Gelet op het voorgaande is RockSolid de gefactureerde bedragen in beginsel verschuldigd aan Regiodienst. Dit is alleen anders als RockSolid een tegenvordering op Regiodienst heeft waarmee de vordering van Regiodienst op RockSolid kan worden verrekend. De door RockSolid ingestelde tegenvordering betreft een vordering tot schadevergoeding, gebaseerd op wanprestatie dan wel onrechtmatige daad. Zoals hierna wordt toegelicht, kan RockSolid daarop echter geen aanspraak maken.
4.5.
RockSolid stelt – samengevat – dat de zzp’ers bij het uitvoeren van (loodgieter) werkzaamheden voor het bouwproject schade hebben veroorzaakt en dat Regiodienst hiervoor aansprakelijk is. De schade bestaat volgens RockSolid uit de kosten gemaakt voor herstelwerkzaamheden en het verliezen van de opdracht tot afronding van het bouwproject. De schade bedraagt volgens RockSolid (minimaal) € 25.000,00.
4.6.
Ten aanzien van de vordering tot schadevergoeding geldt het volgende. Op grond van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) rust de bewijslast op de partij die zich op een bepaald rechtsgevolg van gestelde feiten beroept als die feiten worden betwist. In dit geval stelt RockSolid schade te hebben geleden door toedoen van de zzp’ers en houdt Regiodienst daarvoor aansprakelijk. Deze schade zou voor vergoeding door Regiodienst in aanmerking komen. Het is dus aan RockSolid, die zich op de rechtsgevolgen van de wanprestatie of de onrechtmatige daad beroept, om te stellen en zo nodig te bewijzen dat de zzp’ers schade hebben veroorzaakt en dat Regiodienst daarvoor aansprakelijk is, omdat Regiodienst dit betwist.
4.7.
De kantonrechter oordeelt dat RockSolid onvoldoende heeft onderbouwd dat sprake is van schade waarvoor Regiodienst aansprakelijk is. Dit wordt als volgt toegelicht.
4.8.
RockSolid heeft nagelaten haar standpunt dat sprake is van schade door verlies van de opdracht tot afronding van het bouwproject te onderbouwen. Ter onderbouwing van haar standpunt dat de zzp’ers schade hebben veroorzaakt, heeft RockSolid (wel) verschillende stukken overgelegd. Het gaat onder meer om bankafschriften waaruit volgt dat betalingen zijn gedaan aan Regiodienst en aan een (derde) loodgieter, correspondentie met een (derde) loodgieter en een aantal foto’s van leidingen en werkzaamheden. Met (de toelichting op) de overgelegde stukken is echter onvoldoende duidelijk geworden hoe en waar de schade precies is ontstaan, wat de omvang daarvan is en waaruit dit blijkt. In de overgelegde e-mail van 18 februari 2025 bevestigt de loodgieter dat hij verschillende werkzaamheden heeft uitgevoerd ter herstel van schades, zoals het verhelpen van lekkages, het slopen van plafonds en het vervangen van leidingen. Daarmee heeft RockSolid nog niet aangetoond dat sprake is van schade die door de zzp’ers is veroorzaakt tijdens hun werkzaamheden voor het bouwproject. Uit de door RockSolid overgelegde bankafschriften met betalingen gedaan aan een (derde) loodgieter kan, ondanks de toelichting van RockSolid op de mondelinge behandeling, ook niet de conclusie worden getrokken dat de zzp’ers schade hebben veroorzaakt. Hetzelfde geldt voor de door RockSolid overgelegde foto’s. Deze vermelden geen locatie en ook hier blijkt geenszins uit of sprake is van (herstel van) schade toegebracht door de zzp’ers.
4.9.
Het voorgaande maakt dat RockSolid zowel haar stelling dat zij schade heeft geleden door (i) verlies van de opdracht tot afronding van het bouwproject als (ii) toedoen van de zzp’ers tijdens hun werkzaamheden voor het bouwproject, onvoldoende heeft onderbouwd. Dit betekent dat de vordering in reconventie wordt afgewezen en dat er niets is om de vordering in conventie mee te verrekenen.
RockSolid moet € 20.365,94 aan Regiodienst betalen vermeerderd met rente
4.10.
Het voorgaande brengt mee dat de vordering in conventie voor wat betreft de gevorderde hoofdsom van € 19,396,97 wordt toegewezen en dat de vordering in reconventie van € 25.000,00 wordt afgewezen. De over de hoofdsom in conventie gevorderde wettelijke handelsrente wordt ook toegewezen.
4.11.
Regiodienst vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De kantonrechter stelt vast dat Regiodienst voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 968,97 toegewezen, evenals de daarover gevorderde wettelijke rente.
4.12.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag (plus rente) wordt toegewezen:
- hoofdsom
19.396,97
- buitengerechtelijke incassokosten
968,97
Totaal
20.365,94
Proceskosten
4.13.
RockSolid is in conventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Regiodienst worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
1.409,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.745,22
4.14.
RockSolid is in reconventie ook in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Regiodienst in reconventie worden begroot op € 271,50 aan salaris gemachtigde (1 punt × factor 0,5 × € 543,00).

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt RockSolid om aan Regiodienst te betalen een bedrag van € 19.396,97, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt RockSolid om aan Regiodienst te betalen een bedrag van € 968,97, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, vanaf 5 juli 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt RockSolid in de proceskosten van € 2.745,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen van RockSolid af,
5.5.
veroordeelt RockSolid in de proceskosten van € 271,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
5.6.
veroordeelt RockSolid tot betaling van de kosten van betekening als RockSolid niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.A.L. Wiersinga en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2025.