ECLI:NL:RBAMS:2025:1660

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
11389228 \ CV EXPL 24-14176
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident onbevoegdheid in geschil tussen JVANH MEDIA B.V. en THE WAVE SA met betrekking tot forumkeuze en proceskostenveroordeling

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een incident van onbevoegdheid tussen JVANH MEDIA B.V. (hierna: JvanH) en THE WAVE SA (hierna: The Wave). JvanH heeft een vordering ingesteld tegen The Wave, waarbij zij betaling van € 14.940,62 eist, samen met proceskosten en rente. The Wave heeft echter een incidentele vordering ingediend, waarin zij stelt dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren om van het geschil kennis te nemen, omdat de forumkeuze die partijen hebben gemaakt niet geldig zou zijn op basis van artikel 108 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft vastgesteld dat de forumkeuze, hoewel overeengekomen, niet geldig is omdat de vordering onder de € 25.000 valt, wat betekent dat de Belgische rechter bevoegd is. JvanH heeft betoogd dat de forumkeuze geldig is omdat deze na het ontstaan van het geschil is gemaakt, maar de rechtbank heeft dit argument verworpen. De rechtbank heeft uiteindelijk de incidentele vordering van The Wave toegewezen en JvanH in het ongelijk gesteld, waardoor JvanH de proceskosten van het incident en de hoofdzaak moet betalen. De kosten in het incident zijn begroot op € 272, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11389228 \ CV EXPL 24-14176
Vonnis in incident van 13 maart 2025
in de zaak van
JVANH MEDIA B.V.,
te Amsterdam,
eisende partij in de hoofdzaak
verweerster in het incident,
hierna te noemen: JvanH,
gemachtigde: mr. R.C.A. Raspoort,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
THE WAVE SA,
te Brussel (België),
gedaagde partij in de hoofdzaak,
eisende partij in het incident,
hierna te noemen: The Wave,
gemachtigde: mr. F.W. Linders.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 september 2024, met producties,
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid,
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident, met producties.
1.2.
The Wave heeft op 6 februari 2025 een aanvullende akte ingediend, terwijl de kantonrechter daartoe geen gelegenheid heeft gegeven. JvanH heeft bezwaar gemaakt tegen het indienden van de akte. De griffier heeft partijen op 6 februari 2025 laten weten dat de akte niet wordt toegelaten en heeft de akte geretourneerd aan The Wave.
1.3.
Op 12 februari 2025 heeft The Wave dezelfde akte met begeleidende tekst nogmaals ingediend, zonder dat de kantonrechter daartoe gelegenheid heeft geboden. De kantonrechter weigert daarom ook deze akte en zal geen acht slaan op de inhoud.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten voor zover van belang in het incident

2.1.
JvanH genereert en verkoopt datasets op grond waarvan leads kunnen worden gecreëerd. The Wave houdt zich bezig met reclamewerkzaamheden.
2.2.
JvanH en The Wave hebben samenwerkingsovereenkomsten gesloten op grond waarvan JvanH maandelijks datasets levert aan The Wave en The Wave daarvoor betaalt. In de overeenkomst staat ‘
The competent courts in Amsterdam, the Netherlands, shall have exclusive jurisdiction to settle any dispute in connection with this agreement.’
2.3.
JvanH heeft voor haar diensten facturen gestuurd aan The Wave.

3.Het geschil in de hoofdzaak

3.1.
JvanH vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis The Wave veroordeelt tot betaling van € 14.940,62, de proceskosten en de overeengekomen rente dan wel de wettelijke handelsrente over het voornoemde bedrag en de proceskoten.
3.2.
JvanH legt aan haar vordering ten grondslag dat zij op grond van de samenwerkingsovereenkomsten leads heeft geleverd aan The Wave en dat The Wave op grond van diezelfde overeenkomst gehouden is om daarvoor de afgesproken prijs te betalen. JvanH heeft facturen gestuurd voor haar werkzaamheden, maar The Wave heeft die onbetaald gelaten. The Wave moet ook de overeengekomen buitengerechtelijke incassokosten betalen.
3.3.
The Wave heeft in de hoofdzaak nog niet van antwoord gediend.

4.Het geschil in incident

4.1.
The Wave vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen. Ook als de forumkeuze op basis van Brussel I bis geldig zou zijn, mag deze niet in het nadeel van de verwerende partij worden uitgelegd (zie artikel 108 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (hierna: Rv)). Omdat The Wave in Brussel is gevestigd, is de Nederlandse ondernemingsrechtbank in Brussel bevoegd om van het geschil kennis te nemen.
4.2.
Volgens JvanH is deze rechtbank op grond van de forumkeuze wel bevoegd om van het geschil kennis te nemen, en staat artikel 108 lid 2 Rv daaraan niet in de weg. Onder meer omdat partijen nadat het geschil is ontstaan nogmaals de forumkeuze voor deze rechtbank zijn overeengekomen.

5.De beoordeling

5.1.
In het incident gaat het om de vraag welke rechter bevoegd is van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen. Omdat JvanH in Nederland en The Wave in België is gevestigd, is sprake van een zaak met een internationaal karakter. De vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om van het geschil kennis te nemen moet daarom worden beantwoord aan de hand van de Brussel I bis-Verordening [1] .
5.2.
Op grond van de hoofdregel van artikel 4 Brussel I bis is in deze zaak de Belgische rechter bevoegd, omdat The Wave woonplaats heeft in België.
5.3.
Op grond van artikel 25 Brussel I bis moet, in afwijking van de hoofdregel, een door partijen gedane keuze voor de rechter worden gevolgd, tenzij die forumkeuze krachtens het recht van de aangewezen lidstaat nietig is wat haar materiële geldigheid betreft. Deze bevoegdheid is exclusief, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. Of van materiële nietigheid sprake is moet op grond van considerans 20 van Brussel I bis worden bepaald door het recht van die lidstaat.
5.4.
In dit geval zijn partijen conform de vereisten van artikel 25 Brussel I bis in de samenwerkingsovereenkomsten overeengekomen hun geschillen die voortvloeien uit die overeenkomsten exclusief te laten beslechten door de daartoe bevoegde rechter in Amsterdam. Gelet op de hoogte van de vordering is dat in dit geval de kantonrechter. Artikel 108 lid 2 Rv bepaalt echter dat een forumkeuze geen gevolg heeft, als het om een vordering gaat van ten hoogste € 25.000. Dat is hier het geval, want JvanH vordert € 14.940,62. Dat betekent dat sprake is van materiële nietigheid in de zin van Brussel I bis en dat de forumkeuze voor de rechter in Amsterdam niet geldig is.
5.5.
Er bestaat een uitzondering op de ongeldigheid van de forumkeuze bij vorderingen tot € 25.000, namelijk als de forumkeuze is gemaakt na het ontstaan van het geschil. De achtergrond van die uitzondering is dat er dan vanuit mag worden gegaan dat partijen zich met dit geschil daadwerkelijk vrijwillig tot de aangewezen rechter willen wenden. Volgens JvanH is dat zo, maar daarin wordt zij niet gevolgd. De omstandigheid dat JvanH in 2019 al eens discussie heeft gehad met (de rechtsvoorganger van) The Wave over betaling van facturen – een discussie die kennelijk is afgesloten – en dat er daarna in samenwerkingsovereenkomsten steeds dezelfde forumkeuze is gemaakt, is niet gelijk te stellen met de situatie waar de wettelijke uitzondering voor is: er was toen immers geen geschil dat partijen door middel van forumkeuze aan een bepaalde rechter wilden voorleggen, en daarnaast in het zo dat een forumkeuze voor een geschil uit 2019 geen forumkeuze voor toekomstige geschillen onder de € 25.000 kan inhouden. Ook het argument dat The Wave na niet-betaling van facturen uit 2022 (waar het hier in de hoofdzaak om gaat) nog akkoord is gegaan met overeenkomsten met steeds dezelfde forumkeuze, levert geen daadwerkelijke forumkeuze voor dit geschil op.
5.6.
JvanH heeft nog een aantal andere argumenten genoemd: dat het opwerpen van het incident als enige doel heeft om onder de betalingsverplichting uit te komen, dat het om ervaren en professionele partijen gaat die al jarenlang samenwerken en steeds de rechtbank Amsterdam hebben aangewezen als bevoegde rechtbank, dat het niet praktisch is omdat Nederlands recht van toepassing is, en dat The Wave op de hoogte is van de relevante termijnen en procedures bij de Nederlandse rechter. Omdat deze argumenten niet kunnen leiden tot een andere uitkomst, worden ze verder niet besproken.
5.7.
De slotsom is dat de forumkeuze niet geldig is en dat de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring zal worden toegewezen.
5.8.
JvanH wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van het incident en de hoofdzaak betalen. De kosten in het incident worden begroot op € 204 (1 punt × tarief € 204) aan salaris gemachtigde en € 68 aan nasalaris. De kosten in de hoofdzaak worden begroot op nihil. Als betekening van het vonnis nodig is voor de betaling van de proceskosten, worden de kosten verhoogd zoals in de beslissing vermeld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
in het incident
6.1.
wijst de incidentele vordering toe,
in de hoofdzaak
6.2.
verklaart zich onbevoegd om van de vordering kennis te nemen,
in het incident en de hoofdzaak
6.3.
veroordeelt JvanH in de kosten van dit incident aan de zijde van The Wave begroot op € 272 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
6.4.
als JvanH niet tijdig aan deze kostenveroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet JvanH ook de kosten van betekening betalen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.R. Jöbsis, rechter, bijgestaan door mr. A. Chu, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2025.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking).