Verdere beoordeling
1. De vordering van Greenwheels bestaat uit € 1.273,74 aan kosten voor door [gedaagde] in gehuurde auto’s van Greenwheels gereden ritten in de periode 16 september tot en met
5 oktober 2022, een boete voor het niet doorgeven dat de parkeerplaats bezet is en drie maal administratiekosten met betrekking tot bekeuringen. Greenwheels stelt daartoe dat [gedaagde] met haar op 11 september 2022 een abonnementsovereenkomst heeft gesloten en daarna verschillende reserveringsovereenkomsten voor de afzonderlijke autoritten. Nu Greenwheels gehouden is om in online gesloten overeenkomsten met consumenten de op haar rustende informatieplichten van artikel 6:230m alsmede 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW) na te komen en de rechter ambtshalve dient na te gaan of zij daaraan heeft voldaan, is Greenwheels bij voornoemd tussenvonnis in de gelegenheid gesteld om (alsnog) de schermafdrukken van de bestelprocessen van de abonnementsovereenkomst en van de reserveringsovereenkomsten over te leggen en deze nader toe te lichten.
2. Greenwheels heeft als productie 7 bij haar akte schermafdrukken overgelegd van het bestelproces van de abonnementsovereenkomst. Anders dan Greenwheels stelt, blijkt uit het bestelproces dat de abonnementsovereenkomst tot stand komt doordat na een overzicht van de maandelijkse abonnementskosten, eventuele card fee en verschuldigde waarborgsom, gedrukt wordt op de knop: “continue”, waarna nog gekozen kan worden voor een betaalmethode (“monthly debit” of “credit card”), maar deze keuze is niet noodzakelijk (“I’ll do it later”). Daarna volgt het scherm met de tekst: “Welcome to Greenwheels. Add your driver’s license to your account so you can start using Greenwheels. You need to complete payment before you can use Greenwheels”. Hieruit wordt afgeleid dat op dat moment de abonnementsovereenkomst met betalingsverplichting tot stand komt en dat ten aanzien van het abonnement en de waarborg vanaf dat moment een betalingsverplichting geldt, maar dat voor gebruik van de huurauto het rijbewijs nog moet worden toegevoegd en een betaling moet worden gedaan. Dit blijkt ook uit de daarop volgende schermafdruk, waarop staat: “Payment must be completed in order to use Greenwheels. Click here to pay.” Conclusie is dan ook dat de bestelknop, of die nu bestaat uit “continue” dan wel het kiezen voor een betaalmethode, niet voldoet aan de vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW, nu daarop niet de betaalverplichting is vermeld.
3. Verder geldt dat uit de schermafdrukken van het bestelproces van de abonnementsovereenkomst niet volgt dat is voldaan aan de plicht om de (andere) essentiële informatieplichten op een duidelijk en begrijpelijke wijze voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomst aan de consument te verstrekken. Uit de overgelegde schermafdrukken volgt alleen dat in het bestelproces aan de consument ruimte wordt geboden om zijn gegevens te registreren, zijn telefoonnummer en zijn rijbewijs te verifiëren en een keycard en een betaalmethode te kiezen. Verder wordt de consument erover geïnformeerd dat de kosten € 0,- per maand zijn, de waarborg € 15,- bedraagt en dat hij met een vinkje akkoord dient te gaan met de toepasselijke algemene voorwaarden, die door middel van een link in het bestelproces op de website te vinden zijn. Uit de overgelegde schermafdrukken blijkt dan ook niet dat de consument in het bestelproces is geïnformeerd over de identiteit van Greenwheels, haar contactgegevens, de (minimum)duur van de overeenkomst, de voorwaarden voor het opzeggen van de overeenkomst noch over het ontbindingsrecht. Greenwheels stelt dat dit wel blijkt uit haar website en algemene voorwaarden, maar dat is niet voldoende. Zij had daarnaar in het bestelproces duidelijk moeten verwijzen, nu in artikel 6:230m lid 1 BW is bepaald dat de informatie op duidelijke en begrijpelijke wijze moet worden verstrekt.
4. Ook daarna in de contractbevestiging per e-mail, zoals overgelegd als productie 2A bij dagvaarding, is niet voldaan aan de verplichting om de essentiële informatie te verstrekken (artikel 6:230v lid 7 onder a BW). Daarin wordt namelijk niet vermeld wat de prijs van het abonnement is, de (minimum)duur van de overeenkomst en ook wordt het ontbindingsrecht niet vermeld.
5. Als productie 8 bij haar akte heeft Greenwheels verder schermafdrukken overgelegd van het bestelproces van de reserveringsovereenkomst. De reservering komt tot stand door te klikken op de knop “Reserveer deze auto”. Deze bestelknop voldoet niet aan de vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW, nu daarop niet is vermeld dat [gedaagde] een betaalverplichting aanging.
6. Verder geldt dat uit de schermafdrukken van het bestelproces van de abonnementsovereenkomst volgt dat bij huur van een auto én een vertrektijd én een aankomsttijd moet worden gekozen. Verder moet een bedrag aan eigen risico worden gekozen en kan een berekening worden opgevraagd van de geschatte kosten voor deze rit op basis van het aantal te rijden kilometers. Uit de overgelegde schermafdrukken blijkt echter niet dat de consument in het bestelproces is geïnformeerd over de identiteit van Greenwheels en haar contactgegevens.
7. Gesteld noch gebleken is dat Greenwheels de reserveringsovereenkomst vervolgens bevestigt (op een duurzame gegevensdrager, bijvoorbeeld per e-mail), zoals vereist in artikel 6:230v lid 7 onder a BW.
8. Gelet op het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het bestelproces van Greenwheels met betrekking tot zowel de abonnementsovereenkomst als de reserveringsovereenkomsten een onjuiste bestelknop bevat én niet voldoet aan alle essentiële informatieplichten. Bovendien worden de overeenkomsten na het sluiten niet onder vermelding van de essentiële informatie aan de consument bevestigd. Dit alles zou moeten leiden tot een percentuele sanctie op de hoofdsom. Gelet op de aard van de schendingen en het aantal is de Richtlijn Sanctiemodel informatieplichten hier echter niet goed toepasbaar. Een korting op de hoofdsom wordt in dit geval onvoldoende afschrikkend en doeltreffend geacht.
9. Bovendien geldt nog het volgende. De bedingen die partijen zijn overeengekomen en betrekking (kunnen) hebben op de vordering, zouden vervolgens moeten worden getoetst op oneerlijkheid. Nog los van de vraag of de bedingen met betrekking tot de boete voor het niet terugzetten van de auto op de parkeerplaats en de administratiekosten die toets zouden doorstaan, komen de vorderingen die Greenwheels op die bedingen heeft gebaseerd, ongegrond voor. Zo worden administratiekosten in rekening gebracht voor een boete met als pleegdatum 18 september 2022, terwijl deze kennelijk (zo volgt uit productie 4 bij de dagvaarding) op 6 oktober 2022 na bezwaar van Greenwheels is vernietigd. Verder worden administratiekosten in rekening gebracht voor parkeerboetes met als pleegdata 1 oktober en 3 oktober 2022, maar gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] tussen 21 september en 4 oktober 2022 een auto heeft gehuurd. Tot slot geldt dat de boete voor het niet terugzetten van de auto op de parkeerplaats wordt gevorderd voor 20 september 2022, maar deze dag viel blijkens de specificatie (productie 3) in de gehuurde periode van 16 september tot en met
27 september 2022. Niet valt dan ook in te zien dat [gedaagde] de auto op die datum had moeten terugzetten op een bepaalde plaats.
10. Gezien het voorgaande wordt de vordering in zijn geheel afgewezen.
11. Als de in het ongelijk gestelde partij wordt Greenwheels veroordeeld in de proceskosten. Nu [gedaagde] niet in de procedure is verschenen, worden deze kosten aan zijn zijde begroot op nihil.