ECLI:NL:RBAMS:2025:1609

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
C/13/763355 / HA ZA 25-121
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident van de Rechtbank Amsterdam inzake voorlopige voorziening en proceskostenveroordeling tussen NAILBAR B.V. en THE NEXT AD B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 maart 2025 een vonnis in incident uitgesproken. De eiser, NAILBAR B.V., heeft een voorlopige voorziening gevorderd tegen de gedaagde, THE NEXT AD B.V. De procedure is gestart met een dagvaarding op 21 januari 2025, waarin ook een incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening is opgenomen. NAILBAR vordert onder andere een schadevergoeding van € 67.452,00 als voorschot op de schadevergoeding die TNA moet betalen, vermeerderd met rente en kosten. TNA heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van NAILBAR, met een veroordeling van NAILBAR in de proceskosten.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat aan de processuele eisen voor het treffen van een voorlopige voorziening is voldaan, maar dat NAILBAR niet voldoende belang heeft bij haar vordering. De rechtbank oordeelt dat de enkele stelling van NAILBAR dat zij het gevorderde voorschot nodig heeft om een faillissement af te wenden, onvoldoende is tegenover de betwisting van TNA. Daarom heeft de rechtbank de incidentele vorderingen van NAILBAR afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van TNA, die zijn begroot op € 792,00. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/763355 / HA ZA 25-121
Vonnis in incident van 12 maart 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NAILBAR B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres,
hierna te noemen: Nailbar,
advocaat: mr. J. Meerman,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
THE NEXT AD B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
hierna te noemen: TNA,
advocaat: mr. D.M. Schouten-Hennen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 21 januari 2025 tevens houdende een incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening,
- de producties van de zijde van Nailbar,
- de conclusie van antwoord in incident, met één productie.
1.2.
Daarna is bepaald dat vandaag een vonnis in incident wordt uitgesproken.

2.Het geschil in de hoofdzaak

2.1.
Nailbar vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
  • voor recht verklaart dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen,
  • TNA veroordeelt tot betaling van € 19.057,50,
  • TNA veroordeelt tot vergoeding van de door Nailbar – als gevolg van de toerekenbare tekortkomingen van TNA – geleden en nog te lijden schade, voorlopig vastgesteld op € 134.904,00 zijnde het omzetverlies over het jaar 2024, te vermeerderen met:
o de schade over het jaar 2025,
o € 36.000,00 zijnde herstelwerkzaamheden,
o € 4.195,00 aan kosten die Nailbar heeft moeten maken voor herstelwerkzaamheden,
een en ander nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
- TNA veroordeelt in de proceskosten, vermeerderd met rente.
subsidiair:
  • voor recht verklaart dat TNA toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst,
  • TNA veroordeelt tot betaling van € 19.057,50,
  • TNA veroordeelt tot vergoeding van de door Nailbar – als gevolg van de toerekenbare tekortkomingen van TNA – geleden en nog te lijden schade, voorlopig vastgesteld op € 134.904,00 zijnde het omzetverlies over 2024, te vermeerderen met:
o de schade over het jaar 2025,
o € 36.000,00 zijnde herstelwerkzaamheden,
o € 4.195,00 aan kosten die Nailbar heeft moeten maken voor herstelwerkzaamheden,
een en ander nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
- TNA veroordeelt in de proceskosten, vermeerderd met rente.
2.2.
TNA heeft nog niet van antwoord gediend.

3.Het geschil in het incident

3.1.
Nailbar vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis TNA veroordeelt tot betaling van € 67.452,00 als voorschot op de door TNA te betalen schadevergoeding, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
TNA voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Nailbar, met een veroordeling van Nailbar in de proceskosten.

4.De beoordeling

in het incident
4.1.
In artikel 223 Rv staat dat tijdens een aanhangig geding iedere partij kan vorderen dat de rechter een voorlopige voorziening zal treffen voor de duur van het geding (lid 1), mits de voorlopige voorziening samenhangt met de vordering in de hoofdzaak (lid 2). Toewijzing van een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening voor de duur van het geding is alleen mogelijk wanneer daarbij voldoende belang bestaat en niet kan worden verlangd dat de afloop van de hoofdzaak wordt afgewacht.
4.2.
Aan de eerste twee (processuele) eisen is in deze zaak voldaan. De door Nailbar gevorderde voorziening hangt samen met de vorderingen in de hoofdzaak en is gericht op een voorziening die voor de duur van de aanhangige hoofdzaak kan worden gegeven.
4.3.
Dan is de vraag of Nailbar voldoende belang heeft bij haar vordering en dat van haar niet kan worden verlangd dat zij de afloop van de hoofdzaak afwacht. De rechtbank oordeelt van niet. De enkele stelling van Nailbar dat zij het door haar gevorderde voorschot nodig heeft om een faillissement af te wenden, is daarvoor – tegenover de betwisting van TNA – onvoldoende.
4.4.
De conclusie is dat de incidentele vorderingen van Nailbar moeten worden afgewezen.
4.5.
Nailbar krijgt dus ongelijk en moet daarom de proceskosten van TNA betalen. De proceskosten van TNA worden begroot op:
- salaris advocaat: € 614,00 (1,0 punt x tarief II: € 614,00)
- nakosten:
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
- totaal: € 792,00
in de hoofdzaak
4.6.
De rechtbank verwijst de zaak naar de rol van
23 april 2025voor conclusie van antwoord.
4.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Nailbar in de proceskosten van TNA van € 792,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Nailbar niet tijdig aan de proceskostenveroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Nailbar € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
in de hoofdzaak
5.3.
verwijst de zaak naar de rol van
23 april 2025voor conclusie van antwoord,
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Bolkestein, rechter, bijgestaan door mr. L.J.P.C. Silven, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2025.