ECLI:NL:RBAMS:2025:156

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2025
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
11248121 CV EXPL 24 10212
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en verrekeningsverweer in geschil over installatie van beveiligingsapparatuur

In deze zaak heeft Inbraakpreventie M.I.B. B.V. (eiser) een vordering ingesteld tegen FK Creatives B.V. (gedaagde) wegens onbetaalde facturen voor de installatie van beveiligingsapparatuur. De eiser stelt dat de gedaagde, die de opdracht heeft gegeven voor de installatie, in gebreke is gebleven bij de betaling van twee facturen ter hoogte van € 6.655,-. De gedaagde heeft een deel van dit bedrag betaald, maar de resterende facturen zijn onbetaald gebleven. Eiser heeft ook schadevergoeding gevorderd wegens lekkages die zouden zijn ontstaan door de installatie van de apparatuur. De gedaagde betwist de vordering en voert aan dat er sprake is van verrekening met herstelkosten die zijn gemaakt als gevolg van de lekkages. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in verzuim verkeert en dat de eiser recht heeft op betaling van de openstaande facturen, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft echter het verrekeningsverweer van de gedaagde afgewezen, omdat niet eenvoudig kon worden vastgesteld of de eiser tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11248121 \ CV EXPL 24-10212
Vonnis van 31 januari 2025
in de zaak van
INBRAAKPREVENTIE M.I.B. B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
gemachtigde: mr. O.J. Boeder,
tegen
FK CREATIVES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. M. Goedhart.
Partijen worden hierna aangeduid als Inbraakpreventie en FK Creatives.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 24 juli 2024 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 29 oktober 2024, waarin mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 3 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Inbraakpreventie heeft beveiligingsapparatuur geplaatst in en aan de woning van mevrouw [naam 1] ( [naam 1] ) en de heer [naam 2] ( [naam 2] ), gelegen aan de [adres] . De opdracht hiervoor is verstrekt door FK Creatives, een onderneming waarvan [naam 1] aandeelhouder is.
2.2.
Inbraakpreventie heeft op 24 oktober en 13 november 2023 twee facturen verstuurd aan FK Creatives, met een totaalbedrag van € 6.655,-. Deze facturen zijn niet betaald. Inbraakpreventie heeft op 29 januari een eerste ingebrekestellingen gestuurd. Begin maart 2024 is een betalingsregeling getroffen. Op 23 maart 2024 heeft FK Creatives in het kader daarvan € 1.803,66 betaald aan Inbraakpreventie. Op 13 mei 2024 heeft Inbraakpreventie nog een ingebrekestelling gestuurd, maar verdere betaling is uitgebleven.
2.3.
Vanaf november 2023 hebben zich problemen voorgedaan in de woning. Er blijkt dan door een leiding van de oven heen te zijn geboord. In december 2023 hebben de bewoners een lekkage geconstateerd in de meterkast. De verhuurder van de woning – KNSF Vastgoed II B.V. (KNSF) – heeft PHB Deventer B.V. (PHB) ingehuurd om de problemen te onderzoeken. De oorzaak van de lekkage wordt aanvankelijk niet gevonden. Op 21 februari 2024 doen [naam 1] en [naam 2] weer een melding. Op 4 maart 2024 hebben de monteurs van PHB de gevel boven de voordeur opengemaakt. PHB heeft toen geconstateerd dat ter bevestiging van de beveiligingscamera door het folie en de waterkering heen is geboord. PHB concludeert dat de lekkage hiervan het gevolg is.
2.4.
PHB heeft € 5.221,80 in rekening gebracht bij KSNF. KSNF heeft dit bedrag doorbelast aan [naam 1] en [naam 2] , die dit bedrag hebben betaald. [naam 1] en [naam 2] hebben hun vordering gecedeerd aan FK Creatives.

3.Het geschil

3.1.
Inbraakpreventie heeft ter zitting haar vordering gewijzigd en vordert nu veroordeling van FK Creatives tot betaling van € 5.764,20, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding en de proceskosten (inclusief de nakosten), voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
3.2.
Inbraakpreventie legt aan haar vordering ten grondslag dat FK Creatives de overeenkomst van opdracht dient na te komen door betaling van de facturen, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. Het gevorderde bedrag bestaat uit het gefactureerde bedrag (€ 6.655,-), de buitengerechtelijke incassokosten (€ 707,80) en de rente vanaf datum van verzuim (€ 205,06), verminderd met het reeds betaalde bedrag van € 1.803,66.
3.3.
FK Creatives voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Inbraakpreventie in haar vordering, dan wel tot afwijzing van de vordering, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Inbraakpreventie in de kosten van deze procedure. FK Creatives betwist de hoogte van de twee ingebrekestellingen die Inbraakpreventie heeft verstuurd en hiermee ook de rechtsgeldigheid van het verzuim. Het is FK Creatives onduidelijk hoe Inbraakpreventie de bedragen van € 7.739,49 en € 6.054,89 heeft berekend voor haar ingebrekestellingen.
3.4.
Voorts verweert FK Creatives zich met een beroep op verrekening (art. 6:127 van het Burgerlijk Wetboek) van de vordering van Inbraakpreventie met de herstelkosten van € 5.221,80. Volgens FK Creatives is Inbraakpreventie tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen onder de overeenkomst van opdracht (art. 6:74 BW) en kan deze vordering uit wanprestatie worden verrekend met de vordering van Inbraakpreventie, exclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten. Ter zitting heeft FK Creatives betoogd dat de woning als gevolg van de lekkages geen elektriciteit of warm water had, waardoor er haast was bij de herstelwerkzaamheden. Pas toen de gevel op 4 maart 2024 is opgemaakt door PHB is gebleken dat de schade veroorzaakt was door de werkzaamheden van Inbraakpreventie.

4.De beoordeling

Vordering van Inbraakpreventie wordt grotendeels toegewezen
4.1.
Niet in geschil is dat Inbraakpreventie recht heeft op betaling voor haar werkzaamheden. FK Creatives moet de facturen van Inbraakpreventie dus betalen. Inbraakpreventie heeft recht op betaling van het resterende openstaande bedrag van de facturen (€ 6.655,00 - € 1.803,66), vermeerderd met de onbetwiste buitengerechtelijke incassokosten (€ 707,80), tot een totaal van € 5.559,14.
4.2.
Inbraakpreventie vordert verder een bedrag van € 205,06 aan wettelijke rente, berekend vanaf de datum van verzuim tot aan de datum van de dagvaarding, en de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. Uit het verweer van FK Creatives maakt de kantonrechter op dat zij meent dat dit moet worden afgewezen. Daarin volgt de kantonrechter haar deels.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat FK Creatives in verzuim verkeert. De twee facturen van Inbraakpreventie voor de installatie van de beveiligingsapparatuur hadden allebei een betalingstermijn van veertien dagen, die verliep op 7 en 27 november 2023. Blijkens art. 6:83 sub a BW is FK Creatives met het verstrijken van de betalingstermijnen van rechtswege in verzuim en is een ingebrekestelling, ongeacht de precieze hoogte ervan, niet nodig.
4.4.
Het is de kantonrechter echter niet duidelijk hoe het bedrag van € 205,06 is berekend, aangezien de hoofdsom tussen het intreden van het verzuim en de datum van de dagvaarding op 23 maart 2024 is verminderd met € 1.803,66. Inbraakpreventie heeft niet onderbouwd of en hoe deze vermindering is meegerekend in de berekening. De vordering van € 205,06 wordt dan ook afgewezen. De gevorderde wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding wijst de kantonrechter wel toe.
Het verrekeningsverweer wordt afgewezen
4.5.
Als een partij zich verweert tegen een vordering door een beroep op verrekening te doen, is artikel 6:136 BW van toepassing. Uit dit artikel volgt dat de rechter op eenvoudige wijze moet kunnen vaststellen of het beroep op verrekening slaagt. Als dat niet zo is, kan de rechter het verweer passeren en de vordering toewijzen. De kantonrechter is van oordeel dat die situatie zich hier voordoet.
4.6.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Inbraakpreventie betwist dat zij bij de uitvoering van haar werkzaamheden is tekortgeschoten. Zij heeft betoogd dat voor de bevestiging van de beveiligingscamera aan de buitenmuur boven de voordeur altijd door een laag folie moet worden geboord, zoals door PHB is geconstateerd. Volgens Inbraakpreventie is de lekkage daar dus niet door ontstaan. Volgens Inbraakpreventie is de lekkage in de meterkast mogelijk veroorzaakt door de natte ruimte boven de cv-ketel. Inbraakpreventie heeft er verder op gewezen dat zij nu niet meer kan zeggen over de situatie, omdat zij door [naam 1] en [naam 2] niet op de hoogte is gebracht van de lekkage en daarom ook geen gelegenheid heeft gehad om de situatie te inspecteren.
4.7.
Gelet op hetgeen door beide partijen is aangevoerd, is de kantonrechter van oordeel dat de vraag of Inbraakpreventie is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen nog niet kan worden beantwoord. FK Creatives heeft haar standpunt onderbouwd met de bevindingen van PHB, maar Inbraakpreventie heeft die bevindingen gemotiveerd bestreden. Partijen zullen hierover nader debat moeten voeren, zeker omdat Inbraakpreventie nog niet de gelegenheid heeft gehad om de situatie ter plaatse te inspecteren. Dit heeft tot gevolg dat de kantonrechter niet eenvoudig kan constateren of Inbraakpreventie is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen, waardoor het verrekeningsverweer van FK Creatives in lijn met art. 6:136 BW wordt gepasseerd.
4.8.
Tijdens de mondelinge behandeling is door partijen gediscussieerd over het al dan niet rechtsgeldige verzuim van Inbraakpreventie ten aanzien van de installatiewerkzaamheden. Het verzuimvraagstuk komt echter pas aan bod als een tekortkoming in de nakoming door Inbraakpreventie is vastgesteld. Nu een tekortkoming aan de zijde van Inbraakpreventie in deze procedure niet kan worden vastgesteld, komt de kantonrechter niet toe aan beoordeling van de rechtsgeldigheid van het verzuim van Inbraakpreventie.
FK Creatives moet de proceskosten van Inbraakpreventie betalen
4.9.
FK Creatives is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van Inbraakpreventie betalen. De proceskosten van Inbraakpreventie worden tot dit vonnis begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.452,22

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt FK Creatives om aan Inbraakpreventie te betalen een bedrag van € 5.559,14, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 24 juli 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt FK Creatives in de proceskosten, tot dit vonnis aan de zijde van Inbraakpreventie begroot op € 1.452,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als FK Creatives niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Breugem, kantonrechter, en mr. Z.A. Mees, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2025.