ECLI:NL:RBAMS:2025:1525

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 maart 2025
Publicatiedatum
11 maart 2025
Zaaknummer
11458387 EA VERZ 24-1283
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging opzegging arbeidsovereenkomst en veroordeling tot wedertewerkstelling en betaling van loon

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen Splash Palace B.V. [verzoeker] heeft op 23 december 2024 een verzoek ingediend tot vernietiging van de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst, die door Splash Palace was gedaan per 1 november 2024. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat [verzoeker] niet had ingestemd met het ontslag en Splash Palace geen toestemming van het UWV had verkregen. De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van de opzegging toegewezen, waardoor de arbeidsovereenkomst voortduurt. Tevens is Splash Palace veroordeeld om [verzoeker] weer toe te laten tot de werkvloer en om het salaris door te betalen vanaf 1 december 2024. Daarnaast zijn er veroordelingen uitgesproken tot betaling van achterstallig salaris en teveel ingehouden zorgpremie. De kantonrechter heeft de proceskosten voor rekening van Splash Palace gesteld, omdat deze overwegend ongelijk heeft gekregen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer / rekestnummer: 11458387 \ EA VERZ 24-1283
Beschikking van 11 maart 2025
in de zaak van
[verzoeker],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. P.Chr. Snijders,
tegen
SPLASH PALACE B.V.,
te Amsterdam,
verwerende partij,
hierna te noemen: Splash Palace,
gemachtigde: mr. T.H.C. Visser.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft op 23 december 2024 een verzoek, tevens houdende voorlopige voorziening ex artikel 223 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), met producties ingediend dat strekt tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Splash Palace.
1.2.
Het verzoek is mondeling behandeld op 4 februari 2025. Voorafgaand aan de zitting heeft [verzoeker] een akte vermeerdering eis ingediend. [verzoeker] is op de zitting verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Namens Splash Palace is [naam] (directeur en eigenaar, hierna: [naam] ) verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Partijen hebben hun standpunten toegelicht (de gemachtigde van [verzoeker] mede aan de hand van spreekaantekeningen) en vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Aan het einde van de mondelinge behandeling is de zaak aangehouden in verband met schikkingsonderhandelingen. Bij e-mail van 13 februari 2025 heeft [verzoeker] om beschikking gevraagd.
1.3.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren [geboortedatum] 1974, is met ingang van 1 december 2023 voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Splash Palace in de functie van office manager/receptioniste. Het laatst verdiende salaris bedraagt € 1.690,00 netto per maand exclusief vakantietoeslag bij een werkweek van 19,5 uur.
2.2.
Begin september 2024 heeft Splash Palace aan [verzoeker] gemeld dat er door economische noodzaak een tijdelijke urenvermindering zou plaatsvinden, waarbij het aantal uren per week werd verminderd van 19,5 naar 15.
2.3.
Bij WhatsApp bericht van 9 september 2024 heeft [verzoeker] onder meer het volgende aan [naam] geschreven:
“(…) Je hebt mij verteld dat FysioAnders/Splash Palace BV in zeer zwaar financieel weer verkeert en vanwege die reden mijn arbeidsuren in onze arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd moeten worden verminderd. (…) Omdat je aangeeft dat er geen enkele oplossing is en deze ingreep echt noodzakelijk, kom ik jou natuurlijk graag (vrijwillig) tegemoet en ben akkoord op basis van onze arbeidsrelatie voor onbepaalde tijd met een tijdelijke urenvermindering. Zullen we afspreken voor de duur van 3 maanden van 19 uur per week naar 15 uur per week met behoud van het aantal vakantiedagen en vakantiegeld gebaseerd op het oorspronkelijk overeengekomen aantal arbeidsuren (19 uur per week). (…)”
2.4.
Bij WhatsApp bericht van 25 september 2024 heeft [verzoeker] onder meer het volgende aan [naam] geschreven:
“(…) Jouw mededeling dat je voor de vrijdagen en voor de woensdagen nieuw personeel aantrekt, ligt niet in lijn met mijn arbeidsovereenkomst, maar evenmin met de door jou gestelde (tijdelijke) urgente bedrijfsnoodzaak. (…)”
2.5.
Op 30 september 2024 heeft tussen Splash Palace en [verzoeker] een functioneringsgesprek plaatsgevonden waarbij aan [verzoeker] een vaststellingsovereenkomst is aangeboden ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Diezelfde dag heeft Splash Palace [verzoeker] per WhatsApp bericht een ontslagbrief gestuurd. In die brief staat onder meer het volgende:
“(…) Zoals besproken, bevestig ik hierbij dat wij helaas hebben besloten om de samenwerking per 1 november 2024 te beëindigen.
Na een half jaar van uw inzet in vaste dienst, hebben wij geconstateerd dat uw functioneren niet voldoet aan de verwachtingen en vereisten die noodzakelijk zijn voor deze functie. Naast bedrijfseconomische redenen die ons noodzaken om onze organisatie efficiënter in te richten, spelen andere factoren ook een rol bij deze beslissing. Uw beperkte flexibiliteit wat betreft werktijden heeft gezorgd voor beperkingen in de werkplanning, waardoor werk niet kon worden uitgevoerd. Daarnaast is er geen constructieve houding getoond bij het inwerken en begeleiden van andere medewerkers, wat een belangrijke eigenschap is binnen onze organisatie. Dit alles zijn gegronde redenen om het dienstverband te beëindigen.
Om de beëindiging van het dienstverband correct af te wikkelen, bieden wij u een vergoeding van één maandsalaris aan. Op basis van uw netto uurloon van €20 en een werkweek van 19,5 uur, komt dit neer op een bedrag van €1.560. Hiermee achten wij het dienstverband naar behoren afgerond.
Wij verzoeken u vriendelijk om schriftelijk akkoord te geven op deze mail, waarmee u instemt met de beëindiging van het dienstverband per 1 november 2024 en de bijbehorende vergoeding. (…)”
2.6.
[verzoeker] heeft niet ingestemd met de beëindiging van het dienstverband.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter in de hoofdzaak, na wijziging van haar verzoek, om (voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking)
i. de aanpassing van de arbeidsduur van 19,5 uur naar 15 uur per week per 1 september 2024 op grond van dwaling/misbruik van omstandigheden te vernietigen dan wel nietig te verklaren,
ii. de opzegging van de arbeidsovereenkomst per 1 november 2024 te vernietigen dan wel nietig te verklaren,
iii. [verzoeker] toe te laten tot de werkvloer om haar gebruikelijke werkzaamheden te verrichten op straffe van verbeurte van een dwangsom,
en Splash Palace te veroordelen tot
iv. betaling van € 1.690,00 netto per maand aan salaris, te vermeerderen met vakantietoeslag en vakantiedagen, vanaf 1 december 2024 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging, en de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de opeisbaarheid tot de dag van betaling,
v. betaling van € 2.789,32 netto aan achterstallig salaris tot 1 december 2024, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging per 31 januari 2025,
vi. betaling van € 203,20 netto aan te veel ingehouden zorgpremie, te vermeerderen met de wettelijke rente per 31 januari 2025,
vii. afgifte van de jaaropgave 2023 en de maandelijkse salarisstroken vanaf december 2023 tot 31 januari 2025, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
viii. betaling van de buitengerechtelijke kosten conform de staffel,
ix. betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente,
3.2.
De verzoeken onder iii tot en met ix zijn tevens bij wijze van voorlopige voorziening gedaan. [verzoeker] heeft subsidiair om toekenning van de transitievergoeding verzocht.
3.3.
[verzoeker] legt aan haar verzoeken ten grondslag dat Splash Palace de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig heeft opgezegd, omdat zij niet heeft ingestemd met het ontslag en Splash Palace voor de opzegging geen toestemming van het UWV heeft gekregen. De overige uitzonderingsgronden van artikel 7:671 lid 1 BW zijn evenmin van toepassing. Voor [verzoeker] waren verder de door Splash Palace aangevoerde bedrijfseconomische omstandigheden doorslaggevend om in te stemmen met een tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur. Nu kort na de instemming van [verzoeker] met de (door haar) minder te werken uren nieuw personeel is aangetrokken, was kennelijk geen sprake van dergelijke omstandigheden en is de aanpassing van de arbeidsovereenkomst (wegens dwaling van [verzoeker] dan wel misbruik van omstandigheden van Splash Palace) vernietigbaar.
3.4.
Splash Palace voert aan dat de arbeidsrelatie is verstoord, zodat zij wil komen tot een einde van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast voert Splash Palace aan dat de hoogte van de gevorderde wettelijke verhoging disproportioneel is gelet op de duur van het dienstverband en de hoogte van het salaris. Daarnaast is de financiële status van Splash Palace niet rooskleurig.

4.De beoordeling

Geen rechtsgeldige opzegging arbeidsovereenkomst
4.1.
Op grond van artikel 7:681 lid 1, aanhef en onder a, BW kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer de opzegging van de arbeidsovereenkomst vernietigen als de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Dit artikel bepaalt onder meer dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig kan opzeggen zonder schriftelijke instemming van de werknemer, tenzij het UWV toestemming heeft verleend voor de opzegging, of sprake is van een van de andere in 7:671 lid 1 BW genoemde uitzonderingen.
4.2.
Niet in geschil is dat een instemming van [verzoeker] met de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Splash Palace ontbreekt. Nu verder niet is gebleken dat Splash Palace voor de opzegging toestemming heeft verkregen van het UWV, dan wel dat één van de andere uitzonderingen genoemd in lid 1 van artikel 7:671 BW van toepassing is, heeft Splash Palace de arbeidsovereenkomst in strijd met artikel 7:671 BW opgezegd. Het verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van de opzegging wordt daarom toegewezen.
Wedertewerkstelling
4.3.
Omdat de opzegging wordt vernietigd, duurt de arbeidsovereenkomst voort. [verzoeker] heeft zich beschikbaar gehouden voor haar werkzaamheden en stelt dat zij nog geen ander werk heeft gevonden. Splash Palace heeft niet, althans onvoldoende, onderbouwd dat [verzoeker] niet kan terugkeren op de werkvloer, zodat zij [verzoeker] weer zal moeten toelaten tot het werk totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd. De vordering tot wedertewerkstelling wordt daarom toegewezen.
Doorbetaling salaris
4.4.
Verder heeft [verzoeker] recht op doorbetaling van het salaris tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd. De vordering tot betaling van het salaris vanaf 1 december 2024 (te vermeerderen met de vakantiebijslag) wordt daarom toegewezen. Voor zover Splash Palace het salaris te laat heeft betaald, is ook de daarover gevorderde wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW toewijsbaar die redelijkerwijze wordt beperkt tot 25%. Over eventuele toekomstige salaristermijnen dient Splash Palace alleen de wettelijke verhoging van 25% te betalen voor zover zij met die loonbetaling zodanig te laat is dat zij volgens de systematiek van artikel 7:625 BW de wettelijke verhoging verschuldigd is. Over het te laat betaalde salaris en de wettelijke verhoging, is (onbetwist) wettelijke rente verschuldigd een en ander zoals in het dictum vermeld. Ten aanzien van de wettelijke rente over de wettelijke verhoging wordt de datum van het verzoekschrift als datum van verzuim aangemerkt, aangezien niet is gesteld of is gebleken dat Splash Palace door een ingebrekestelling eerder in verzuim is geraakt. De vordering met betrekking tot de (uitbetaling van) vakantiedagen wordt afgewezen. [verzoeker] heeft wel recht op die vakantiedagen, maar deze worden opgebouwd en dienen te worden opgenomen/afgerekend conform het bepaalde in de wet en/of arbeidsovereenkomst.
Achterstallig salaris
4.5.
Splash Palace heeft de vernietiging door [verzoeker] van de gemaakte afspraken over de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur niet bestreden. De hoogte van het in dat verband tot 1 december 2024 gevorderde achterstallig salaris van € 2.789,32 (inclusief vakantietoeslag) heeft zij evenmin bestreden. Het verzoek tot betaling van dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging (eveneens beperkt tot 25%) wordt daarom toegewezen. Over de (in verband met dit achterstallige loon) gevorderde wettelijke verhoging is geen wettelijke rente gevorderd, zodat die niet wordt toegewezen.
toegewezen.
Zorgpremie
4.6.
Ook de verzoeken tot betaling van € 203,20 netto aan te veel ingehouden zorgpremie, inclusief de daarover gevorderde wettelijke rente, en tot afgifte van de jaaropgave over 2023 en de salarisspecificaties worden als onweersproken toegewezen.
Dwangsom
4.7.
Aan de veroordelingen tot wedertewerkstelling en tot afgifte van jaaropgave/salarisstroken zal een dwangsom worden verbonden, met dien verstande dat deze zal worden beperkt gemaximeerd op de wijze als in het dictum vermeld.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.8.
[verzoeker] heeft niet gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht, zodat de vordering op dit punt niet toewijsbaar is.
Voorlopige voorziening
4.9.
Nu in deze beschikking al een beslissing wordt gegeven op het verzoek in de hoofdzaak, is er geen reden meer om met toepassing van artikel 223 Rv een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening op grond van dat artikel kan immers alleen worden getroffen voor de duur van het geding. Dat verzoek zal daarom worden afgewezen.
Overig/proceskosten
4.10.
De primair verzochte vernietiging van de opzegging wordt toegewezen, zodat hetgeen subsidiair is verzocht verder onbesproken kan blijven.
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van Splash Palace, omdat Splash Palace overwegend ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van [verzoeker] worden begroot op € 968,50 (€ 87,00 aan griffierecht, € 814,00 aan salaris gemachtigde en € 67,50 aan nakosten, plus de kosten van betekening als Splash Palace niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de beschikking heeft voldaan en deze om die reden is betekend). De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
vernietigt de opzegging van de arbeidsovereenkomst per 1 november 2024 en de afspraak waarbij de arbeidsduur per 1 september 2024 voor de duur van drie maanden is verminderd van 19,5 naar 15 uur per week,
5.2.
veroordeelt Splash Palace om [verzoeker] toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Splash Palace geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 3.000,00;
5.3.
veroordeelt Splash Palace tot betaling aan [verzoeker] van € 2.789,32 netto aan achterstallig salaris (inclusief vakantietoeslag) tot 1 december 2024, te vermeerderen met de wettelijke verhoging met een maximum van 25% en de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het achterstallig salaris vanaf 31 januari 2025 tot de betaling;
5.4.
veroordeelt Splash Palace tot betaling aan [verzoeker] van het salaris van € 1.690,00 netto per maand en de daarover verschuldigde vakantietoeslag vanaf 1 december 2024 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, over het achterstallig salaris te vermeerderen met de wettelijke verhoging met een maximum van 25%, en het aldus verhoogde bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de datum van verzuim tot de betaling (een en ander zoals onder 4.4 bepaald),
5.5.
veroordeelt Splash Palace tot betaling van 203,20 netto aan teveel ingehouden zorgpremie, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 31 januari 2025 tot de betaling,
5.6.
veroordeelt Splash Palace om [verzoeker] binnen twee weken na betekening van deze beschikking de jaaropgave over 2023 en de salarisspecificaties vanaf 1 december 2023 tot 31 januari 2025 te verstrekken, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Splash Palace geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen met een maximum van € 1.500,00;
5.7.
veroordeelt Splash Palace in de proceskosten van € 968,50, te vermeerderen met de kosten van betekening als Splash Palace niet tijdig aan de veroordeling voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
5.8.
veroordeelt Splash Palace tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.9.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.10.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. Brokkaar en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2025.
42146