Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 april 2023,
- de akte in geding brengen producties van Larendael van 10 mei 2023,
- het herstelexploot van Larendael van 15 mei 2023,
- de conclusie van antwoord van het Havenbedrijf, met de daarin genoemde producties,
- het exploot van 17 juli 2023 waarbij Larendael op grond van artikel 118 Rv Decom als derde partij heeft opgeroepen,
- de akte uitlaten van Decom,
- de conclusie van antwoord van de Gemeente, met de daarin genoemde producties,
- het tussenvonnis van 15 mei 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 25 november 2024, met de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
3.Het geschil
ieder gebruik” van terrein I als ligplaats onrechtmatig is, terwijl in artikel 14 van de Akte van 1970 een geclausuleerd recht om in terrein I te liggen, is opgenomen en die verplichting om dat te dulden aan Larendael in de leveringsakte door Chidda c.s. door middel van een kettingbeding is doorgelegd. Van onrechtmatig gebruik was bovendien nooit sprake omdat de wijze waarop de terreinen werden gebruikt, moet worden aangemerkt als normaal gebruik van openbaar vaarwater. Larendael heeft dat te dulden.
4.De beoordeling
€ 178,00(plus de verhoging als vermeld in de beslissing)