Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.de vennootschap onder firma [verzoeker 1] ,
[verzoeker 2],
[verzoeker 3],
1.1. De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van het verzoekschrift in de hoofdzaak, gehouden op 28 november 2024 met daarin opgenomen de grond tot wraking;
- de schriftelijke aanvulling/verduidelijking op het wrakingsverzoek van 16 januari 2025 van verzoekers;
- de schriftelijke reactie van de rechter.
2.De feiten
3.Het verzoek en de gronden daarvan
“U bent de trustee van de trust van [verzoeker 2] , [verzoeker 3] en [verzoeker 1] De griffier is curator. Wij zijn de benefiiciairen van de trust. U kunt dan geen oordeel vellen, want u heeft meerdere petten op. Bovendien heeft de rechter geen autoriteit over de levende man en levende vrouw.”Bij de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek is hieraan toegevoegd dat verzoekers van mening zijn dat van een eerlijke rechtsgang geen sprake is en dat verzoekers twijfelen aan de onpartijdigheid van de rechter.