ECLI:NL:RBAMS:2025:134

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 januari 2025
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
759751
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een (romp)overeenkomst tot koop en verkoop van aandelen in een onderneming, met verzoek om conservatoire maatregelen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 10 januari 2025, hebben de eiseressen, [eiseres 1] B.V. en [eiseres 2] B.V., een kort geding aangespannen tegen [gedaagde] B.V. De eiseressen vorderden nakoming van een (romp)overeenkomst tot de koop van aandelen in [bedrijf gedaagde] B.V., een onderneming die zich bezighoudt met de productie van fijnchemicaliën. De eiseressen stelden dat er een overeenkomst tot stand was gekomen, terwijl de gedaagde partij betwistte dat er een bindende overeenkomst was. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen perfecte koopovereenkomst was tot stand gekomen, omdat de onderhandelingen op 18 september 2024 door de gedaagde waren afgebroken en er geen getekende overeenkomst was. De vorderingen van de eiseressen werden afgewezen, en de voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagde het recht had om de onderhandelingen af te breken, gezien de afspraken in de letter of intent (LOI) en de exclusiviteitsperiode die was verstreken. De eiseressen werden veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij. Tevens werden de conservatoire beslagen die door de eiseressen waren gelegd, opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Zaaknummer: C/13/759751 / KG ZA 24-941 IHJK/MAH
Vonnis in kort geding van 10 januari 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1.
[eiseres 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
2.
[eiseres 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eiseressen in conventie bij dagvaarding van 21 november 2024,
verweersters in reconventie,
hierna samen te noemen: [eiseressen] ,
advocaten: mr. L. Bakers en mr. A.P.A. van den Heuvel te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. A. Rosielle te Amsterdam.
Eiseressen zullen hierna afzonderlijk [eiseres 1] en [eiseres 2] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Op de zitting van 12 december 2024 waren aanwezig:
- aan de kant van [eiseressen] : [naam 1] (partner [eiseres 1] , indirect statutair directeur van beide vennootschappen), [naam 2] (medewerker), [naam 3] (medewerker), [naam 4] (beoogd CEO van [eiseres 2] ), met mr. Bakers en mr. Van den Heuvel,
- aan de kant van [gedaagde] : [naam 5] (voorzitter van de raad van bestuur van [gedaagde] Inc.), bijgestaan door een tolk Engels (J.M. Steur), met mr. Rosielle en mr. D.M.N. Eckenhausen.
1.2.
[eiseressen] heeft de dagvaarding toegelicht en [gedaagde] de vordering in reconventie (tegenvordering). Partijen hebben over en weer verweer gevoerd, [gedaagde] mede aan de hand van een tevoren ingediende conclusie van antwoord. Beide partijen hebben producties en spreekaantekeningen ingediend.
1.3.
Vonnis is (nader) bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[eiseres 1] en [eiseres 2] zijn onderdeel van de Nederlandse investeringsmaatschappij [bedrijf eiseressen] , die investeert in met name middelgrote ondernemingen met een omzet tussen de 20 en 500 miljoen euro in diverse sectoren.
2.2.
[gedaagde] is 100% aandeelhouder van [bedrijf gedaagde] B.V. ( [bedrijf gedaagde] ), een onderneming die zich bezighoudt met de productie van fijnchemicaliën voor toepassing in onder meer elektronica, kunststof, geneesmiddelen en cosmetica. [bedrijf gedaagde] is sinds 1970 gevestigd in [vestigingsplaats 2] en is thans onderdeel van het wereldwijd opererende familiebedrijf [gedaagde] Inc., dat buiten Nederland ook vestigingen heeft in de VS, China, Japan, India, Korea en Taiwan. Het hoofdkantoor is gevestigd in Austin, Texas.
2.3.
[eiseres 1] en [gedaagde] zijn begin 2024 met elkaar in gesprek gegaan over verkoop van de aandelen in [bedrijf gedaagde] en hebben op 19 juli 2024 een
letter of intent(LOI) getekend. Daarin staat, voor zover relevant:
“Purpose: This LOI sets out the principal terms and conditions of the Proposed Transaction and forms the basis for the further discussions between the Parties about the definitive terms and conditions of the share purchase agreement with respect to the Shares (the
SPA) and other relevant documentation in connection with the Proposed Transaction.
(…)
The enterprise value of the Company on a cash and debt free basis is
EUR 30,000,000 (the
Enterprise Value).
(…)
The purchase price for the Shares
(Equity Value)shall be an amount equal to the sum of:
( i) The amount of the Enterprise Value, which on its own shall consist of two parts:
a. A fixed purchase price of EUR 28,000,000,
plus;
b. An earn-out payment of EUR 2,000,000, based on the Realized (Adjusted) EBITDA over FY2024:
(…)
(ii)
minusthe amount, if any, of Net Debt per the Effective Time;
(iii)
plus/minusthe difference between the Reference Working Capital and the actual Working Capital per the Effective Time; and
(iv)
minusthe purchase price adjustments to be agreed between the Parties in good faith, including IT infrastructure costs (position of the Purchaser: of up to EUR 221k, to be validated by the Seller during the next phase).”
2.4.
In de LOI staat dat partijen over de definities van netto schuld (
Net Debt), referentiewerkkapitaal (
Reference Working Capital) en werkkapitaal (
Working Capital) nog moesten dooronderhandelen.
2.5.
Over het tijdpad staat in de LOI:
“The Parties aim for the following timetable for the completion of the Proposed Transaction:
( i) 19 July 2024: signing of this LOI;
(ii) 22 July 2024: start confirmatory Due Diligence
(iii) 29 July 2024: the Purchaser negotiates with de W&I Insurance companies the scope of the reps and warranties and tax indemnity in the SPA;
(iv) 29 July 2024: the Purchaser provides a mark-up of the draft SPA to the Seller;
( v) 29 July - 30 August 2024: good faith negotiations about the Transaction Documentation;
(vi) 30 August 2024: the Purchaser shall arrange for committed financing; and
(vii) 2 September 2024: signing of the Signing Protocol with agreed form SPA; and
(viii) completion of the Proposed Transaction to take place on the first business day of the month following the month in which both the works council consultation process and the merger clearance has been completed.”
2.6.
In de LOI is een exclusiviteitsperiode afgesproken:
“Upon signing of this LOI the Purchaser is granted the exclusive right to
(i) perform Due Diligence and (ii) negotiate with the Seller final transaction documentation for a period of 60 days from the date of this LOI (the
Exclusivity Period).
The Exclusivity Period shall be cancellable by the Seller in its discretion if on the 30th day of the Exclusivity Period, (1) the Purchaser has not reaffirmed in writing the Purchase Price in light of its due diligence performed at the date of such re-affirmation and on the terms and conditions reflected in this LOI and (2) the Purchaser and Seller have not reached mutual agreement on the calculation methodology used to determine Net Debt, Working Capital, and Reference Working Capital.
During the Exclusivity Period, the Seller shall not, and shall procure that its advisors and the Company shall not, directly or indirectly continue or enter into negotiations, discussions or any preliminary or legally binding arrangements with any other party relating to or in any way connected with a transaction that is similar to the Proposed Transaction (including sale of all or a material part of assets of the Company). The Seller and the Company will also accommodate the Purchaser to complete the Due Diligence in a timely manner to align with the abovementioned timelines within the Exclusivity Period.”
2.7.
Tenslotte staat in de LOI onder de kop “Non-binding”:
“This LOI is not legally binding, with the exception of this paragraph (Non- binding) and paragraphs (Exclusivity Period), (Confidentiality), (Costs) and (Governing law and jurisdiction). The Purchaser and the Seller shall enter in good faith negotiations regarding the Proposed Transaction. The Purchaser is and will remain free to withdraw from any and all discussions or negotiations at any time (in which case the Exclusivity Period will terminate automatically) and without any obligation or form of compensation being due to the Seller.
Upon expiration or termination of the Exclusivity Period, the Seller will be free to withdraw from any and all discussions or negotiations at any time and without any obligation or form of compensation being due to the Purchaser or any of its affiliates.”
2.8.
Op 30 juli 2024 heeft [eiseressen] aan [gedaagde] haar commentaar (door middel van een mark-up) gestuurd op een door [gedaagde] verstrekt concept
Share Purchase Agreement(aandelenkoopovereenkomst, hierna: SPA). Daarop heeft [gedaagde] op 21 augustus 2024 een nieuw concept gestuurd met daarin gemarkeerd haar aanpassingen. In beide concepten is [gedaagde] de verkoper en [eiseres 2] , die voor dat doel op 26 juli 2024 is opgericht, de koper.
2.9.
Op 6 september 2024 heeft [eiseressen] naar [gedaagde] een mark-up op de concept SPA van 21 augustus 2024 gestuurd. Deze bevatte inhoudelijke aanpassingen met betrekking tot de earn-out, concurrentie-boetes, vrijwaringen en de toevoeging van een
CAPEX [1] ­adjustment. De
CAPEX­adjustmenthield in dat [gedaagde] [eiseressen] moest compenseren als [gedaagde] zou achterblijven met haar
CAPEX-projectionvan € 2.448.000.
2.10.
Op 13 september 2024 heeft [eiseressen] de volgende e-mail van [naam 6] , de bedrijfsadviseur van [gedaagde] , ontvangen:
“The [gedaagde] team is currently reviewing the open points on the SPA and has asked us to hold off on sharing the supply agreement and scheduling the ING site visit for the time being.”.
2.11.
Naar aanleiding daarvan heeft [naam 2] ( [eiseressen] ) in e-mails van 16 en 17 september 2024 aan [naam 6] gevraagd om te bellen voor overleg, maar geen reactie ontvangen.
2.12.
Bij e-mail van 18 september 2024 heeft [naam 7] , CEO van [gedaagde] Inc. aan [eiseressen] geschreven:
“At [gedaagde] we have been discussing the latest draft of the SPA with the entire team, where the process stands to date and the envisaged transaction as a whole.
The continued request for a CAPEX price adjustment (which goes materially beyond amounts we consider acceptable and realistic) has led to ongoing and unresolved internal discussions on our end. In combination with, amongst others, the introduction and elimination of normalization items for the earn-out, the re-insertion of the too high penalties in respect of the tailored restrictive covenants and the uncertainties as to where we may end up with residual liability for the various requested indemnities, we have decided to end the discussions with you about a potential transaction.
We note that the 60 days exclusivity period laid down in the LOI has expired and that we are free to withdraw from our discussions. We thought it prudent to let you know as soon as possible, also to fully manage expectations. We will instruct our advisors accordingly and l can make myself available for a call if you would like to discuss.”
2.13.
Op 19 september 2024 heeft [eiseressen] geantwoord:
“We received your email below. You state that you are considering withdrawing from our discussions on the transaction.
This comes as a total surprise to us, especially given the significant time and effort we have already invested in this process. We have drafted and exchanged extensive transaction documentation, executed a DD, obtained funding, engaged a new CEO for [bedrijf gedaagde] and we have even with positive result consulted the central works council and the local management team of the company. Up until now, we were fully expecting the deal to come around and that we were merely ironing out a few remaining commercial points. Never did we receive any warning or message that a unilateral break-out by you and your team was in any way imminent. For us, it would be very damaging if this deal was to fall through at this stage. The issues you raised in your email do not, in our view, justify a full and final withdrawal from the deal.
Having said that, our markup does not reflect our final position on the relevant matters listed in your email, as we have always communicated verbally to your advisor. In fact in our internal discussions we had already concluded that we can come your way on the issues flagged in your mail. This is also why we have made several attempts in the past week to contact your advisors, but unfortunately we did not receive any response. More specifically we are willing to accept your position on the following matters:
- we are willing to take out the CAPEX adjustment from the SPA, as a result of which it will not further affect the purchase price;
- we are willing to accept your last proposal regarding the earn-out normalizations as included in the Dentons draft of the SPA on 21 August;
- we are willing to accept the proposal in the Dentons mark-up of 21 August, regarding the penalty amounts in respect to the restrictive covenants as included in article 19.1.3;
- and finally we are willing to withdraw the newly added requested indemnities in order to limit your residual liability.
Given the above, we are keen to have a call as soon as possible later today to resolve
this misunderstanding and ensure that we can continue the process as envisaged. What time
would work for you?”
2.14.
Op voorstellen nadien van [eiseressen] voor overleg (met [naam 5] , op locatie in Texas) heeft [gedaagde] afhoudend gereageerd en haar standpunt – dat zij niet verder gaat met dit project – gehandhaafd.
2.15.
Na verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland voor een bedrag van € 2,5 miljoen heeft [eiseressen] op 10 oktober 2024 ten laste van [gedaagde] conservatoir beslag doen leggen op de aandelen in [bedrijf gedaagde] . Het gaat om verhaalsbeslag en beslag tot afgifte en levering. De voorzieningenrechter heeft daarbij het verzoek om eveneens conservatoir derdenbeslag onder de bank van [gedaagde] te leggen, gelet op de proportionaliteit en subsidiariteit, afgewezen.
2.16.
[eiseressen] heeft [gedaagde] bij brief van haar advocaat van – eveneens – 10 oktober 2024 gesommeerd de transactie gestand te doen dan wel in verdere onderhandeling te treden. De advocaat van [gedaagde] heeft bij brief van 17 oktober 2024 geantwoord dat en waarom niet aan de sommatie zal worden voldaan.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseressen] c.s. vordert:
Primair - nakoming perfecte overeenkomst
I. [gedaagde] te veroordelen tot nakoming van de met [eiseressen] gesloten (romp)overeenkomst tot koop en verkoop van het gehele aandelenkapitaal in [bedrijf gedaagde] , zoals vastgelegd in de Share Purchase Agreement van 21 augustus 2024,
Subsidiair - nakoming rompovereenkomst en rest uitonderhandelen
II. [gedaagde] te veroordelen tot nakoming van de met [eiseressen] gesloten rompovereenkomst tot koop en verkoop van het gehele aandelenkapitaal in [bedrijf gedaagde] , zoals vastgelegd in de Share Purchase Agreement van 21 augustus 2024;
en
III. [gedaagde] te veroordelen de onderhandelingen met [eiseressen] met betrekking tot de in die overeenkomst resterende openstaande punten te goeder trouw voort te zetten en af te ronden binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000 per dag of gedeelte van een dag, met een maximum van € 5.000.000,
Meer subsidiair - gebod tot dooronderhandelen wegens onrechtmatig afgebroken onderhandelingen
IV. [gedaagde] te veroordelen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de onderhandelingen met [eiseressen] met betrekking tot de in de LOI voorgenomen transactie voort te zetten, althans te hervatten en zulks te goeder trouw en met inachtneming van de redelijkheid en billijkheid voort te zetten met het doel de transactie tot stand te brengen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000 per dag of gedeelte van een dag, met een maximum van € 5.000.000.
Daarnaast vordert [eiseressen] om [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde] vordert - samengevat - opheffing van de op 10 oktober 2024 gelegde beslagen, subsidiair om [eiseressen] tot opheffing te veroordelen.
Daarnaast vordert [gedaagde] om [eiseressen] te veroordelen in de proceskosten.
3.5.
[eiseressen] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
[eiseressen] vordert primair en subsidiair nakoming van een (romp)overeenkomst, te weten de SPA van 21 augustus 2024. Een vordering tot nakoming kan in kort geding alleen worden toegewezen, indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het standpunt van de eisende partij zal volgen en indien van eiser niet kan worden gevergd dat hij de uitslag van de bodemprocedure afwacht.
Spoedeisend belang
4.2.
[eiseressen] stelt dat zij er spoedeisend belang bij heeft op korte termijn duidelijkheid te krijgen over de transactie. Ook vindt zij het van belang dat het reeds verrichte voorwerk actueel blijft en dat kan alleen als de transactie alsnog op korte termijn wordt uitgevoerd. Daarmee is er (net) voldoende spoedeisend belang bij de vorderingen.
Is er een overeenkomst?
4.3.
De primaire en subsidiaire vorderingen zullen worden afgewezen, omdat niet aannemelijk is geworden dat er een overeenkomst of rompovereenkomst tot stand is gekomen. Dat wordt hierna toegelicht.
4.4.
Met de e-mail van 18 september 2024 (zie 2.12) heeft [gedaagde] de onderhandelingen met [eiseressen] afgebroken. Op dat moment lag er geen getekende SPA. Er waren alleen concepten met commentaar (mark-ups) uitgewisseld. De laatste versie op dat moment was de SPA mark-up die [eiseressen] op 6 september 2024 aan [gedaagde] had gestuurd. Daarin stonden formele en inhoudelijke wijzigingsvoorstellen van [eiseressen] ten opzichte van de op 21 augustus 2024 van [gedaagde] ontvangen mark-up. Het ging om wezenlijke wijzigingsvoorstellen die ook de essentialia van de beoogde transactie, zoals de koopprijs, raakten. Op 18 september 2024 waren die voorstellen door [gedaagde] niet aanvaard en was er dus geen rompovereenkomst tot stand gekomen en al helemaal geen perfecte koopovereenkomst. Overigens verkeerde ook een bijkomende overeenkomst als de Transitional Services Agreement (TSA) nog in de concept-fase.
4.5.
Volgens [eiseressen] is er met haar e-mail van 19 september 2024, waarin zij alsnog akkoord ging met de SPA versie van 21 augustus 2024 en daarmee het bod van [gedaagde] aanvaardde, alsnog een perfecte koopovereenkomst tot stand gekomen. Op grond daarvan zou [gedaagde] alle aandelen in [bedrijf gedaagde] aan [eiseressen] , althans aan [eiseres 2] , moeten leveren. [gedaagde] wijst er echter terecht op dat er op 19 september 2024 geen bod meer van [gedaagde] lag dat door [eiseressen] kon worden aanvaard, omdat [eiseressen] zelf de mark-up van 21 augustus 2024 op 6 september 2024 had afgewezen en [gedaagde] op 18 september 2024 de onderhandelingen had afgebroken.
4.6.
Daarbij komt dat in de tekst op het voorblad van de concept-SPA’s wordt benadrukt dat deze geen aanbod bevatten en dat alleen een getekend contract bindend is:
“This document does not in any way constitute an offer by the Seller or any of its Affiliates. The Seller shall only be bound by a final written agreement duly signed on its behalf. By accepting this document, each recipient of this document acknowledges and agrees that the Seller and its Affiliates are and will remain free to withdraw from any and all discussions or negotiations and to change the disposal process, all at any time and without any obligation or form of compensation being due, and each recipient of this document waives any rights it may have to claim damages from the Seller or any of its Affiliates arising from the unilateral termination of these discussions or negotiations or change of the disposal process, at any time.”
Zeker in het Angelsaksische recht betekent dit dat er zonder getekende SPA geen overeenkomst is. [gedaagde] was naar eigen zeggen dan ook hoogst verbaasd over het standpunt van [eiseressen] dat er toch een overeenkomst zou zijn. Hoe dat ook zij, [eiseressen] had kunnen en moeten begrijpen dat (het Amerikaanse moederbedrijf van) haar wederpartij de afspraken zo strikt zou opvatten.
4.7.
[eiseressen] stelt nog dat [gedaagde] in strijd handelde met haar verplichting uit de LOI om te goeder trouw te onderhandelen doordat [gedaagde] de onderhandelingen abrupt en zonder waarschuwing heeft afgebroken en doordat zij voor vertraging zorgde en doelbewust een week voor het aflopen van de 60-dagentermijn het contact met [eiseressen] vermeed en daarmee [eiseressen] de kans ontnam om in die laatste fase van de exclusiviteitsperiode “de puntjes op de i te zetten en het transactieproces af te ronden”. [gedaagde] heeft deze stellingen bestreden en met name gemotiveerd betwist dat zij het due diligence onderzoek verwijtbaar heeft vertraagd. Hoe dat ook zij, ook als de stellingen van [eiseressen] juist zouden zijn is niet duidelijk hoe daaruit - zoals [eiseressen] betoogt - kan volgen dat de onderhandelingen met de e-mail van [gedaagde] van 18 september 2024 niet tot een eind zijn gekomen. Niet gesteld of gebleken is dat de in de LOI overeengekomen 60-dagentermijn door partijen is aangepast of zelfs maar ter discussie is gesteld. Nog minder kan uit die stellingen volgen dat er op 19 september 2024 een perfecte, althans romp-, overeenkomst tot stand zou zijn gekomen.
4.8.
Bij deze stand van zaken behoeven de overige verweren van [gedaagde] tegen de vorderingen I tot en met III geen bespreking meer. Deze vorderingen zullen worden afgewezen.
Voortzetten onderhandelingen?
4.9.
Meer subsidiair vordert [eiseressen] een gebod tot dooronderhandelen vanwege onrechtmatig afgebroken onderhandelingen. [eiseressen] baseert deze vordering tevens op de redelijkheid en billijkheid: partijen dienen zich redelijk en billijk te gedragen tijdens het onderhandelingsproces en [gedaagde] heeft dat niet gedaan.
4.10.
Voorop staat dat ieder van de onderhandelende partijen – die verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen – vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het tot stand komen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn.
4.11.
Het is dus aan [eiseressen] om feiten te stellen en aannemelijk te maken die voorshands een uitzondering rechtvaardigen op de hoofdregel van de contractsvrijheid, in het bijzonder de vrijheid om onderhandelingen af te breken.
4.12.
Volgens [eiseressen] heeft [gedaagde] met het sluiten van de LOI en het aansluitende transactieproces, waaronder de due diligence en het uitwisselen van concepten van de SPA en de TSA, bij [eiseressen] een gerechtvaardigd vertrouwen gewekt ten aanzien van het tot stand brengen van de transactie. Het stond [gedaagde] daarom niet vrij om de onderhandelingen af te breken op de wijze waarop zij dat heeft gedaan, namelijk zonder enige waarschuwing en zonder [eiseressen] enige mogelijkheid te bieden de punten van twijfel bij [gedaagde] weg te nemen, aldus steeds [eiseressen] .
4.13.
[gedaagde] wijst er terecht op dat de exclusiviteitsperiode van 60 dagen uit de LOI (zie 2.6) was verstreken toen zij op 18 september 2024 de onderhandelingen afbrak. Ook [eiseressen] erkent dat die periode op 17 september 2024 afliep. Partijen hadden in de LOI expliciet afgesproken dat het [gedaagde] na afloop daarvan vrijstond om zonder enige vorm van compensatie de onderhandelingen af te breken: “Upon expiration or termination of the Exclusivity Period, the Seller will be free to withdraw from any and all discussions or negotiations at any time and without any obligation or form of compensation being due to the Purchaser or any of its affiliates.” (zie 2.7). Als reden voor het afbreken geeft [gedaagde] dat zij een ‘goed tehuis’ zocht voor de Europese tak van haar familiebedrijf maar dat zij er geen vertrouwen meer in heeft dat [eiseressen] dat is, onder meer omdat [eiseressen] telkens weer op andere manieren probeerde de koopprijs te drukken. [eiseressen] ontkent dit laatste en wantrouwt de motieven van [gedaagde] , maar dat is hier niet relevant. Dat partijen volgens de LOI verplicht waren de onderhandelingen te goeder trouw te voeren, zoals [eiseressen] stelt, is juist maar doet aan het voorgaande niet af. Die verplichting geldt hoe dan ook en kan bestaan naast het vrijblijvende karakter van de onderhandelingen. Dat laatste is in dit geval ook uitdrukkelijk afgesproken in de LOI onder de kop “Non-binding”. Voor [eiseressen] gold zelfs dat zij “any time” (zie 2.7) mocht afbreken (dus niet pas na een bepaalde termijn, zoals voor [gedaagde] gold). Het is misschien zuur voor [eiseressen] dat [gedaagde] de onderhandelingen - voor [eiseressen] onverwacht en om voor haar onduidelijke redenen - heeft afgebroken, maar alleen al gelet op bovengenoemde duidelijke afspraken die beide professionele partijen, met juridische bijstand, hebben neergelegd in de LOI, mocht [gedaagde] dat doen.
4.14.
Naar voorlopig oordeel was het afbreken van de onderhandelingen door [gedaagde] niet onaanvaardbaar. Gelet op het niet bindende karakter van zowel de LOI als de SPA-concepten en op het ongeclausuleerde recht van [gedaagde] om de onderhandelingen 60 dagen na ondertekening van de LOI zonder meer te staken, kan er geen sprake zijn van gerechtvaardigd vertrouwen van [eiseressen] in het tot stand komen van de overeenkomst. Ook heeft [eiseressen] niet aannemelijk gemaakt dat er andere omstandigheden zijn die het afbreken van de onderhandelingen onaanvaardbaar maken. [eiseressen] is zelf op 6 september 2024, dus 16 dagen na het laatste voorstel van [gedaagde] , met ingrijpende wijzigingsvoorstellen gekomen waarvan zij na de eerdere discussies kon vermoeden dat [gedaagde] daarmee niet zonder meer akkoord zou gaan. [eiseressen] heeft daarmee een zeker risico genomen nu zij wist dat de 60-dagentermijn elf dagen later zou aflopen. Op de laatste voorstellen van [eiseressen] heeft [gedaagde] binnen redelijke termijn, namelijk 7 dagen later, gereageerd met haar korte e-mail van 13 september 2024 waarin zij de zaak voorlopig ‘on hold’ zet. Daarna is er vijf dagen geen contact geweest totdat [gedaagde] de stekker er op 18 september 2024 definitief uit heeft getrokken. Anders dan [eiseressen] meent is dit geen heel vreemde gang van zaken. Het lijkt er eerder op dat [eiseressen] haar hand heeft overspeeld en daar nu niet de consequenties van wil aanvaarden.
4.15.
Dat betekent dat ook de meer subsidiaire vordering zal worden afgewezen.
Proceskosten
4.16.
[eiseressen] c.s. is in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.973,00
in reconventie
4.17.
Het op 10 oktober gelegde verhaalsbeslag voor de geldvordering van € 2,5 miljoen als voorschot op schadevergoeding is op grond van artikel 700 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vervallen omdat de eis in de hoofdzaak niet tijdig is ingesteld. De verlofrechter had de termijn voor het instellen van de hoofdzaak (uiteindelijk) gesteld op 21 november 2024. Op die dag is de dagvaarding in dit kort geding betekend, maar die bevat geen geldvordering. Het beslag tot afgifte en levering van de aandelen ligt er nog. Nog los van de vraag of het petitum in conventie kon leiden tot levering van de aandelen (hetgeen [gedaagde] betwist), heeft [eiseressen] bij handhaving van dat beslag geen belang meer als gevolg van de afwijzing van haar vorderingen in conventie. Het beslag tot afgifte en levering zal daarom worden opgeheven. Voor de zekerheid zal de voorzieningenrechter ook het verhaalsbeslag opheffen.
4.18.
[eiseressen] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van [gedaagde] in reconventie worden veroordeeld. Deze kosten worden in verband met de samenhang met de conventie begroot op nihil.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eiseressen] c.s. in de proceskosten van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als het vonnis wordt betekend,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
heft op de op 10 oktober 2024 ten laste van [gedaagde] gelegde conservatoire beslagen,
5.6.
veroordeelt [eiseressen] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2024.
Type: MAH
Coll: EK

Voetnoten

1.CAPEX = Capital Expenditures, oftewel de investeringen in materiële vaste activa. CAPEX-projections: voorgenomen investeringen van de onderneming in haar vaste materiële activa. Een CAPEX-adjustment is een afspraak die bescherming biedt tegen een CAPEX-backlog, een achterstand ten opzichte van de CAPEX-projection.