Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.De feiten
10 september 2014 per e-mail aan beide partijen teruggekoppeld:
5. Woning in gezamenlijk eigendom
11. Partnerpensioen
6 februari 2020 heeft de vrouw de man een bericht gestuurd dat zij volgende week een afspraak had gemaakt bij notaris Verhagen .
Ik stel dus het volgende voor: jij komt de afspraak na om bij notaris Hans Verhagen die handtekening te zetten en ik maak euro 60.158 die je mij in rekening hebt gebracht over naar de derdegeldrekening van Verhagen . (…)
3.Het geschil
Primair geldt dat er al een verdeling zoals bedoeld in artikel 3:182 Burgerlijk Wetboek (BW) tussen partijen is overeengekomen. Partijen hebben namelijk afgesproken dat de vrouw tegen betaling van een symbolisch bedrag van € 0,50 haar aandeel in de woning aan de man zou leveren en dat de man als tegenprestatie de vrouw zou aanwijzen als partner voor zijn nabestaandenpensioen. De man is zijn kant van de afspraak nagekomen, maar de vrouw blijft in gebreke met het leveren van haar aandeel in de woning aan de man. De man vordert dan ook nakoming van deze afspraak door de vrouw.
4.De beoordeling
-vermindering van de woning. Oftewel, de vrouw heeft op basis van deze bepaling recht op 10% van de waardevermeerdering (of -vermindering) van de woning. Het betoog van de man dat aan deze bepaling geen betekenis toekomt omdat zij niet voor haar aandeel heeft betaald, wordt niet gevolgd. Ook al heeft de vrouw haar aandeel niet betaald – wat zij betwist – dan nog brengt dat niet zonder meer met zich dat artikel 5.2 van de SOK als niet geschreven moet worden beschouwd. De tekst van dit artikel is helder en niet valt in te zien waarom artikel 5.2 in de SOK is opgenomen als daaraan geen betekenis zou toekomen.
5.De beslissing
woensdag 16 april 2025voor uitlating door de vrouw of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
meitot en met
juli 2025dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,