3.3.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de in
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de ten laste gelegde openlijke geweldpleging. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
De rellen op Plein ’40-’45 op 11 november 2024
Vast staat dat er van tevoren op social media actief is opgeroepen tot deelname aan een geplande ordeverstoring op 11 november 2024 op Plein ’40-’45. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat na het binnenkomen van signalen van mogelijke ongeregeldheden die op Plein ’40’45 zouden gaan plaatsvinden de wijkagenten van het werkgebied waar het plein onder valt zijn opgeroepen om in dienst te komen. Omstreeks 16:00 uur bevonden de wijkagenten zich met een aantal buurtvaders en straatcoaches op het plein en spraken diverse aanwezige jongeren aan op onder andere het dragen van gezichtsbedekkende kleding. Rond 18:30 uur verzamelden zich meerdere groepjes jongeren op en rond het plein, onder meer bij de daar gevestigde ‘Halal Fried Chicken’ (hierna: HFC). Vrij snel hierna veranderde de situatie en werden er vuurpijlen in de richting van de aanwezige wijkagenten geschoten. Grote groepen voornamelijk jongeren hielden zich op en rond het plein op. Zij renden over het plein van de ene naar de andere kant en veelvuldig kwam zwaar vuurwerk tot ontploffing. De straatcoaches voelden zich niet meer veilig en hebben het plein verlaten: jongeren op het plein hadden hen gezegd dat het voor hun veiligheid beter zou zijn als ze weg zouden gaan, want er zouden rellen komen. De nog aanwezige wijkagenten zagen het aantal jongeren op en rond het plein snel oplopen en de leiding beval de wijkagenten het plein te verlaten.
Vervolgens, tussen circa 19:43 uur en 20:00 uur, vinden de ten laste geweldsincidenten plaats. De sfeer van de rellen en de zichtbaarheid van het groepsgedrag voor de op en rond het plein aanwezige jongeren kan onder meer worden afgeleid uit het volgende.
Op beelden is te zien dat rond 19:45 uur verschillende in het zwart geklede jongens lange houten balken op de openbare weg gooien en leggen en vervolgens direct terug het plein oprennen. De balken zijn eerder die dag gebruikt voor de stellage van marktkramen op het plein. Een geparkeerde bestelbus wordt benaderd door een in het zwart geklede jongen die als een speer een lange paal voor zich houdt en de jongen, met op de achtergrond rennende in het zwart geklede jongens, slaat vervolgens met de paal op de voorruit en de spiegels van de bestelbus. De paal wordt vervolgens op straat gegooid. Rond 19:55 uur vindt op Plein ’40-’45 ter hoogte van de HFC de geweldpleging tegen een man plaats door, in het zwart geklede, jongens. De groep jongeren rent hierna weg, het plein op.
Het doorgaand verkeer op de Slotermeerlaan werd door de op het wegdek geworpen balken gestremd. Een bus van het openbaar vervoer lijn 369 (R-net), die vanwege de balken op de weg tot stilstand is gekomen op de rijbaan van de Slotermeerlaan, wordt rond 19:57 uur door in het zwart geklede jongens vanaf Plein ’40-’45 met (straat)stenen bekogeld en een balk (van circa 4 meter lengte) wordt met kracht in de richting van de bus gegooid. Ondertussen kan ook tram 7 zijn weg door de blokkade niet vervolgen en wordt vervolgens eveneens vanaf Plein ’40-’45 met stenen, balken en vuurwerk bekogeld. Uiteindelijk weet de bestuurder de bus met passagiers over de balken heen weg te rijden.
Uit de door de politie verkregen en ter terechtzitting getoonde beelden van de geweldplegingen heeft de politie kunnen opmaken dat de groep jongeren steeds groter en dan weer kleiner wordt, dezelfde jongeren komen steeds terug in beeld. De rechtbank maakt uit het dossier en de beelden op dat het in vereniging gepleegd geweld van sommigen uit de groep voor de anderen in de groep kenbaar en/of zichtbaar was (‘het leek wel oorlog’, aldus een getuige) en dat de groep jongeren, vrijwel allemaal in donkere jassen of hoodies gekleed en veelal met een capuchon, muts of helm op, in een kennelijke sfeer van ontremming en soms zichtbaar lachend en opgewonden, met elkaar bleven oplopen, wegrennen en weer bij elkaar komen, ondanks de eerder gepleegde en op dat moment gepleegde gewelddadigheden. Zo nu en dan blijft er een enkeling achter terwijl de groep voortbeweegt. Te zien is ook dat verschillende jongeren met hun telefoon schijnbaar opnamen maken van de geweldplegingen.
Openlijke geweldpleging
Van openlijke geweldpleging is sprake bij geweld, gepleegd in vereniging in de openbare ruimte, welk geweld voor publiek zichtbaar was of had kunnen zijn. Geweld wordt in vereniging gepleegd als de dader nauw en bewust heeft samengewerkt met één of meer anderen en daarbij zelf een ‘significante of wezenlijke bijdrage’ aan de openlijke geweldpleging heeft geleverd. Deze bijdrage kan onder andere bestaan uit het verrichten van één of meer gewelddadige handelingen. De enkele omstandigheid dat de verdachte aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die in vereniging geweld pleegt.
Er kan sprake zijn van evident nauw en bewust samenwerken, maar ook van een meer diffuus samenstel van uiteenlopende tegen personen of goederen gerichte geweldshandelingen dat plaatsvindt binnen een ongestructureerd, mogelijk spontaan, samenwerkingsverband met een eigen – soms moeilijk doorzichtige – dynamiek. De voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking kan bij openlijke geweldpleging verschillende verschijningsvormen hebben. Een bijdrage van voldoende gewicht kan onder omstandigheden ook geheel of ten dele bestaan uit het verrichten van op zichzelf nietgewelddadige handelingen. (Zie ECLI:NL:HR:2016:1320) Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat het gepleegde geweld tegen personen en goederen op en rondom Plein ’40-’45 en de Slotermeerlaan op 11 november 2024 één geheel van geweldshandelingen is geweest, in vereniging gepleegd door een groep van in de kern steeds dezelfde jongeren. Daarmee is sprake van openlijke geweldpleging. Deze openlijke geweldpleging bestaat uit acht gewelddadige incidenten die elkaar in een tijdsbestek van minder dan 20 minuten hebben opgevolgd, te weten brandstichting bij het restaurant [naam restaurant] (omstreeks 19:43 uur), vernieling van een bestelwagen (omstreeks19.49 uur), mishandeling van een man (omstreeks 19:55 uur), vernieling van een R-net bus (omstreeks 19:57 uur), vernieling van een tram (omstreeks 19:58 uur) en mishandeling van een motoragent (omstreeks 20:00 uur).
Identificatie verdachte als NNW21
Voordat de rechtbank toekomt aan de vraag of verdachte aan de openlijke geweldpleging een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd, moet worden beoordeeld of verdachte met voldoende zekerheid als NNW21 kan worden geïdentificeerd.
Hoewel verdachte ontkent ten tijde van bedoeld openlijk geweld aanwezig te zijn geweest op en rondom Plein ’40-’45 en de Slotermeerlaan, is hij door drie verbalisanten op de foto’s/stills en de bewegende camerabeelden in het dossier herkend als NNW21.
Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van herkenningen staat steeds voorop dat daarbij behoedzaamheid betracht dient te worden. Dit geldt temeer indien de herkenningen, zoals in de onderhavige zaak, de voornaamste bewijsmiddelen vormen voor de vaststelling van de betrokkenheid van verdachte. De rechtbank ziet zich dan ook gesteld voor de vraag welke bewijswaarde aan de herkenningen moet worden gehecht.
De rechtbank constateert allereerst dat de stills en de camerabeelden die zich in het dossier bevinden en die ter terechtzitting zijn getoond op zichzelf van voldoende kwaliteit zijn om herkenningen op te kunnen baseren. De persoon NNW21 is op verschillende momenten en vanuit meerdere perspectieven duidelijk op de beelden waar te nemen en wordt op basis van deze beelden herkend.
De rechtbank acht verder van belang dat niet één maar drie verbalisanten verdachte als zijnde de persoon NNW21 op de beelden hebben herkend.
De drie verbalisanten kennen verdachte bovendien ieder vanuit hun eerdere werkzaamheden en hebben hem meerdere keren in levende lijven gezien. Eén verbalisant heeft verdachte drie dagen vóórdat hij de bewuste beelden zag nog gezien en gesproken en herkende verdachte onmiddellijk op de beelden. Een andere verbalisant houdt zich al meerdere jaren bezig met verdachte en herkende verdachte met zekerheid op de beelden.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat de door verbalisanten gedane herkenningen valide en betrouwbaar zijn en kunnen worden gebruikt voor het bewijs dat verdachte NNW21 is.
De rechtbank ziet steun voor de herkenning door verbalisanten van verdachte als aanwezig op het plein bij twee concrete geweldplegingen, in het feit dat de telefoon van verdachte tijdens de openlijke geweldpleging op 11 november 2024 tussen circa 19:31 uur en 20:26 uur, achtereenvolgens met drie verschillende openbare wifi-netwerken op en rondom het plein verbinding heeft gemaakt, te weten met de open netwerken van respectievelijk het Winkelcentrum Plein ’40-’45, HFC en XO Hotels Blue Square. Verdachte heeft verklaard dat hij op 11 november 2024 ‘s avonds thuis was en daar over een eigen wifi-netwerk beschikt, dat hij zijn telefoon die avond niet had uitgeleend, dat zijn woning zich niet ver van Plein ’40-’45 bevindt en dat zijn telefoon in zijn woning wel vaker binnen het bereik ligt van een openbaar netwerk. De rechtbank vindt dit door verdachte gegeven alternatieve scenario ongeloofwaardig. Als verdachte daadwerkelijk in de woning aan de [adres] is geweest tussen 19:31 en 20:26 uur, dan is het uiterst onwaarschijnlijk dat zijn telefoon niet met het nabije thuisnetwerk contact maakte, maar met verschillende openbare netwerken enkele honderden meters verwijderd. De locaties en de volgorde van de door de telefoon van verdachte aangestraalde drie netwerken passen bovendien bij de tijdstippen en opeenvolgende locaties waar de incidenten hebben plaatsgevonden. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat verdachte met zijn telefoon aanwezig was nabij de locaties van de open netwerken op de momenten dat zijn telefoon daar verbinding mee maakte.
Ook ziet de rechtbank steun voor de herkenning door verbalisanten van verdachte als aanwezig op het plein, in het feit dat verdachte op zijn Telegram account gebruik maakt van de bijnaam ‘ [bijnaam verdachte] ’ en het feit dat uit het onderschrift van een via Snapchat gedeelde afbeelding met creatiedatum 11 november 2024 te 20:45 uur blijkt dat ‘ [bijnaam verdachte] ’ een motoragent op zijn achterhoofd heeft geslagen. Deze mishandeling wordt in het dossier aan NNW21, herkend als zijnde verdachte, toegeschreven.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte degene is die op de beelden als NNW21 zichtbaar is.
Bijdrage verdachte
Vervolgens dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of verdachte aan de openlijke geweldpleging een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd. Uit de bewijsmiddelen volgt dat jongeren zich verzamelden op het plein en dat vanaf circa 19:30 uur vuurpijlen op de politie werden afgevuurd. Verdachte was in ieder geval vanaf 19.31 uur ook aanwezig op Plein ’40-’45. Omstreeks 19:43 uur vindt vervolgens de eerste geweldpleging plaats. Ook verdachte heeft geweldshandelingen gepleegd. Zo heeft hij omstreeks 19:57 uur stenen richting de Rnet bus gegooid en omstreeks 20:00 uur een motoragent op zijn achterhoofd geslagen. Hoewel verdachte op basis van de camerabeelden niet direct aan de overige geweldsincidenten kan worden gekoppeld, is de rechtbank van oordeel dat verdachte steeds onderdeel uit is blijven maken van de geweld plegende groep. Uit de data van de telefoon heeft de rechtbank (hierboven, onder ‘identificatie van verdachte als NNW21’) afgeleid dat hij voorafgaand aan de geweldsincidenten aanwezig was rondom de HFC (van 19.31 uur tot 19.32 uur), ogenschijnlijk de verzamelplek van de groep. Vervolgens was hij op en rondom het winkelcentrum Plein ’40-’45 aanwezig (19.33 uur tot 19.52 uur), waar de vernielingen aan het restaurant en de bestelwagen hebben plaatsgevonden. Hierna begaf verdachte zich weer naar de HFC (19.53 uur tot 19.55 uur), waar omstreeks 19:55 uur de mishandeling van aangever ‘05590086’ heeft plaatsgevonden. Daarna hield verdachte zich op nabij het XOhotel (20.12 uur), waar omstreeks 20:00 uur de mishandeling van de motoragent heeft plaatsgevonden. De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte geleverde bijdrage aan het in groepsverband gepleegde geweld van voldoende gewicht is. Uit voornoemde (gewelds)handelingen van verdachte volgt dat verdachte opzet heeft gehad op de openlijke geweldpleging zoals deze is ten laste gelegd.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich op 11 november 2024 schuldig heeft gemaakt aan een openlijke geweldpleging tegen personen en goederen, namelijk op Plein ’40-’45 en de Slotermeerlaan in Amsterdam.
Dat verdachte niet alle ten laste gelegde geweldshandelingen heeft gepleegd, maakt dit oordeel niet anders gelet op het hiervoor beschreven beoordelingskader. Voor een bewezenverklaring van openlijke geweldpleging is niet vereist dat iedere dader afzonderlijk in dezelfde mate heeft bijgedragen aan het gebruik van geweld.