Op 25 februari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB was uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Rzeszów op 8 oktober 2024 en betreft een verzoek tot aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in 1992 in Polen. De behandeling van de zaak vond plaats op zittingen op 2 januari en 11 februari 2025, waarbij de rechtbank vragen stelde over de detentieomstandigheden in de gevangenis van Barczewo, waar de opgeëiste persoon mogelijk zou worden geplaatst. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak op grond van de Overleveringswet verlengd en de gevangenhouding van de opgeëiste persoon geschorst tot aan de uitspraak.
In een tussenuitspraak op 16 januari 2025 heeft de rechtbank de detentieomstandigheden in Barczewo beoordeeld en vragen gesteld aan de Poolse autoriteiten over de situatie in de gevangenis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de behandeling van gedetineerden, maar concludeerde uiteindelijk dat er geen algemeen gevaar bestaat voor onmenselijke of vernederende behandeling. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en er geen weigeringsgronden zijn. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken.