In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen een eiser en een gedaagde over verbouwingswerkzaamheden aan de woning van de eiser. De eiser heeft een overeenkomst tot aanneming van werk gesloten met de gedaagde, die een eenmanszaak runt en verantwoordelijk is voor de verbouwing. De overeenkomst, die op 25 augustus 2022 werd aangegaan, omvatte een bedrag van € 72.500,- exclusief btw, met specifieke betalingsvoorwaarden. De werkzaamheden zouden aanvankelijk op 22 september 2022 beginnen en uiterlijk op 18 november 2022 worden opgeleverd. Echter, de eiser heeft na de oplevering gebreken geconstateerd, waaronder een lekkage die verband hield met de door de gedaagde geïnstalleerde airconditioning. Na een onderzoek door TOP Expertise B.V. zijn er meerdere tekortkomingen vastgesteld, met herstelkosten begroot op € 20.735,30.
De eiser heeft de gedaagde in rechte aangesproken en vorderingen ingesteld, waaronder schadevergoeding en betaling van onverschuldigde bedragen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, en heeft de vordering van de eiser tot schadevergoeding toegewezen. De rechtbank heeft de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eiser. De reconventionele vordering van de gedaagde is afgewezen, omdat hij niet voldoende heeft onderbouwd dat er nog een bedrag openstond.
De rechtbank heeft in haar vonnis de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 23.770,30 aan de eiser, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde ook in de proceskosten van de eiser veroordeeld. De vorderingen van de gedaagde in reconventie zijn afgewezen, en de rechtbank heeft de uitvoerbaarheid van het vonnis bij voorraad verklaard.