ECLI:NL:RBAMS:2025:1200

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 februari 2025
Publicatiedatum
25 februari 2025
Zaaknummer
762995
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over nakoming van een overeenkomst tot aandelenoverdracht in een landbouwmachines bedrijf

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, vorderden eisers, een Duitse besloten vennootschap en haar bestuurder, dat gedaagde, een Nederlandse vennootschap, zou worden veroordeeld tot nakoming van een overeenkomst tot de overdracht van aandelen in een bedrijf dat landbouwmachines verkoopt. De overeenkomst was tot stand gekomen na onderhandelingen tussen partijen, maar gedaagde had zich op het standpunt gesteld dat zij de overeenkomst op grond van dwaling en bedrog wilde vernietigen. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde niet aannemelijk had gemaakt dat haar beroep op vernietiging zou slagen in een bodemprocedure. De rechter wees de vorderingen van eisers toe, inclusief dwangsommen voor het geval gedaagde niet aan de veroordeling zou voldoen. De proceskosten werden eveneens toegewezen aan eisers, die in het ongelijk waren gesteld. De uitspraak benadrukte het belang van het nakomen van schriftelijke overeenkomsten en de noodzaak voor partijen om zich aan hun verplichtingen te houden, ook in situaties van financiële druk.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Zaaknummer: C/13/762995 / KG ZA 25-46 EAM/MAH
Vonnis in kort geding van 25 februari 2025
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Duits recht
[eiser 1] GMBH,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] (Duitsland),
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] (Duitsland),
eisers bij dagvaarding van 29 januari 2025,
hierna afzonderlijk te noemen: [eiser 1] en [eiser 2]
advocaat: mr. I.K.M. Hoffmann te Enschede,
tegen
de besloten vennootschap
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. R.H.H. van Wijk te Hengelo.

1.De procedure

1.1.
Bij de zitting van 11 februari 2025 waren aanwezig:
- aan de kant van eisers: [eiser 2] en [naam 1] (beiden bestuurder van [eiser 1] ), [naam 2] , bijgestaan door een tolk Duits (R.B. Schmidt), met mr. Hoffmann,
- aan de kant van [gedaagde] : [naam 3] (bestuurder) met mr. Van Wijk.
1.2.
Eisers hebben de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota overgelegd.
1.3.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[eiser 1] , een Duitse vennootschap, drijft een onderneming die machines voor de agrarische landbouw verkoopt. Bestuurders zijn [eiser 2] en [naam 1] .
2.2.
De Nederlandse vennootschap [gedaagde] is een financiële holding. [naam 3] en haar echtgenoot [naam 4] (hierna: [naam 4] ) zijn enig bestuurders.
2.3.
[gedaagde] heeft op 14 juni 2023 60% van de aandelen in de Nederlandse vennootschap [bedrijf] B.V. (hierna: [bedrijf] ) voor € 600.000,00 verkocht aan [eiser 1] ; zelf behield [gedaagde] 40% van de aandelen.
Op dat moment was [gedaagde] enig bestuurder van [bedrijf] . Later is [naam 2] (hierna: [naam 2] ) daar als bestuurder namens [eiser 1] bij gekomen. [bedrijf] , gevestigd in [vestigingsplaats 3] , is een bedrijf gespecialiseerd in na-oogst-verwerkingstechniek voor de agrarische sector en industrie.
2.4.
Op 27 augustus 2023 heeft [eiser 2] € 35.000,00 geleend aan [bedrijf] .
2.5.
Begin 2024 zijn partijen ( [naam 4] en [eiser 2] ) in gesprek gegaan over de mogelijkheid dat [eiser 1] de resterende 40% aandelen in [bedrijf] van [gedaagde] zou overnemen. In de loop van april/mei 2024 verslechterde de sfeer tussen partijen.
In juni 2024 bleek dat ze geen overeenstemming konden bereiken over de overname.
2.6.
[naam 2] heeft op 24 juni 2024 ontslag genomen als bestuurder van [bedrijf] , met als reden dat hem - ondanks de toenmalige ziekte van de heer [naam 4] - geen ruimte werd gegund om zijn bestuurstaken uit te voeren.
2.7.
Intussen correspondeerden partijen verder. Op een aandeelhoudersvergadering van [bedrijf] van 17 juli 2024 werd duidelijk dat de samenwerking tussen partijen definitief niet meer goed zou komen. Daarna hebben (de advocaten van) partijen onderhandeld over het terugkopen door [gedaagde] van de 60% aandelen in [bedrijf] van [eiser 1] . Dit resulteerde uiteindelijk in een door
partijen en [bedrijf] op 17/19 september 2024 getekende ‘koopovereenkomst aandelen’ (hierna: de Overeenkomst).
Daarin is bepaald, voor zover relevant:
“3 Koopprijs
3.1
De koopprijs voor de Aandelen (de "Koopprijs") bedraagt EUR 100.000 […].
4 Overdracht
4.2
Uiterlijk een dag voor de Overdrachtsdatum zal Koper de twee palletteermachines van Verkoper die nog in [vestigingsplaats 3] staan […] naar het bedrijf van Verkoper in [vestigingsplaats 1] transporteren. […]
4.3
Uiterlijk op de Overdrachtsdatum, verplicht in de volgorde zoals hieronder vermeld, dus zodoende dat de Transactie niet verder kan als aan een artikellid niet is voldaan:
a. a) zal Koper de Koopprijs overmaken op de kwaliteitsrekening van de Notaris en het aandeelhoudersregister van de Vennootschap overhandigen aan de Notaris;
b) zal de Vennootschap EUR 35.000 overmaken op de kwaliteitsrekening van de Notaris ter aflossing van de bestaande geldlening, vermeerderd met de verschuldigde rente van 3% over het uitstaande bedrag;
c) zal Koper aan Verkoper documentatie van de Rabobank verstrekken waaruit blijkt dat Verkoper ontslagen is uit de borgtocht jegens de Rabobank;
d) zullen Partijen ten overstaan van de Notaris de Leveringsakte ondertekenen;
e) zal de Notaris de Koopprijs: (i) tot het passeren van de Leveringsakte houden voor Koper, en (ii) onmiddellijk na het passeren van de Leveringsakte houden voor
Verkoper. waarna hij de Koopprijs zo spoedig mogelijk na Overdracht zal overmaken naar de bankrekening van Verkoper […];
f) zal de Notaris het bedrag bedoeld onder sub b): (i) tot het passeren van de
Leveringsakte houden voor de Vennootschap, en (ii) onmiddellijk na het passeren van de Leveringsakte houden voor [eiser 2] , waarna hij het bedrag bedoeld onder sub b) zo spoedig mogelijk na Overdracht zal overmaken naar de bankrekening van [eiser 2] […].
4.4
De Overdracht zal pas zijn geëffectueerd indien en nadat alle handelingen genoemd in artikel 4.2 zijn verricht.
[…]
13 Rechts- en forumkeuze
13.1
Op deze overeenkomst en alle contractuele en niet-contractuele verbintenissen die hieruit voortvloeien of hiermee verband houden, is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
13.2
Alle geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van of in verband met deze overeenkomst of naar aanleiding van overeenkomsten die hiervan het gevolg mochten zijn, zullen bij uitsluiting worden voorgelegd aan de bevoegde rechter in Amsterdam, behoudens hoger beroep en cassatie.”
2.8.
De overdracht bij de notaris was gepland op 28 oktober 2024, maar werd wegens privé-omstandigheden afgezegd door [gedaagde] .
2.9.
Bij brief van 15 november 2024 heeft de advocaat van [gedaagde] aan de advocaat van eisers geschreven dat [gedaagde] afziet van de aankoop, de Overeenkomst vernietigt op grond van dwaling (art 6:228 BW) dan wel bedrog (art 3:44 BW) en eisers aansprakelijk stelt voor de schade. Ook staat in de brief dat door de ‘kwestie - [handelsnaam] ’ het faillissement van [bedrijf] dreigt.
2.10.
Daarop heeft de advocaat van eisers bij brief van 3 december 2024 [gedaagde] gesommeerd om de Overeenkomst na te komen.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen, samengevat, [gedaagde] te veroordelen:
(i) om binnen twee weken na betekening van dit vonnis uitvoering te geven aan de Overeenkomst door het afnemen van de aandelen van [eiser 1] in [bedrijf] en daartoe alle noodzakelijke medewerking te verlenen, onder meer door het verrichten van de (rechts)handelingen en betalingen zoals onder sub (a) tot en met (d) omschreven in artikel 4.3 van de Overeenkomst;
(ii) om aan [eiser 1] een dwangsom te betalen van € 10.000,00 per dag, met een maximum van € 150.000,00;
(iii) om aan [eiser 2] een dwangsom te betalen van € 5.000,00 per dag, met een maximum van € 35.000,00;
(iv) [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, met wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
4.1.
Gelet op artikel 13 van de Overeenkomst betreffende rechts- en forumkeuze is de voorzieningenrechter van deze rechtbank bevoegd om over het geschil te oordelen en is Nederlands recht van toepassing.
Toetsingskader
4.2.
Eisers vorderen nakoming van de Overeenkomst. Een vordering tot nakoming kan in kort geding alleen worden toegewezen, indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het standpunt van de eisende partij zal volgen, bijvoorbeeld als gedaagde een kennelijk ongegrond verweer voert, en indien van eiser niet kan worden gevergd dat hij de uitslag van de bodemprocedure afwacht.
Dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden?
4.3.
De Overeenkomst strekt er, kort gezegd, toe dat:
- de twee palletteermachines van [eiser 1] die in [vestigingsplaats 3] stonden ter consignatie terug naar [eiser 1] in [vestigingsplaats 1] worden getransporteerd;
- een lening van € 35.000,00 van [eiser 2] aan hem wordt terugbetaald;
- [gedaagde] aan [eiser 1] documentatie verstrekt van de Rabobank waaruit blijkt dat [eiser 1] is ontslagen uit de borgtocht van € 50.000,00 jegens de Rabobank ten aanzien van [bedrijf] ;
- [gedaagde] 60% aandelen van [eiser 1] in [bedrijf] (terug)koopt tegen betaling van € 100.000,00.
Met betrekking tot de palletteermachines is de Overeenkomst uitgevoerd, voor de rest nog niet.
4.4.
[gedaagde] heeft de vernietiging van de Overeenkomst ingeroepen op grond van dwaling (artikel 6:228 BW) en bedrog (artikel 3:44 BW). Zij stelt te hebben gedwaald ten aanzien van de door eisers gegeven garantie dat de zogenaamde ‘ [handelsnaam] -condities’ voor [bedrijf] zouden gelden en ten aanzien van het feit dat [handelsnaam] op de hoogte was en instemde met deze garantie. Eisers zouden [gedaagde] hebben bedrogen door haar maanden in de veronderstelling te laten dat de [handelsnaam] -condities gegarandeerd waren en dat [handelsnaam] hiervan op de hoogte was. Ter zitting heeft [gedaagde] daar een beroep op misbruik van omstandigheden aan toegevoegd. Doordat [gedaagde] en de investeerder die achter haar stond, voortdurend aan het lijntje werden gehouden op basis van achteraf gezien valse voorwendselen, hebben zij steeds meer geïnvesteerd om [bedrijf] boven water te houden. Met de bank, de Belastingdienst, het personeel van [bedrijf] en de strategische overnamekandidaat in haar nek heeft [gedaagde] uiteindelijk onder grote druk ingestemd met de laatste versie van de koopovereenkomst. Eisers hebben dankbaar gebruik gemaakt van deze noodtoestand, aldus steeds [gedaagde] .
4.5.
Eisers stellen daar tegenover dat er een perfecte overeenkomst ligt, door professionele partijen met juridische bijstand gesloten, en dat er geen reden is om deze niet na te komen. De kwestie- [handelsnaam] is er volgens eisers door [gedaagde] met de haren bij gesleept om op oneigenlijke gronden onder de overeenkomst uit te komen.
4.6.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt.
4.7.
Uitgangspunt is dat afspraken moeten worden nagekomen. Er ligt een schriftelijke overeenkomst waarin de afspraken tussen partijen duidelijk zijn verwoord. Niet in geschil is dat [gedaagde] niet aan haar (resterende) verplichtingen heeft voldaan. De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet aannemelijk is dat het beroep van [gedaagde] op vernietiging van de Overeenkomst in een bodemprocedure zal slagen en licht dat als volgt toe.
4.8.
Na onderhandelingen in de zomer van 2024 tussen partijen, bijgestaan door hun advocaten, ging [gedaagde] op 20 augustus 2024 akkoord met het laatste aanbod van [eiser 1] van 15 augustus 2024. Dat aanbod hield in de kern in hetgeen in 4.3 hierboven is verwoord. In de concept Overeenkomst die (de advocaat van) [gedaagde] met haar akkoord meestuurde stonden nieuwe punten, waaronder een artikel 9.5:
"Ten tijde van het aandeelhouderschap is Verkoper dealer geworden van het merk [handelsnaam] en kan Koper inkopen bij Verkoper voor levering van [handelsnaam] machines over de gehele wereld met uitzondering van Nederland tegen dezelfde condities als Verkoper."
4.9.
Bij e-mail van 22 augustus 2024 antwoordde de advocaat van eisers, voor zover relevant:
"(…)Algemeen gesproken: de regeling van partijen omvat enkel de punten zoals omschreven in de mail van mr [naam 5] van 15 augustus 9.56u. De concept koopovereenkomst bevatte diverse andere bepalingen die geen onderdeel waren van voornoemde mail van mr [naam 5] . Nu heb ik cliënte bereid gevonden diverse van die bepalingen te accepteren om de kwestie niet verder te vertragen. Dit lukt echter niet met alles.
[…]
Het geschil tussen partijen blijkt voldoende uit de mails van de afgelopen twee maanden. Verdere toelichting of nadere bepalingen zijn niet nodig.
[…]
Artikel 9.5. De bewoording "tegen dezelfde condities als Verkoper" moet doorgehaald worden. Niet overeengekomen."
[…]
4.10.
Nadat [gedaagde] bij haar standpunt over de ‘ [handelsnaam] -condities’ bleef, heeft de advocaat van eisers bij mail van 26 augustus 2024 herhaald:
"Artikel 8.5 (nieuwe nummering). De bewoording "tegen dezelfde condities als Verkoper" moet doorgehaald worden. Niet overeengekomen en het beroep op oude afspraken toen partijen nog vennootschapsrechtelijk met elkaar verbonden waren, gaat niet op."
4.11.
Bij e-mail van 26 augustus 2024 heeft mr. Van Wijk namens [eiser 1] geantwoord, voor zover relevant:
"De notaris en de investeerder staan in de coulissen te wachten en cliente wil door.
[…]
  • Artikel 8.5. Op 29 juli 2024 heeft [eiser 2] een appje gestuurd aan [naam 6] van [bedrijf] waarin hij aangeeft dat [bedrijf] - ook na de verkoop van de aandelen door [eiser 1] - gebruik kan blijven maken van de " [handelsnaam] condities" (te weten: [bedrijf] mag [handelsnaam] -machines wereldwijd verkopen en leveren behalve in Nederland, inkoop en facturatie via [eiser 1] , korting van 25%, [bedrijf] mag rechtstreeks met [handelsnaam] communiceren over de producten. Onderdelen kunnen rechtstreeks bij [handelsnaam] worden ingekocht tegen 15% korting en vooruitbetaling). Deze toezegging is wat uw cliënte betreft niet langer geldig. Cliënte gaat hier echter niet in mee; [eiser 2] heeft deze toezegging ten tijde van de onderhandelingen gedaan, zonder deze toezegging afhankelijk te maken van de overname. Het betreft daarmee simpelweg een afdwingbare afspraak tussen partijen. Echter, zie mijn oplossing hieronder;
  • Artikel 9. Cliënte stelt voor om het relatiebeding en de verwijzing naar de " [handelsnaam] condities" in 8.5 te schrappen, mits uw cliente akkoord gaat met de voorgestelde oplossing voor de borgtocht;”
In de bij de e-mail gevoegde concept-Overeenkomst was de hele passage over de kwestie- [handelsnaam] weggehaald.
4.12.
Vervolgens is de Overeenkomst van 17 tot en met 19 september 2024 digitaal ondertekend en zijn op 25 september 2024 de beide palletteermachines (artikel 4.2 Overeenkomst) aangekomen in [vestigingsplaats 1] . Daarmee was een eerste stap in de uitvoering van de Overeenkomst gezet. Nadat de notaris op 4 oktober 2024 de concept leveringsakte naar partijen had gestuurd en zij het eens waren over de regeling van de borgtocht, is de levering op 28 oktober 2024 gepland. Die werd kort tevoren wegens privé-omstandigheden afgezegd door [gedaagde] . Daarna ontvingen eisers op 15 november 2024 de brief waarin [gedaagde] de buitengerechtelijke vernietiging van de Overeenkomst inriep (zie 2.9).
4.13.
Uit het bovenstaande volgt dat, anders dan [gedaagde] stelt, eisers geen garantie hebben gegeven of [gedaagde] in de waan zouden hebben gelaten dat de zogenaamde ‘ [handelsnaam] -condities’ voor [bedrijf] zouden gelden, integendeel. [gedaagde] heeft zelf – omdat zij haast had met het terugkopen van de aandelen en de zaak wilde vlottrekken - bij volle bewustzijn ingestemd met het niet opnemen in de Overeenkomst van wat zij de ‘ [handelsnaam] -condities’ noemt. Het betoog van [gedaagde] dat zij de betreffende passage in de Overeenkomst wel kon laten vallen omdat de ‘ [handelsnaam] -condities’ toch wel - kennelijk bedoelt zij: buiten de Overeenkomst om - golden, overtuigt niet. Deze condities kònden niet gelden omdat er geen overeenstemming tussen partijen over was. [gedaagde] wist dat, want haar advocaat schreef zelf op 26 augustus 2024 dat de toezegging met betrekking tot de " [handelsnaam] condities" wat betreft eisers niet langer geldig was (zie 4.11).
4.14.
Al met al is op grond van de stukken en verklaringen van partijen voldoende aannemelijk dat van de door [gedaagde] gestelde dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden geen sprake is. De vordering tot nakoming is dus toewijsbaar. Anders dan [gedaagde] meent, is de zaak niet ongeschikt om in kort geding te beoordelen. Eisers hebben ook voldoende (spoedeisend) belang bij de gevraagde voorlopige voorziening. Eisers hebben recht op nakoming en [gedaagde] voert een kennelijk ongegrond verweer. Van eisers kan niet worden gevergd dat zij een bodemprocedure afwachten. Daarbij is ook van belang dat [bedrijf] zich volgens [gedaagde] financieel in zwaar weer bevindt (met het risico dat de borg wordt aangesproken). [gedaagde] heeft nog aangevoerd dat er een restitutierisico zou zijn, maar eisers hebben dat betwist en [gedaagde] heeft dat niet geconcretiseerd, zodat daaraan voorbij wordt gegaan.
4.15.
De gevorderde dwangsommen zullen worden toegewezen zoals in de veroordeling hieronder weergegeven.
4.16.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van eisers worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
148,05
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.147,05
4.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis uitvoering te geven aan de Overeenkomst door het afnemen van de aandelen van [eiser 1] in [bedrijf] en daartoe alle noodzakelijke medewerking te verlenen, onder meer door het verrichten van de (rechts)handelingen en betalingen zoals onder sub (a) tot en met (d) omschreven in artikel 4.3 van de Overeenkomst;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser 1] een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 150.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser 2] een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de hoofdveroordeling - voor zover het de terugbetaling van de lening van € 35.000,00 aan [eiser 2] betreft - voldoet, tot een maximum van € 35.000,00 is bereikt,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 2.147,05, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen – indien het vonnis wordt betekend - met € 92,00 plus de kosten van betekening,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 februari 2025.
Bij afwezigheid van mr. Messer is dit vonnis ondertekend door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, die het vonnis uitsprak.
Type: MAH
Coll: MA