Op 6 februari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vordering tot behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Keulen, Duitsland, op 19 november 2024. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 2002, die in Nederland is ingeschreven en gedetineerd is in een penitentiaire inrichting. Tijdens de zitting was de officier van justitie, mr. M. al Mansouri, aanwezig, en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.A.C. de Bruijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft en dat zijn persoonsgegevens correct zijn. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit dat in Nederland als een lijstfeit wordt aangemerkt, namelijk ontvoering, wederrechtelijke vrijheidsbeneming en gijzeling, waarvoor in Duitsland een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar kan worden opgelegd. De rechtbank heeft ook de garantie van het Openbaar Ministerie in Keulen in overweging genomen, die waarborgt dat de opgeëiste persoon na een eventuele veroordeling in Duitsland naar Nederland zal worden teruggestuurd om zijn straf daar uit te zitten. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. Daarom staat de rechtbank de overlevering toe.