De rechtbank vindt feit 1 primair bewezen, met uitzondering van het ten laste gelegde medeplegen van witwassen van € 418.880,-. Verdachte wordt van dit onderdeel vrijgesproken.
Feit 2 vindt de rechtbank niet bewezen. Ook daarvan wordt verdachte vrijgesproken.
4.3.1.Medeplegen gewoontewitwassen (feit 1, primair)
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen in de voetnoten het volgende vast.
[medeverdachte 1] is via [naam B.V. 2] enig aandeelhouder en bestuurder van [verdachte] .
Op de bankrekening van [verdachte] met rekeningnummer [nummer] (hierna: rekening # [nummer] ) is in de periode 1 september 2020 tot en met november 2022 in totaal € 105.402,05 ontvangen van een andere bankrekening van [verdachte] met rekeningnummer [nummer] (hierna: rekening # [nummer] ). Op deze rekening is in de periode 1 april 2015 tot en met 30 september 2020 voor ongeveer 17,9 miljoen euro aan contant geld gestort.
De ABN AMRO bank heeft met betrekking tot deze contante stortingen gemeld dat de herkomst van de gelden onduidelijk is. De bank heeft onder meer gemeld dat:
- de stortingen voor een groot deel in coupures van € 500,- zijn gedaan;
- dat contant geld niet gebruikelijk is voor deze branche. [verdachte] is gespecialiseerd in logistiek, om deur tot deur pakketdiensten aan te bieden en is eveneens een exportbedrijf dat zich richt op de markt tussen Nederland en China;
- de klant heeft verklaard dat zij vooral zaken doet met Chinezen die heel graag contant betalen;
- de klant over verschillende mobiele pinautomaten beschikt, maar de contante instroom 55,55% is van de jaaromzet van € 2.401.287,44.
Witwasvermoeden
Voor een veroordeling voor witwassen is vereist dat bewezen is dat een voorwerp afkomstig is ‘uit enig misdrijf’. In die gevallen dat uit het dossier niet blijkt uit welk specifiek misdrijf het voorwerp afkomstig is, kan een verdachte toch worden veroordeeld als het op basis van het dossier niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Om te beoordelen of van die situatie sprake is, is in de rechtspraak een stappenplan ontwikkeld.
Dit stappenplan begint met dat het openbaar ministerie bewijs moet aandragen dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Als sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van een verdachte worden verwacht dat hij dit vermoeden onderuit haalt door het geven van een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring over de herkomst van het geld.
Als een verdachte zo’n verklaring heeft gegeven is het aan het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de door de verdachte gestelde herkomst van het voorwerp. Als het openbaar ministerie dat onderzoek heeft verricht is het aan de rechter om te oordelen of voldoende kan worden uitgesloten dat het voorwerp van de tenlastelegging een legale herkomst heeft en dat een criminele herkomst de enige aanvaarbare verklaring is. Als een legale herkomst kan worden uitgesloten is bewezen dat het voorwerp ‘uit enig misdrijf afkomstig is’.
Op grond van de inhoud van het dossier is onvoldoende vast te stellen dat het bedrag afkomstig is uit een specifiek misdrijf. De rechtbank moet daarom eerst de vraag beantwoorden of er een gerechtvaardigd vermoeden is dat de overgeboekte gelden van misdrijf afkomstig zijn. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt hiertoe het volgende.
[naam bedrijf 1] ( [naam bedrijf 1] ) heeft de transacties als verdacht bestempeld.
De FIOD heeft onderzoek gedaan in de boekhouding van [verdachte] . Daaruit is gebleken dat een groot deel van de contante stortingen in de boekhouding is verwerkt zonder een directe koppeling van de bedragen aan een specifieke klant. Hierdoor is in veel gevallen niet te herleiden van wie deze gelden afkomstig zijn en of hier daadwerkelijk een levering of dienst tegenover heeft gestaan.
Een van de auto’s waarvan [verdachte] kentekenhouder is, een personenauto van het merk Renault met kenteken [kenteken] , is op 21 april 2023 aangetroffen op het parkeerdek van het bedrijvenpand waarin [verdachte] is gevestigd. De auto had een verborgen ruimte.
Daarbij komt dat vanuit of vanaf het parkeerterrein bij het bedrijfspand van [verdachte] aan de [adres] grote contante geldbedragen naar [naam bedrijf 2] in Hongarije werden vervoerd. Dit gebeurde in auto’s met verborgen ruimtes. Een daarvan is op 21 april 2023 aangetroffen bij [verdachte] .
Gelet op het voorgaande is er een gerechtvaardigd vermoeden dat het bedrag van € 17,9 miljoen aan contant geld van misdrijf afkomstig is, zodat van verdachte mag worden verwacht dat zij een min of meer verifieerbare, niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring over de legale herkomst van het geld geeft. Verdachte heeft een dergelijke verklaring niet gegeven. Vertegenwoordigers van verdachte hebben zich niet laten horen bij de politie, en ter zitting heeft verdachte zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigd raadsman.
De raadsman heeft nog naar voren gebracht dat de werkwijze - contante betalingen giraal maken - onderdeel was van de normale bedrijfsvoering. De rechtbank volgt de raadsman niet in dit verweer. Gezien de omvang van de contante stortingen in het licht van de bevindingen van de ABN AMRO Bank, de [naam bedrijf 1] en de FIOD, is dit verweer onvoldoende onderbouwd. Hierbij komt dat auto’s met verborgen ruimtes zijn aangetroffen. Niet gesteld kan worden dat een personenauto die als bedrijfsauto wordt gebruikt en beschikt over een verborgen ruimte, uitsluitend voor de normale, legale bedrijfsvoering wordt gebruikt.
Vermenging
De raadsman heeft nog naar voren gebracht dat ook sprake was van “bonafide” betalingen. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Op 12 april 2024 is beslag op grond van artikel 94 Wetboek van Strafvordering (Sv) gelegd op de rekening # [nummer] .Het door het beslag getroffen saldo bedroeg € 48.882,24.
Gelet op het feit dat op rekening # [nummer] in de bewezen verklaarde periode in totaal ongeveer € 17,9 miljoen aan contanten is gestort en in dezelfde periode een aanzienlijk bedrag
- € 105.402,- - naar rekening # [nummer] is overgeboekt, is er met betrekking tot het saldo van rekening # [nummer] sprake van vermenging van geldstromen met criminele herkomst. Dit leidt tot de conclusie dat is bewezen dat het saldo van € 48.882,24 op rekening # [nummer] afkomstig moet zijn uit enig misdrijf.
(Partiële) vrijspraak € 418.880,-
De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van het bedrag van € 418.880,- dat op 21 april 2023 bij [verdachte] aan de [adres] is aangetroffen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Het enkele feit dat het geld in het bedrijfspand van [verdachte] is aangetroffen is onvoldoende bewijs voor de ten laste gelegde witwasgedragingen.
Gewoontewitwassen/medeplegen
Gelet op de lange periode en de frequentie van het witwassen en de omvang van de witgewassen geldbedragen komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van gewoontewitwassen. [verdachte] heeft hierbij nauw en bewust samengewerkt met anderen waardoor sprake is van medeplegen.