ECLI:NL:RBAMS:2025:1076

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 februari 2025
Publicatiedatum
20 februari 2025
Zaaknummer
763130
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een wisselwoning door woningstichting Eigen Haard

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 februari 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting Eigen Haard en Verder Bewind Midden B.V. De eiser, Eigen Haard, vorderde ontruiming van een wisselwoning die door een huurder, aangeduid als [gedaagde 2], werd bewoond. De huurder had sinds 5 oktober 2007 een woning gehuurd van Eigen Haard, maar moest tijdelijk verhuizen naar een wisselwoning vanwege noodzakelijke renovaties aan de oorspronkelijke woning. De huurder had afgesproken de wisselwoning op 7 januari 2025 te ontruimen, maar dit was niet gebeurd. Eigen Haard stelde dat de renovatiewerkzaamheden niet konden doorgaan zonder de ontruiming van de wisselwoning, wat ook gevolgen had voor andere bewoners die moesten verhuizen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 6 februari 2025 heeft Eigen Haard haar vordering toegelicht, terwijl de gedaagden, vertegenwoordigd door hun advocaat, niet inhoudelijk op de vordering hebben gereageerd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Eigen Haard toewijsbaar is, omdat de gedaagden de vorderingen niet hebben betwist. De rechter heeft de gedaagden veroordeeld om de wisselwoning voor een bepaalde datum te ontruimen en hen aansprakelijk gesteld voor de proceskosten, tenzij zij vrijwillig aan de ontruiming voldoen. De kosten van de ontruiming en de proceskosten zijn gespecificeerd en de rechter heeft bepaald dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Zaaknummer: C/13/763130 / KG ZA 25-53 VVV / KH
Vonnis in kort geding van 6 februari 2025
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING EIGEN HAARD,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij gelijkluidende dagvaardingen van 29 januari 2025,
advocaat: mr. M.G. Blokziel te Almere,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VERDER BEWIND MIDDEN B.V.,
gevestigd te Utrecht,
in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat: mr. M. Heikens te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Eigen Haard, de bewindvoerder en [gedaagde 2] worden genoemd.

1.De procedure

Op de mondelinge behandeling van 6 februari 2025 heeft Eigen Haard haar dagvaarding toegelicht en hebben gedaagden gereageerd. Beide partijen hebben producties ingediend. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van Eigen Haard: dhr. [naam] , met mr. Blokziel,
aan de zijde van Verder Bewind Midden: mr. Heikens.
[gedaagde 2] was niet aanwezig.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Eigen Haard is eigenaar van 320 woningen aan de [locatie] en verhuurt deze als sociale huurwoningen. [gedaagde 2] huurt sinds 5 oktober 2007 de woning op [adres 1] van Eigen Haard.
2.2.
Aan de woningen was dringend renovatie nodig. Voor een deel van de woningen kon die renovatie alleen plaatsvinden zonder dat deze werden bewoond. Aan de bewoners van die woningen, onder wie [gedaagde 2] , werd tijdelijk een wisselwoning beschikbaar gesteld.
2.3.
[gedaagde 2] kon tijdelijk intrekken in de wisselwoning aan de [adres 2] . Met haar is afgesproken dat zij daar kon verblijven tot vier weken na oplevering van de gerenoveerde woning op [adres 1] .
2.4.
De oplevering heeft inmiddels plaatsgevonden en [gedaagde 2] heeft de sleutel van de woning aan [adres 1] ontvangen. Bedoeling was dat zij op 7 januari 2025 om 13:30 uur de sleutels van de wisselwoning en de brievenbus en berging daarvan zou inleveren, zodat de renovatie van het complex kan worden voortgezet.
2.5.
[gedaagde 2] heeft de sleutels van de woning op [adres 2] tot op heden niet ingeleverd. Er is op vele manieren geprobeerd met haar in contact te komen en afspraken met haar te maken over het inleveren van de sleutel, zowel door Eigen Haard als door de bewindvoerder. Dat is niet gelukt en toen het Eigen Haard wel lukte om een afspraak te maken, is zij niet komen opdagen.

3.3. De vordering

3.1.
Eigen Haard vordert – kort gezegd – ontruiming van de wisselwoning, op kosten van gedaagden alsmede gedaagden te veroordelen in de kosten van dit geding en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Eigen Haard stelt hiertoe dat de renovatiewerkzaamheden aan de wisselwoning en omliggende woningen op korte termijn moeten worden voortgezet om onoverkomelijke opstoppingen te voorkomen. De woning moet leeg zijn voor de asbestverwijderingswerkzaamheden. Op 10 februari 2025 staat men klaar om die werkzaamheden te beginnen. Naast de financiële gevolgen die uitstel zou hebben, zou dat ook betekenen dat het wisselen van woningen voor andere bewoners wordt vertraagd.

4.De beoordeling

4.1.
Nu gedaagden de vorderingen niet inhoudelijk hebben betwist zijn deze – met inachtneming van hetgeen hierna onder 4.2 wordt overwogen – toewijsbaar.
4.2.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kostenveroordeling is namens gedaagden betwist ter zitting. Eigen Haard heeft ter zitting meegedeeld dat de proceskosten niet op gedaagden worden verhaald, indien [gedaagde 2] vóór maandag 10 februari 08:00 uur de wisselwoning vrijwillig heeft verlaten en deze geheel heeft ontruimd met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Eigen Haard zijn, en de sleutels heeft afgegeven aan Eigen Haard. De proceskosten van Eigen Haard worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
238,80
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.237,80

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt gedaagden om na betekening van dit vonnis en vóór maandag 10 februari 2025 om 08:00 uur het pand aan [adres 2] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Eigen Haard zijn, en de sleutels af te geven aan Eigen Haard, met machtiging aan Eigen Haard om, indien gedaagden na verloop van die termijn en na de betekening van dit vonnis met die ontruiming in gebreke blijven, deze zelf te doen uitvoeren, desnoods met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 e.v. jo. 444 Rv bepaalde,
5.2.
veroordeelt gedaagden, indien zij niet vrijwillig aan de hiervoor gegeven veroordeling tot ontruiming voldoen en Eigen Haard de ontruiming met inschakeling van een gerechtsdeurwaarder zelf bewerkstelligt, aan Eigen Haard de kosten van de ontruiming te voldoen op vertoning van en conform de specificatie van die kosten in het proces-verbaal van ontruiming,
5.3.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van Eigen Haard tot op heden begroot op € 2.237,80, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als gedaagden niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van vijftien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening, met dien verstande dat gedaagden geen proceskosten verschuldigd zijn aan Eigen Haard indien zij vrijwillig en binnen de daarin gestelde termijn aan het in 5.1 bepaalde voldoen,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. K. Hogeman, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2025.