ECLI:NL:RBAMS:2025:1009
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van een woning in het kader van een gemeenschap tussen ex-partners met betrekking tot hypothecaire lening en levensverzekering
In deze zaak gaat het om de verdeling van een woning die in 2002 door de partijen, [eiser] en [gedaagde], is aangeschaft. [gedaagde] woont nog in de woning, terwijl [eiser] deze sinds 2003 niet meer bewoont. De partijen zijn het erover eens dat de woning verdeeld moet worden, maar hebben verschillende visies op hoe dit moet gebeuren. [eiser] vordert vervangende toestemming om de woning te verkopen zonder tussenkomst van [gedaagde], terwijl [gedaagde] de woning met de daarop rustende hypothecaire lening en levensverzekering aan hem wil laten toedelen. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] de woning mag overnemen als hij aan bepaalde voorwaarden voldoet, waaronder het verkrijgen van voldoende financiering om [eiser] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening te ontslaan. Indien [gedaagde] niet in staat is om aan deze voorwaarden te voldoen, moet de woning worden verkocht aan een derde en moet de netto-opbrengst tussen partijen worden verdeeld. De rechtbank wijst de vordering van [eiser] tot betaling van een gebruiksvergoeding af, omdat [gedaagde] de lasten van de woning heeft gedragen en [eiser] geen gebruik van de woning heeft gemaakt. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.