Op 21 februari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal van kledingstukken ter waarde van ongeveer € 275,- van een winkel in Amsterdam op 10 november 2023. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een terechtzitting op 7 februari 2024, waar de officier van justitie, mr. B. van Duijn, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. Z. Boufadiss, hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in zijn vordering. De verdachte heeft de diefstal bekend, en de rechtbank heeft geoordeeld dat het ten laste gelegde bewezen kon worden op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en het proces-verbaal van aangifte.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de diefstal en heeft de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaar zonder aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die illegaal in Nederland verblijft en een dakloos bestaan leidt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om recidive te voorkomen en om de maatschappij te beschermen tegen de criminele activiteiten van de verdachte. De vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke veroordeling in een andere zaak is door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard, omdat het voorwaardelijke deel van de straf al was uitgezeten.