Op 22 februari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 7 december 2022 betrokken was bij een verkeersongeval waarbij een voetganger om het leven kwam. De verdachte, die op zijn motorscooter reed, heeft door rood licht gereden en niet tijdig zijn snelheid aangepast aan de omstandigheden, wat leidde tot de fatale aanrijding. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gehandeld, wat resulteerde in schuld aan het ongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank legde een taakstraf van 180 uur op, met een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van één jaar, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat het donker en regenachtig was, het wegdek nat was, en dat de verkeerssituatie onoverzichtelijk was. De verdachte had zijn snelheid niet aangepast en was onvoldoende oplettend, wat leidde tot de fatale aanrijding met het slachtoffer, dat twee weken later overleed aan de gevolgen van het ongeval. De rechtbank weegt de impact van het ongeval op zowel de nabestaanden als de verdachte mee in de strafoplegging.