ECLI:NL:RBAMS:2024:95

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
C/13/728693 / HA ZA 23-86
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij verwijdering van historisch stucwerk in rijksmonument door projectmanagementbedrijf

In deze zaak vordert de stichting ARTIS, eigenaar van het rijksmonument 'het Groote museum', schadevergoeding van Bouwteam P&O B.V. wegens vermeende tekortkomingen in de uitvoering van een overeenkomst van opdracht. ARTIS stelt dat Bouwteam onterecht heeft toegestaan dat de aannemer het historische stucwerk in het museum verwijderde, wat in strijd zou zijn met de omgevingsvergunning. Daarnaast verwijt ARTIS Bouwteam dat zij een mondeling akkoord van de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam met betrekking tot het verwijderen van plafonds niet heeft vastgelegd. De rechtbank oordeelt dat ARTIS haar recht op schadevergoeding heeft verwerkt, omdat zij gedurende een lange periode geen aanspraak heeft gemaakt op schadevergoeding en Bouwteam in de veronderstelling heeft gelaten dat er geen verwijt gemaakt werd. De rechtbank wijst de vorderingen van ARTIS af en veroordeelt haar in de proceskosten van Bouwteam, die zijn vastgesteld op € 2.045,00.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/728693 / HA ZA 23-86
Vonnis van 10 januari 2024
in de zaak van
de stichting
STICHTING TOT INSTANDHOUDING VAN DE DIERGAARDE,
te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: ARTIS,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOUWTEAM P&O B.V.,
te Rijnwoude,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Bouwteam,
advocaat: mr. R.J. Roks te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 17 januari 2023 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 3 mei 2023, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 september 2023 en de daarin genoemde stukken,
- de brief van 20 september 2023 van mr. Van Loon met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de brief van 21 september 2023 van mr. Roks met opmerkingen over het proces-verbaal.
1.2.
Daarna is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
ARTIS is eigenaar van het rijksmonument “het Groote museum” (hierna: het museum).
2.2.
Op 17 maart 2017 is door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied aan ARTIS een omgevingsvergunning verleend voor de restauratie en renovatie van het museum. ARTIS heeft deze werkzaamheden laten uitvoeren door Bouwcombinatie Nico de Bont-Mobilis (hierna: de aannemer).
2.3.
Op 23 oktober 2017 hebben ARTIS en Bouwteam een overeenkomst van opdracht gesloten op grond waarvan Bouwteam verantwoordelijk is voor het projectmanagement, de projectleiding en directievoering met betrekking tot de verbouwing van het museum.
2.4.
In de door ARTIS ondertekende offerte van Bouwteam staat, voor zover van belang, onder meer het volgende:

(…) Hierbij bieden wij u onze offerte voor project werkzaamheden renovatie Groote Museum 2018 aan. (…)
AANSPRAKELIJKHEID BIJ FOUTEN
(…)
LEVERINGSVOORWAARDEN
Op alle door Bouwteam P&O gedane aanbiedingen, afgesloten overeenkomsten en de uitvoering daarvan zijn van toepassing de rechtsverhouding opdrachtgever, architect, ingenieur en adviseur DNR 2005. (…)
2.5.
Artikel 16 lid 2 van De Nieuwe Regeling 2005 (hierna: DNR) luidt:

De rechtsvordering uit hoofde van een toerekenbare tekortkoming is niet ontvankelijk indien de opdrachtgever niet met bekwame spoed nadat hij de tekortkoming heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, schriftelijk en met redenen omkleed de adviseur in gebreke heeft gesteld.
2.6.
In juli 2019 heeft de aannemer aan Bouwteam gevraagd op welke wijze moet worden omgegaan met het bestaande stucwerk in de Tijger- en Koningszaal van het museum. De aannemer heeft daarbij het advies gegeven om het stucwerk te verwijderen vanwege de hoeveelheid probleemplekken door vocht- en zoutuittreding.
2.7.
De projectleider van Bouwteam heeft vervolgens aan ARTIS en de architect gevraagd of het stucwerk moest worden gehandhaafd. In reactie daarop is Bouwteam door ARTIS verwezen naar de omgevingsvergunning en de daarin eventueel opgenomen voorwaarden.
2.8.
In oktober 2019 heeft Bouwteam aan de aannemer toestemming verleend tot het verwijderen van het stucwerk en is het stucwerk daadwerkelijk verwijderd.
2.9.
Bij brief van 18 december 2019 heeft de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied aan Artis bericht voornemens te zijn om een last onder dwangsom aan ARTIS op te leggen omdat naar de opvatting van die dienst door ARTIS gebouwd is in afwijking van de verleende omgevingsvergunning. In de visie van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft ARTIS in strijd met de voorwaarden van de Omgevingsvergunning het historisch stucwerk en daarop aangebrachte historische verfpakket verwijderd. In het concept besluit is bepaald dat ARTIS op straffe van verbeurte van een dwangsom het stucwerk dient te herstellen, waarbij rekening dient te worden gehouden met de cultuurhistorische monumentwaarden.
2.10.
Op 10 januari 2020 heeft ARTIS in haar zienswijze tegen de voorgenomen last onder dwangsom onder meer het volgende aangegeven:

(…) Van een overtreding van een uitdrukkelijk vergunningvoorschrift is echter geen sprake. Onder het kopje ‘voorschriften’ in de omgevingsvergunning van 17 maart 2017 staat geen voorwaarde opgenomen die ziet op het behoud van het bestaande stucwerk of het handhaven van het bestaande verfpakket (op de muren) in beide zalen.
(…)
Uiteraard had ARTIS overleg moeten voeren met de RCE en/of M&A [Rb, de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam] over het verwijderen van het stucwerk en daarmee de oude verflagen. Helaas is dit, ondanks het regelmatig checken van de voorwaarden in de vergunning, door een grote vergissing achterwege gebleven. (…)
2.11.
ARTIS heeft gevolg gegeven aan de last onder dwangsom en is tezamen met Bouwteam in overleg getreden met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en andere overheidsinstanties over een herstelplan voor het stucwerk.
2.12.
Tijdens dat overleg heeft de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam (ook) bezwaren geuit tegen het feit dat rond de maand september 2018 plafonds zijn verwijderd om op die manier een staalconstructie in een verdiepingsvloer aan te kunnen brengen.
2.13.
De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft proces-verbaal opgemaakt vanwege de verwijdering van het stucwerk omdat dit mogelijkerwijs heeft geleid tot overtreding van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO). Het Openbaar Ministerie heeft op 12 december 2022 zowel ARTIS als Bouwteam een strafbeschikking opgelegd van respectievelijk € 3.000,- en € 5.000,- wegens overtreding van de WABO.
2.14.
Bij brief van 13 september 2021 heeft ARTIS Bouwteam aansprakelijk gesteld voor de schade ten gevolge van het verwijderde stucwerk in het museum.

3.Het geschil

3.1.
ARTIS vordert - samengevat – dat bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair
- voor recht wordt verklaard dat Bouwteam toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat Bouwteam aansprakelijk is voor de schade die ARTIS daardoor lijdt en zal lijden,
subsidiair
- voor recht wordt verklaard dat Bouwteam onrechtmatig heeft gehandeld en dat Bouwteam aansprakelijk is voor de schade die ARTIS daardoor lijdt en zal lijden,
zowel primair als subsidiair
  • Bouwteam wordt veroordeeld tot vergoeding van de door ARTIS geleden en te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
  • Bouwteam wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf vijftien dagen na betekening van het vonnis.
3.2.
ARTIS legt aan haar vordering – kort gezegd – ten grondslag dat Bouwteam twee fouten heeft gemaakt bij de uitvoering van de opdracht.
Allereerst heeft Bouwteam de aannemer de instructie gegeven om het historische stucwerk in de Tijger- en Koningszaal van het museum te verwijderen terwijl dat in strijd was met de omgevingsvergunning. Het historisch verfpakket is daardoor verloren gegaan.
Verder: In juni 2018 heeft de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam mondeling geaccordeerd dat de plafonds worden verwijderd ten behoeve van het aanbrengen van een staalconstructie in de tussenvloer. Bouwteam heeft echter nagelaten zorg te dragen voor het vastleggen van dat akkoord van de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam. ARTIS stond vervolgens met lege handen toen de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam zich desondanks later op het standpunt stelde dat ook met het verwijderen van de plafonds in strijd was gehandeld met de omgevingsvergunning.
Door deze twee fouten die Bouwteam bij het uitvoeren van de opdracht heeft gemaakt, is forse vertraging ontstaan bij het uitvoeren van de werkzaamheden. Bovendien hebben die fouten geleid tot extra onderzoeks- en uitvoeringskosten. Bouwteam heeft niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht genomen (artikel 7:401 BW) en is daarmee aansprakelijk is voor de door ARTIS geleden en te lijden schade (artikel 6:74 BW). Daarnaast heeft Bouwteam op grond van artikel 6:162 BW onrechtmatig gehandeld. Ook op grond daarvan is Bouwteam aansprakelijk voor de geleden en te lijden schade.
3.3.
Bouwteam voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bouwteam voert aan – voor zover hier van belang – dat ARTIS haar eventuele recht tot het vorderen van schadevergoeding heeft verwerkt.
Verwijderen van stucwerk
4.2.
Bij de beoordeling van dat verweer gaat het erom of Artis zich heeft gedragen op een manier die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het geldend maken van een recht op schadevergoeding. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan bij Bouwteam het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat Artis haar (eventuele) aanspraak op schadevergoeding niet (meer) geldend zal maken. Alleen tijdsverloop is daarvoor onvoldoende. Tijdsverloop kan echter wel als een van de relevante omstandigheden meewegen bij beoordeling van de vraag of Artis zich heeft gedragen op een manier die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het instellen van de vordering. Bij de beoordeling van het verweer van Bouwteam zijn, gelet op het voorgaande, de volgende feiten en omstandigheden relevant.
4.3.
Nadat door de autoriteiten was geconstateerd dat het stucwerk was verwijderd, heeft ARTIS het standpunt ingenomen dat de Omgevingsvergunning niet was overtreden en dat Bouwteam dan ook geen verwijt viel te maken (zie ook hierna). ARTIS en Bouwteam trokken gezamenlijk op in zowel het bestuursrechtelijk traject met betrekking tot de manier waarop het herstel van het verwijderde stucwerk moest plaatsvinden als ten aanzien van de strafrechtelijke verdenking van overtreding van de WABO. Artis en Bouwteam hebben in goede harmonie samen overleg gevoerd over de in te nemen standpunten en de te voeren regie. Artis heeft het handelen van Bouwteam bij het verwijderen van het stucwerk tegenover de autoriteiten verdedigd. Zo heeft Artis bij een verhoor door ambtenaren naar de gang van zaken rondom het verwijderen van het stucwerk op 19 maart 2021 verklaard dat Bouwteam “er te goeder trouw vanuit [ging] dat het verwijderen van het (…) stucwerk in overeenstemming was met de omgevingsvergunning”. Door het voorgaande heeft Artis bij Bouwteam de verwachting gewekt dat zij Bouwteam géén verwijt maakte van het verwijderen van het stucwerk. In de aansprakelijkstelling van 13 september 2021 van Artis aan Bouwteam heeft zij Bouwteam daarentegen plotseling verweten dat Bouwteam er “op had [moeten] toezien dat de historische lagen stucwerk (…) niet zouden worden verwijderd zonder overleg met en toestemming van M&A.” Dat verwijt, namelijk dat Bouwteam overleg had moeten voeren met en toestemming had moeten verkrijgen van de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam, staat haaks op de houding die Artis gedurende (bijna) twee jaren daaraan voorafgaand onafgebroken heeft ingenomen en de uitlatingen die Artis daarbij over de rol van Bouwteam heeft gedaan.
4.4.
Dit alles brengt naar het oordeel van de rechtbank met zich dat Artis haar recht heeft verwerkt om alsnog schadevergoeding van Bouwteam te vorderen met betrekking de verwijdering van het stucwerk. De daarop gerichte vorderingen van Artis zijn om die reden niet toewijsbaar.
Vastleggen van toestemming om plafonds te verwijderen
4.5.
Bouwteam voert aan – voor zover hier van belang – dat artikel 16 lid 2 DNR dan wel artikel 6:89 BW in de weg staat aan de vordering van Artis.
4.6.
Artis heeft naar voren gebracht dat de algemene voorwaarden (DNR) niet van toepassing of, indien wél van toepassing, vernietigbaar zijn omdat deze niet aan haar ter hand zijn gesteld. Artis heeft bij de mondelinge behandeling echter desgevraagd bevestigd dat artikel 16 lid 2 DNR en artikel 6:89 BW dezelfde strekking hebben. Om die reden behoeft haar hiervoor weergegeven standpunt met betrekking tot de toepasselijkheid en vernietigbaarheid van DNR geen bespreking.
4.7.
Het gaat hier om het verwijt van Artis aan Bouwteam dat Bouwteam een mondeling akkoord van de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam met het verwijderen van plafonds niet heeft vastgelegd.
4.8.
Tijdens het overleg over het herstel van het verwijderde stucwerk bleek de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam namelijk ook niet akkoord te zijn met het feit dat plafonds waren verwijderd. Wanneer dat precies was, is niet duidelijk. Volgens de eigen stellingen van Artis (conclusie van antwoord sub 3.13) heeft het overleg geduurd van 2019 tot en met begin 2022. Ergens in die periode is Artis dus bekend geraakt met het feit dat het mondelinge akkoord van de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam met het verwijderen van de plafonds niet was vastgelegd. Uit niets is gebleken dat Artis zich daarna op enig moment tegenover Bouwteam op het standpunt heeft gesteld dat het vastleggen van het mondelinge akkoord van de gemeente tot de verplichtingen van Bouwteam behoorde en dat Artis haar aansprakelijk hield voor het niet nakomen van die verplichting. Ook (of liever gezegd: zelfs) de aansprakelijkstelling van 13 september 2021 heeft alleen betrekking op de kwestie van het verwijderde stucwerk en niet ook op het beweerdelijk tekortschieten van Bouwteam bij het vastleggen van een akkoord van de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam met het verwijderen van plafonds. Na het ontdekken door Artis van die beweerdelijke tekortkoming van Bouwteam (ergens in de periode van 2019 tot en met begin 2022) is één, zo niet drie jaar verstreken voordat Bouwteam door de dagvaarding van 17 januari 2023 duidelijk werd dat Artis ook terzake van dit verwijt aanspraak maakt op schadevergoeding. Dat is niet de bekwame spoed waarop artikel 6:89 BW het oog heeft.
4.9.
Artis en Bouwteam hebben in de periode van 2019 tot en met begin 2022 gezamenlijk overleg gevoerd over een herstelplan dat ook betrekking had op de verwijderde plafonds. Als gevolg van hetgeen hiervoor is overwogen, heeft Bouwteam er daarbij geen rekening mee kunnen houden dat de kosten van herstel door Artis op haar verhaald zouden worden. Voldoende aannemelijk is dat Bouwteam daardoor getroffen is in haar belang om de kosten van herstel van het plafond bij dat overleg niet alleen ten behoeve van Artis maar ook ten behoeve van zichzelf te beïnvloeden en te beheersen.
4.10.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering van Artis gericht op het verkrijgen van schadevergoeding wegens het niet vastleggen van een akkoord van de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam met het verwijderen van plafonds afstuit op artikel 6:89 BW.
Proceskosten
4.11.
Artis zal als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten worden belast. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten van Bouwteam als volgt vastgesteld:
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
1.196,00
(2,00 punten × € 598,00)
- nakosten
173,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.045,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van Artis af,
5.2.
veroordeelt Artis in de proceskosten, aan de zijde van Bouwteam tot dit vonnis vastgesteld op € 2.045,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Artis niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Artis € 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.3.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. van Harmelen, rechter, bijgestaan door mr. L.M.F. van Dijck, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2024.