Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Kielce, III Criminal Division,Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Kielce, Polen, op 10 maart 2016. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1993 in Polen, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De behandeling van het EAB begon op 24 november 2020, maar werd geschorst in afwachting van prejudiciële vragen over de Overleveringswet. Op de zitting van 25 januari 2024 werd vastgesteld dat de wettelijke termijn voor de beslissing op het overleveringsverzoek was verstreken. De officier van justitie stelde dat zij niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat het EAB was ingetrokken, wat de rechtbank bevestigde. De rechtbank verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot behandeling van het EAB en stelde vast dat de geschorste overleveringsdetentie was geëindigd. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open volgens de Overleveringswet.